guncelbilimci: Mei 2020

Sabtu, 30 Mei 2020

Cookie cups met citroen & meringue

Cookie cups met citroen & meringue
Het bekende gezegde luidt ‘When life gives you lemons, make lemonade’. En hoewel verse limonade natuurlijk heerlijk is, vooral met deze warme dagen, denk ik bij het woord ‘citroenen’  niet meteen aan dit zoete drankje, maar aan een ‘lemon meringue pie’. Een baksel wat echt ontzettend lekker is en wat ik heel graag maak. Voor deze blogpost heb ik weer een nieuwe variatie op het citroen-meringue thema: cookie cups. 

Verrukkelijke kleine zoete koekjes, stevig en licht krokant van buiten, zacht van binnen, gevuld met een frisse & romige citroencrème en bedekt met een flinke toef zachte en luchtige meringue. Als kers op de taart heb ik ze versierd met een chocolade citroentje. Met elke hap proef je krokant, zacht, zoet en zuur tegelijk, een combinatie die simpelweg verrukkelijk is. Het maakt deze cookie cups tot een onweerstaanbaar lekkere traktatie en een genot om in te bijten. 

Tip: de meringue zorgt ervoor dat de koekjes zacht worden. Wil een stevige cookie cup, serveer ze dan op de dag dat je ze gemaakt hebt – de chocolade citroendecoraties zijn van Dobla, gekocht bij Bouwhuis


Ingrediënten
  • 155 g boter
  • 410 g fijne kristalsuiker
  • 100 g lichtbruine basterdsuiker
  • 205 g bloem
  • ¼ tl zuiveringszout
  • ¼ tl bakpoeder
  • snuf zout
  • 1 ei
  • ½ tl vanille-extract
  • 185 ml melk
  • 25 g maïzena
  • 80 ml vers geperst citroensap
  • geraspte schil van 3 citroenen
  • 3 eidooiers, losgeklopt
  • 3 eiwitten
  • snufje wijnsteenzuur
  • 30 ml water
Extra nodig
Cupcakebakblikken voor mini-cupcakes, suikerthermometer, spuitzak, gekarteld spuitmondje, gasbrandertje, huishoudfolie
Tijd (ongeveer)
60 minuten bereiding, 12 minuten oven, 60 minuten wachten


  • Vet de cupcakebakblikken goed in met wat boter of bakspray. Plaats in de koelkast.
  • Smelt 115 g boter op laag vuur in een steelpan. 
  • Giet de gesmolten boter in een mengkom. Voeg, terwijl de boter nog heet is, 85 g fijne kristalsuiker en 100 g lichtbruine basterdsuiker toe en mix op lage snelheid door elkaar, tot het goed gemengd is. Laat het mengsel een paar minuten afkoelen. 
  • Zeef ondertussen 205 bloem, ¼ tl zuiveringszout, ¼ tl bakpoeder en een snuf zout boven een andere kom. Roer deze ingrediënten met een garde door elkaar en zet apart. 
  • Voeg 1 ei toe aan het afgekoelde botersuikermengsel en klop dit er goed door. 
  • Klop er ½ tl vanille-extract doorheen. 
  • Voeg het bloemmengsel toe aan het botersuikermengsel en mix door elkaar, tot alles goed gemengd is. Dek de kom af met huishoudfolie en laat het deeg 1 uur rusten in de koelkast. 
  • Verwarm de oven voor op 180°C.
  • Verdeel het deeg in stukjes van 15 g en rol elk stukje tot een balletje. 
  • Leg in elke holte van het cupcakebakblik een balletje. 
  • Bak de cookie cups in ongeveer 12 minuten goudbruin en gaar in de oven. 
  • Haal het bakblik uit de oven en druk meteen, met bijvoorbeeld de zijkant van een deegroller, een holte in elke cookie cup, draai een beetje rond zodat je een mooie ruime holte krijgt. 
  • Laat de cookies helemaal afkoelen in het bakblik en haal ze er dan uit (met behulp van een mes gaat dit heel gemakkelijk, of draai het bakblik om en tik ze eruit).

  • Maak de citroencrème.
  • Doe 125 ml melk samen met 110 g fijne kristalsuiker in een steelpan en plaats deze boven matig vuur. Roer tot de suiker is opgelost. 
  • Doe 25 g maïzena samen met 60 ml melk in een kommetje en roer dit door elkaar tot het goed gemengd is. 
  • Giet dit melkmengsel bij het melkmengsel in de steelpan en roer het goed door elkaar. 
  • Draai het vuur hoog en voeg 40 g boter (in blokjes gesneden) toe. Roer met een garde tot de boter is gesmolten en goed gemengd is met het melkmengsel. 
  • Voeg 80 ml citroensap, de geraspte schil van 3 citroenen en 3 losgeklopte eidooiers toe. 
  • Draai het vuur terug naar matig en breng het mengsel aan de kook terwijl je continu met de garde klopt. Laat het mengsel al kloppend met je garde koken tot het dik is.
  • Schep (of spuit met behulp van een spuitzak) de citroencrème voorzichtig in de holtes van de cookies cups (let op: heet!). 
  • Laat de citroencrème afkoelen en opstijven. 

  • Maak de meringue. 
  • Klop 3 eiwitten met een snufje wijnsteenzuur tot zachte pieken en zet even apart.
  • Doe 215 g fijne kristalsuiker samen met 30 ml water in een steelpan. Plaats de pan boven hoog vuur en roer tot de suiker is opgelost. 
  • Breng het mengsel aan de kook, draai het vuur terug naar matig en kook het mengsel (zonder te roeren) tot de suikerthermometer 121°C aangeeft. 
  • Haal, wanneer de 121°C bereikt, de steelpan van het vuur en schenk de suikersiroop langzaam bij de eiwitten terwijl je aan het mixen bent.
  • Blijf mixen op de hoogste stand tot het schuim koud, dik en glanzend is. 
  • Schep de meringue in een spuitzak met gekarteld spuitmondje. Spuit de meringue op de cookie cups.
  • Schroei de meringue lichtjes aan met behulp van een gasbrandertje.
  • Serveer.


Label: , , , , , ,

Rabu, 27 Mei 2020

Bananencakejes

Bananencakejes
Wanneer er bananen bruin liggen te worden in mijn fruitschaal, is dat voor mij het teken om aan de slag te gaan met een bananen-recept. Het voelt gewoon goed om overrijpe bananen, die over de bloei van hun leven heen zijn, een tweede leven te geven door ze te laten verrijzen als bananenbrood/-cake(jes) of ander baksel. En daarnaast ben ik ook gewoon dol op bananenbaksels. 

Toch lagen er geen bruine bananen aan het maken van deze cakejes ten grondslag. Ik was pas een paar uur terug van de winkel toen alle mooie gele bananenschillen besloten open te barsten. Met als gevolg een explosie aan fruitvliegjes in de keuken en een tros bananen die ik niet lang meer kon laten liggen. Omdat ik ze niet allemaal in één keer wilde (en kon) opeten en weggooien zonde was, besloot ik de keuken in te duiken en deze bananencakejes te maken. Het resultaat: verrukkelijke luchtige cakejes met een zachte en ietwat smeuïge structuur, lekker geurend en dankzij de walnoten hebben ze een heerlijke bite.  

Tip: voor deze cakejes heb ik de Nordic Ware ‘Heritage Bundtlette Pan’ (voor 6 tulbandjes met in totaal ca. 950 ml inhoud) en de Nordic Ware ‘Anniversary Bundtlette Pan’ (voor 6 tulbandjes met in totaal ca. 1065 ml inhoud) gebruikt. Ik kon met het beslag 6 cakejes in de Hertitage bakvorm en 4 in de Anniversary bakvorm maken. 


Ingrediënten
  • 210 g gepelde banaan
  • 60 g walnoten
  • 185 g patentbloem + extra voor bestuiven
  • 1 tl zuiveringszout
  • snuf zout
  • ¾ tl gemalen kaneel
  • ½ tl gemalen nootmuskaat 
  • 110 g boter, zacht
  • 185 g fijne kristalsuiker
  • 1 tl vanille-extract
  • 1 ei (L)
  • 130 g Griekse yoghurt 
Extra nodig
Bakvormen voor kleine cakejes
Tijd (ongeveer)
20 minuten bereiding, 18-20 minuten oven, 30 minuten wachten


  • Verwarm de oven voor op 180°C. Vet de bakvormen goed in en bestuif ze met wat bloem. Klop de overtollige bloem er uit. Zet apart.
  • Pureer 210 g gepelde banaan. Zet apart. 
  • Hak 60 g walnoten fijn. Zet apart. 
  • Zeef 185 g bloem, 1 tl zuiveringszout, een snuf zout, ¾ tl kaneel en ½ tl gemalen nootmuskaat boven een kom. Roer door elkaar met een garde. Zet apart. 
  • Klop in een ruime kom 110 g zachte boter romig. 
  • Voeg 185 g fijne kristalsuiker toe en klop het mengsel licht en luchtig. 
  • Voeg 1 tl vanille-extract toe en klop goed door. 
  • Voeg het ei toe. Klop goed door. 
  • Klop op lage snelheid de bananenpuree door het beslag. 
  • Voeg de helft van het bloemmengsel en 130 g Griekse yoghurt toe. Klop even goed door.
  • Voeg vervolgens de rest van het bloemmengsel toe en klop nog even kort maar goed door.
  • Spatel de gehakte walnoten door het beslag.
  • Schep het beslag in de ingevette bakvormen en strijk het glad.
  • Bak de cakejes in het midden van de voorverwarmde oven in ongeveer 18-20 minuten gaar, of tot een caketester er schoon uit komt. 
  • Laat de cakejes vijf  minuten afkoelen in de vorm en stort ze dan op een rooster om helemaal af te koelen.
  • Serveer.



Label: , , , , , , , , , ,

Sabtu, 23 Mei 2020

Advocaat taartjes

Advocaat taartjes
Ik kende het eigenlijk alleen van de verjaardag van mijn oma: advocaat.  Als enige in de familie vond ze het lekker. Ik zie haar nog in haar leunstoel zitten met een glaasje van deze gele dikvloeibare likeur met een flinke toef slagroom in de ene hand, en een lepeltje in de andere. Hoewel ik het drankje één keer in een paasrecept  verwerkt heb, is het voor mij echt iets uit vervlogen tijden. Een ouwe-wijvendrankje. 

Maar toen ontmoette ik mijn vriend en zijn familie. En zij zijn echt dol op advocaat. Of er nu iets te vieren valt of niet, de fles advocaat komt regelmatig op tafel en wordt in een mum van tijd soldaat gemaakt. Iedereen zit aan tafel of op de bank te lepelen. Ze vinden het maar vreemd dat ik er geen fan van ben. 

Enkele weken voor Pasen begon mijn vriend mij aan mijn hoofd te zeuren of ik alsjeblieft een advocaatslof voor hem wilde maken. Alsjeblíéeeeeeft. Hoewel het zeuren niet ophield, heb ik het idee lang voor mij uit kunnen schuiven… maar uiteindelijk kon ik er niet meer omheen en moest het er toch van komen. Om hem een beetje te plagen heb ik geen slof gemaakt maar advocaat taartjes. En guess what? … ik vond ze nog lekker ook! Omdat de advocaat in het recept goed gemengd wordt met andere ingrediënten is de sterke smaak die ik niet lekker vind verdwenen. Wat blijft zijn heerlijke taartjes waar mijn vriend, ik en mijn schoonfamilie heerlijk van hebben zitten smullen. 


Ingrediënten
  • 210 g boter, zacht
  • 105 g witte basterdsuiker
  • 105 g lichtbruine basterdsuiker
  • 9 g bakpoeder
  • 290 g patentbloem
  • 3 eidooiers (L)
  • 500 ml melk
  • 160 g fijne kristalsuiker
  • ¼ tl vanillepoeder
  • 45 g custardpoeder
  • 240 g advocaat + extra voor garnering
  • 4 blaadjes witte gelatine
  • 250 ml slagroom
  • 250 g mascarpone
Extra nodig
10 ronde taart/bakringen van 8 cm doorsnee en 2 cm hoog, ronde uitsteker van 8 cm doorsnee, bakplaat, bakpapier, huishoudfolie, spuitzakken
Tijd (ongeveer)
> 60 minuten bereiding, ca. 18 minuten oven, > 60 minuten wachten 

  • Maak de taartbodempjes.
  • Klop 210 g zachte boter met 105 g witte- en 105 g lichtbruine basterdsuiker goed door elkaar.
  • Meng er 9 g bakpoeder, een snuf zout en een snuf zuiveringszout door.
  • Meng er vervolgens 290 g bloem door.
  • Voeg 1 eidooier toe en kneed tot een mooi samenhangend deeg. 
  • Verpak het deeg in huishoudfolie en laat het minstens 1 uur in de koelkast rusten. 

  • Maak de banketbakkersroom.
  • Breng 400 ml melk met 50 g fijne kristalsuiker op laag vuur aan de kook.
  • Roer in een kommetje 100 ml melk met 50 g fijne kristalsuiker, 45 g custardpoeder, ¼ tl vanillepoeder en 2 eidooiers door elkaar tot een glad papje. 
  • Giet een deel van de hete melk over het koude melkmengsel en roer goed door elkaar. 
  • Giet dit vervolgens terug bij de hete melk. Laat de room op laag vuur, onder voortdurend roeren, 2 minuten zachtjes doorkoken.
  • Voeg 45 g advocaat toe en roer goed door.  
  • Giet de banketbakkersroom over in een ondiepe schaal, dek af met huishoudfolie (druk de folie op de room) en laat afkoelen.

  • Week 4 blaadjes witte gelatine in ruim koud water. 
  • Verwarm de oven voor op 180°C. Bekleed een bakplaat met bakpapier. Plaats de 10 bakringen op de bakplaat.
  • Haal het deeg uit de koelkast en kneed het kort door.
  • Rol het op een met bloem bestoven werkblad uit tot 8-9 millimeter dikte. 
  • Steek met de ronde uitsteker 10 plakjes uit het deeg.
  • Leg de deegplakjes in de bakringen. 
  • Klop wat van de banketbakkersroom los en vul een spuitzak met de room.
  • Spuit in het midden van ieder deegplakje een hoopje banketbakkersroom. Zorg ervoor dat er tegen de ring een rand van 1 centimeter vrij blijft.
  • Bak de taartbodempjes in het midden van de voorverwarmde oven in ongeveer 18 minuten goudbruin en gaar. 
  • Verwijder na het bakken onmiddellijk en heel voorzichtig de ringen (pas op: heet!)
  • Laat de taartbodempjes afkoelen op de bakplaat.

  • Klop 325 g banketbakkersroom los.
  • Klop in een andere kom 150 ml slagroom met 15 g fijne kristalsuiker stijf.
  • Spatel eerst een deel van de slagroom door de losgeklopte banketbakkersroom. Spatel vervolgens de rest van de slagroom er door. 
  • Spatel er vervolgens 140 g advocaat door. 
  • Verwarm de gelatine met een klein beetje aanhangend water in een steelpan tot hij is opgelost. 
  • Spatel de gesmolten gelatine door het room mengsel (de zgn. Zwitserse room). 
  • Dek de room af met huishoudfolie en laat in de koelkast opstijven tot een spuitbare massa. 

  • Vul een spuitzak met de Zwitserse room en spuit dit op de taartbodempjes. 
  • Klop 250 g mascarpone met 100 ml slagroom, 45 g fijne kristalsuiker en 55 g advocaat tot een stevig mengsel. 
  • Vul een spuitzak met het mengsel en spuit toefjes op de taartjes.
  • Versier de taartjes naar keuze (met bijvoorbeeld advocaat en chocolade).


Label: , , , , , , , ,

Sabtu, 16 Mei 2020

Bonbons met Grand Marnier

Bonbons met Grand Marnier
Moederdag 2020 is weer achter de rug. Helaas moesten we het dit jaar anders vieren dan op de manier waarop we dat gewend waren. Thanks to het cornavirus gaat 10 mei 2020 niet de boeken in als de meest feestelijke Moederdag. 

Maar ondanks het feit dat ik niet op bezoek kon bij mijn eigen mama en haar even lekker kon knuffelen, heb ik wel geprobeerd haar te verwennen. Samen met mijn zussen heb ik een leuk cadeau voor haar gekocht en daarnaast heb ik haar een zakje met deze bonbons met Grand Marnier gegeven. Want ook mijn moeder wordt heel erg blij van zelfgefabriceerde zoete lekkernijen. Ik toverde er meteen een glimlach mee op haar gezicht. 

Wat deze bonbons zo lekker maakt is de combinatie van chocolade en sinaasappel, een echte culinaire liefdesmatch. Onder het knapperige laagje chocolade aan de buitenkant gaat een zachte chocoladevulling met Grand Marnier schuil. Het samenspel tussen chocolade en alcohol is er één om je vingers bij af te likken. Zo werd het toch nog een vrolijke Moederdag. 


Tip: voor deze bonbons heb ik een Fat Daddio’s magnetische polycarbonaat bonbonvorm gebruikt in combinatie met een chocolade transfersheet met gouden krullen.


Ingrediënten
  • 450 g pure chocolade
  • 75 ml slagroom
  • 120 g melkchocolade
  • 2 ¼ el Grand Marnier
Extra nodig
bonbonvorm, paletmes, spuitzak, digitale keukenthermometer, huishoudfolie
Tijd (ongeveer)
60 minuten bereiding, 2 uur wachten

  • Hak 425 g pure chocolade fijn. 
  • Smelt tweederde van de pure chocolade au bain-marie. Haal de kom van de pan en roer de overige fijn gehakte chocolade erdoor. 
  • Geef de chocolade de tijd om te smelten en roer dan goed door. De temperatuur van de chocolade moet nu 31˚C zijn. Controleer dit met een thermometer. Blijf eventueel verder roeren tot de chocolade op temperatuur is. 
  • Giet/schep de chocolade royaal in de bonbonvorm. Zorg ervoor dat de chocolade overal in de vorm komt. 
  • Draai de bonbonvorm om boven de kom en laat de overtollige chocolade terug in de kom lopen. Tik even met de vorm op de kom om eventuele luchtbelletjes te verwijderen. Als alle overtollige chocolade uit de vorm is, is ere en dun laagje chocolade achtergebleven in de vorm.
  • Maak de bovenkant van de vorm meteen zo schoon mogelijk met een paletmes. 
  • Plaats de vorm met de open kant naar beneden op een rooster of een stukje bakpapier. 
  • Laat de chocolade in de vorm in ongeveer 30 minuten uitharden. 

  • Maak ondertussen de vulling.
  • Hak 120 g melkchocolade en 25 g pure chocolade fijn. 
  • Doe 75 ml slagroom in een kleine pan. Breng aan de kook en zet dan het vuur uit.
  • Voeg de fijngehakte melk- en pure chocolade toe en laat de chocolade smelten. 
  • Roer het mengsel krachtig met een garde glad. 
  • Voeg 2 ¼ el Grand Marnier toe en klop het mengsel glad. 

  • Krab met een paletmes de overgebleven chocolade van de vorm af. 
  • Vul een spuitzak met de vulling en vul de vormpjes tot bijna aan de rand. 
  • Dek de vorm af met huishoudfolie en plaats ongeveer een uur in de koelkast, tot de vulling stevig is geworden. 
  • Verwarm de overgebleven chocolade weer au bain-marie tot 31˚C. Schep de chocolade op de bonbonvorm en strijk het teveel aan chocolade eraf. 
  • Zet de bonbonvorm ongeveer 10 minuten in de koelkast en vervolgens nog ongeveer 30 minuten op een koele plek weg.
  • Keer de bonbonvorm om en tik tegen de vorm zodat de bonbons eruit vallen, of druk de bonbons uit de vorm als je een siliconen vorm gebruikt hebt.
  • Serveer. 



Label: , , , , , ,

Sabtu, 09 Mei 2020

Tompoucen

Tompoucen
De tompouce. Een gebakje waar iedereen vrolijk van wordt en daarom een graag geziene gast op ieder feestje. De suikerzoete bovenkant is normaal roze gekleurd, maar voor Koningsdag (en andere speciale dagen) glanst hij vorstelijk oranje. 

Het grootste discussiepunt omtrent de tompouce is niet zozeer de spelling van de naam (is het tompoes of tompouce?) maar de beste manier waarop je hem kan eten. Ik ben een zogenaamde ‘daklichter’: ik haal altijd de bovenkant eraf en eet de krokante onderkant met vulling met behulp van een gebaksvorkje op, waarna de bovenkant volgt. Soms leg ik de bovenkant met de glazuurlaag naar boven onder de onderkant, en eet ik de tompouce zo op. Heerlijk. 

Dit jaar met Koningsdag was er een tekort aan tompoucen. Ook ik en mijn vriend viste achter het net. Toevallig zagen we die avond een item over Robert van Beckhoven en tompoucen op de televisie voorbijkomen, waarop mijn vriend meteen zei: ‘dan maak je ze toch lekker zelf met het recept van Robert’. En zo geschiedde. Het resultaat leek verbluffend veel op de tompoucen die ik normaal bij de Hema koop. Twee heerlijke krokante plakjes bladerdeeg met daartussen een zachte & romige vulling van Zwitserse room (banketbakkersroom met slagroom) bedekt onder een zoete laag roze glazuur. Mmmm. Hiermee maak je van elke dag een feestje. 

Tip: een tompouce kun je niet goed snijden, maar moet je echt zagen als een brood. Gebruik hiervoor een scherp mes met kartelrand – Om ervoor te zorgen dat het bladerdeeg zo plat mogelijk blijft tijdens het bakken, is het belangrijk het deeg voor het bakken vaak en diep in te prikken met (bijvoorbeeld) een scherpe vork.


Ingrediënten
  • 1 rol bladerdeeg (ca. 270 g)
  • 350 g melk
  • 110 g fijne kristalsuiker
  • 36 g custardpoeder
  • 1 eidooier
  • 1 vanillestokje
  • 500 ml slagroom
  • 4 blaadjes witte gelatine
  • 200 g fondant glazuur
  • kleurstof
Extra nodig
Bakplaat, bakpapier, huishoudfolie, keukenthermometer, spuitzak, kartelmes, paletmes
Tijd (ongeveer)
60 minuten bereiding, 20-25 minuten oven, 3 uur wachten

  • Maak eerst de banketbakkersroom.
  • Roer in een kommetje 70 ml melk met 25 g fijne kristalsuiker, 36 g custardpoeder en 1 eidooier door elkaar tot een glad papje.
  • Snijd het vanillestokje in de lengte open en schraap het merg eruit. 
  • Breng 280 ml melk met 25 g fijne kristalsuiker, het vanillemerg en het leeg geschraapte vanillestokje in een steelpan op laag vuur aan de kook.
  • Giet een deel van de kokende melk over het koude melkmengsel en roer goed door elkaar. 
  • Giet dit vervolgens terug bij de hete melk en roer goed door. 
  • Laat de room op laag vuur, onder voortdurend roeren, ongeveer 2 minuten zachtjes doorkoken. 
  • Verwijder het vanillestokje en giet de banketbakkersroom over in een ondiepe schaal. Laat afgedekt met huishoudfolie afkoelen. Zorg ervoor dat de folie direct op de room ligt, zodat er geen velvorming kan plaatsvinden. 

  • Week 4 blaadjes witte gelatine in koud water. 
  • Verwarm de oven voor op 200˚C. Bekleed een bakplaat met bakpapier.
  • Haal de rol bladerdeeg uit de koelkast en laat 10 minuten rusten. 
  • Rol het bladerdeeg uit en leg het omgekeerd op de bakplaat. Wanneer de plak te lang is voor de bakplaat, snijd er dan een reep af die je op een andere plek op de bakplaat legt.
  • Prik het bladerdeeg heel vaak in met een scherpe vork. Zorg ervoor dat je hard genoeg prikt, het moeten geen oppervlakkige deukjes in het deeg zijn. 
  • Bak het bladerdeeg in ongeveer 20-25 minuten goudbruin en gaar in het midden van de voorverwarmde oven (houdt het bladerdeeg goed in de gaten, zodat het niet te bruin wordt). 
  • Haal de bakplaat uit de oven en laat het bladerdeeg afkoelen. 

  • Klop de afgekoelde banketbakkersroom goed los.
  • Klop in een andere kom 500 ml slagroom met 60 g fijne kristalsuiker stijf.
  • Spatel eerst een deel van de slagroom door de losgeklopte banketbakkersroom. Spatel vervolgens de rest van de slagroom er door. 
  • Verwarm de gelatine met een klein beetje aanhangend water in een steelpan tot hij is opgelost. 
  • Spatel de gesmolten gelatine door het room mengsel (de zgn. Zwitserse room). 

  • Snijd (zaag) de plak bladerdeeg met een kartelmes voorzichtig in de lengte doormidden, zodat je twee lange banen van 11-12 cm breed hebt.
  • Leg één bladerdeegbaan voor je neer op je werkblad, met de plaatkant naar boven. 
  • Vul een spuitzak met het roommengsel en spuit rechte banen Zwitserse room op het bladerdeeg. 
  • Dek af met de tweede bladerdeegbaan en druk goed aan. 
  • Plaats in de koelkast tot de vulling is opgesteven. 

  • Verwarm de fondant au bain-marie tot ca. 37˚C. Voeg eventueel een beetje eiwit of water toe om de fondant wat af te slappen (met eiwit gaat fondant extra glanzen en hardt hij mooi uit).
  • Breng de fondant op kleur met kleurstof. 
  • Giet de fondant over de bovenkant van het bladerdeeg en smeer dit liefst in één keer of een paar keer netjes glad met een paletmes. 
  • Smeer met een schoon paletmes ook de zijkanten van de tompouce af. 
  • Laat het glazuur kort aandrogen in de koelkast. 
  • Snijd (zaag) daarna de randen van het bladerdeeg netjes bij en snijd (zaag) de tompouce daarna in banen van 4 cm breed.
  • Serveer. 


Label: , , , , , , , ,

Selasa, 05 Mei 2020

Rabarber-flapjack

Onlangs stond in de Volkskrant een recept van Yvette van Boven voor rabarber-flapjacks. Heel erg lekker, heel makkelijk en vooral een ideaal tussendoortje tijdens het wandelen!

Ingrediënten voor 8 stuks:
  • 300 gram rabarber, in stukken van 2cm
  • 50 gram kristalsuiker
  • 125 gram roomboter
  • 125 gram lichte basterdsuiker
  • 4 eetlepels golden syrup/honing/keukenstroop
  • snuf zout
  • 1 theelepels vanille-extract
  • 250 gram – liefst grove – havermout

Breng de rabarber met de kristalsuiker in een pan met een heel klein beetje water aan de kook. Kook zachtjes, 8-10 min. tot de rabarber zacht wordt, maar niet helemaal kapot. Draai het vuur uit.

Smelt al roerende de boter, basterdsuiker, golden syrup, snuf zout en het vanille-extract in een steelpan tot de suiker is opgelost. Draai het vuur uit en roer de havermout erdoor.

Bekleed een rechthoekige bakvorm (15 x 20cm) met bakpapier en druk tweederde van het havermoutmengsel over de bodem uit, druk goed aan met de achterkant van een lepel.

Laat de rabarber in een zeef goed uitlekken. Druk het vocht er goed uit. Verdeel de rabarber over de havermout in de bakvorm en dek het af met de rest van het havermoutmengsel. Druk dat opnieuw goed aan.

Bak de koek 45 minuten in een voorverwarmde oven op 180℃ of tot ze goudbruin is.

Laat volledig afkoelen. Flapjacks worden pas stevig als ze afkoelen, dus til ze aan het bakpapier uit de vorm, snijd ze in gelijke stukken als ze nog een beetje warm zijn. Laat ze dan helemaal afkoelen voor het uitserveren.


Ze zijn goed houdbaar in een afgesloten trommel, maar je kunt ze ook invriezen en er af en toe eentje ontdooien als je op avontuur gaat.

Recept van Roos, maar eigenlijk van Yvette van Boven

Label: , ,

Sabtu, 02 Mei 2020

Chocolate chip cookies

Chocolate chip cookies
‘Tessa, weet je wat pas lekkere koeken zijn? De chocolate chip cookies van Roy Fares uit United States of Cakes. Daar blijf je gewoon van eten, zo lekker!’ … 

Hoewel ik al meerdere recepten voor chocolate chip cookies in mijn repertoire heb zitten, kon ik deze tip van mijn schoonzus natuurlijk niet negeren. Ik ben echt dol op chocolate chip cookies. Er zijn maar weinig dingen die mij meer plezier en voldoening geven dan de aanblik & geur van een goedgevulde pot vol met deze cookies. En het recept van Roy stelt hierin absoluut niet teleur. Niet alleen is je koekpot meteen tot aan de nok gevuld (het recept is namelijk goed voor 30 koeken), maar het resultaat is echt onweerstaanbaar lekker. 

De koeken zijn heerlijk knapperig en zitten bomvol met geroosterde hazelnoten en chocolate chips: een fantastische smaakvolle combinatie met een lekkere bite. En ja, het is echt een ik-pak-nog-een-tweede-en-derde-exemplaar-uit-de-pot koekje. Zodra je er een van hebt gegeten, kun je niet meer ophouden met grijnzen en dooreten. Je krijgt er gewoon kramp van in je kaken. 


Ingrediënten
  • 130 g geroosterde hazelnoten
  • 300 g chocolate chips (of pure chocolade)
  • 230 g boter, zacht
  • 170 g fijne kristalsuiker
  • 120 g lichtbruine basterdsuiker
  • 330 g tarwebloem
  • 1 ½ tl zuiveringszout
  • 1 tl vanillesuiker
  • ½ tl zout 
  • 1 ei (L)
Extra nodig
Bakplaten, bakpapier, rooster
Tijd (ongeveer)
20 minuten bereiding, 12 minuten oven, 30 minuten wachten 

  • Verwarm de oven voor op 190˚C. Bekleed enkele bakplaten met bakpapier.
  • Hak 130 g geroosterde hazelnoten grof.
  • Hak, wanneer je geen chocolate chips gebruikt, 300 g pure chocolade grof. De chocolate chips hoeven niet gehakt te worden. 
  • Klop 230 g boter romig. Voeg 170 g fijne kristalsuiker en 120 g lichtbruine basterdsuiker toe en klopt tot een luchtig mengsel. 
  • Zeef 330 g tarwebloem, 1 ½ tl zuiveringszout, 1 tl vanillesuiker en ½ tl zout boven een andere kom en roer door elkaar met een garde. 
  • Klop 1 ei door het botermengsel.
  • Voeg vervolgens het bloemmengsel toe en kneed alles tot een deeg. 
  • Verdeel het deeg in 30 gelijke stukken. Rol elk stukje deeg tot een balletje.
  • Leg de balletjes met voldoende tussenruimte op de bakplaten. Duw de balletjes iets plat. 
  • Bak de cookies in ca. 12 minuten in het midden van de voorverwarmde oven gaar, of tot ze een mooie kleur hebben gekregen. 
  • Laat de cookies even afkoelen op de bakplaat en leg ze dan met behulp van een spatel op een rooster om helemaal af te koelen. 
  • Bewaar de cookies in een luchtdichte trommel. 


Label: , , , , ,