Gevulde koeken

Het woord ‘koekje’ roept bij mij altijd warme gevoelens van huiselijkheid, verwennerij en gezelligheid op. En hoewel een lekker koekje bij de koffie of thee heel gewoon is, is mijn koektrommel het grootste deel van de tijd (op een paar kruimeltjes na) leeg. Natuurlijk bak ik wel regelmatig koekjes, maar deze deel ik dan altijd meteen uit aan iedereen met zoete trek. 

De koektrommel van mijn oma was wel altijd goed gevuld. Het maakte niet uit wanneer je bij haar op bezoek ging, de blikken trommel die op tafel kwam zat altijd vol met verschillende koekjes. Wanneer je haar de trommel voorhield zodat ze zelf ook een koekje kon pakken, weigerde ze dit altijd. 'Ik snoep nooit', zei ze dan. Maar even later stond ze dan middenin het gesprek ineens op, trok ze het tafelkleed recht en pakte ze alsnog een koekje uit de trommel om daarna weer snel te gaan zitten.

Volgens mij was mijn oma net als ik een groot liefhebber van zoet. Een koekje dat ik nooit in haar koektrommel heb aangetroffen was de oer-Hollandse gevulde koek. Ik heb eigenlijk geen idee waarom niet, want onder de vele zoetekauwen in de familie is dit toch wel één van de favoriete zoete lekkernijen. Toen ik kort na het overlijden van mijn oma samen met wat familieleden in haar appartement in het verzorgingshuis zat, bleek haar koektrommel voor de eerste keer in mijn leven leeg te zijn. Ik ben meteen naar het winkeltje in het tehuis gerend om wat koekjes te halen, waaronder gevulde koeken. Een koekje kan voor mij namelijk ook troost-eten zijn, en wat is er nu fijner dan op een verdrietig moment even heerlijk met je tanden weg te kunnen zakken in zachte amandelspijs. Dat is gewoon hemels lekker. 

Bij thuiskomst besloot ik meteen om zelf een keer gevulde koeken te bakken. Voor dit bakken heb je wel wat geduld nodig, maar ik kan het je zeker aanraden, want zelfgebakken ovenverse gevulde koeken smaken echt verrukkelijk.   

Ingrediënten

• 100 g witte basterdsuiker
• 200 g zachte roomboter
• 1 tl geraspte citroenschil
• mespuntje zout
• 6 g bakpoeder
• 300 g Zeeuwse bloem
• 300 g amandelspijs
• 5 eieren
• 1 eierdooier
• 55 blanke amandelen

Extra nodig

Met bakpapier beklede bakplaten, huishoudfolie, ronde uitsteker (met gekartelde rand) van 10 centimeter doorsnede

Tijd (ongeveer)

25 minuten bereiding, 12-15 minuten oven, 90 minuten wachten

• Meng de basterdsuiker, boter, een half losgeklopt ei, citroenrasp en zout door elkaar. 
• Meng er vervolgens het bakpoeder en de Zeeuwse bloem door.
• Kneed van de ingrediënten een samenhangend deeg. 
• Wikkel het deeg in huishoudfolie en laat het minstens 1 uur in de koelkast rusten. 
• Verwarm de oven voor op 210°C.
• Rol het deeg op een licht bebloemd werkvlak uit tot een lap van 2 millimeter dikte. 
• Steek er 22 ronde plakken uit van 10 centimeter doorsnede.
• Leg 11 plakken op met bakpapier beklede bakplaten. 
• Meng de amandelspijs in een schaal met zoveel losgeklopt ei (2 à 3 eieren) dat de spijs spuitbaar is. 
• Doe de amandelspijs in een spuitzak en spuit bolletjes op de 11 plakjes deeg. 
• Dek ze af met de overige 11 plakjes. Druk de randjes rondom aan. 
• Meng een ei en een eierdooier en bestrijk de bovenkant van de koeken hiermee.
• Druk 5 amandelen per koek in de bovenkant.
• Bestrijk de koeken na een half uur nogmaals met het ei en bak ze 12-15 minuten in de voorverwarmde oven. 

Bron recept: De Banketbakker, Cees Holtkamp

Citroen madeleines

Ruim een half jaar geleden belde mijn zus mij ineens heel enthousiast op: ‘ze’ kwamen weer naar Nederland voor een optreden. En met ‘ze’ bedoelde mijn zus de Amerikaanse boyband ‘Backstreet Boys’. In mijn tienerjaren was ik echt een groot fan van deze groep, of zeg eigenlijk maar gerust idolaat. Mijn hele kamer was van boven tot onder (inclusief het plafond) behangen met posters, ik was smoorverliefd op alle vijf de bandleden en kon urenlang naar hun muziek luisteren. 

En hoewel de liefde inmiddels is bekoeld, kochten we onder het mom van nostalgie & jeugdsentiment wel direct kaartjes. Ik besloot ook maar meteen hun laatste album aan te schaffen. En het klinkt misschien een beetje raar, maar tijdens het beluisteren van dit album kreeg ik ineens heel veel zin in madeleines. Waarom? 

Het vierde nummer op het album heet ‘madeleine’. Natuurlijk zingen de ‘boys’ niet over die verrukkelijke schelpvormige cakejes, maar als bak-fanaat is dit wel het eerste waar ik aan denk bij het horen van die titel. Dankzij mijn tieneridolen heb ik dus het afgelopen half jaar met wisselend succes verschillende madeleines gebakken (zoals ik al eerder heb gezegd kunnen bij mij ideeën voor baksels uit wel heel onverwachte hoek komen). Zo bakte ik onder andere madeleines met chocolade, lavendel, sinaasappel, frambozen en chocolate chips. En hoewel veel varianten erg lekker waren, heb ik nu gekozen voor de klassieke citroen madeleines, lekker eenvoudig en ongecompliceerd. 

De kleine cakejes hebben een zachte binnenkant met een frisse citroensmaak en zijn aan de buitenkant heerlijk krokant langs de randjes. Madeleines zijn echt ideaal om in je thee onder te dompelen, dus ik kan je ook zeker aanraden deze kleine lekkernijen bij de afternoon tea (of High Tea zo je wilt) te nuttigen. Persoonlijk vind ik Earl Grey thee het lekkerst bij deze madeleines smaken, het geeft de citroensmaak meer diepte. 

Tip: madeleines zijn het lekkerst wanneer ze net zijn afgekoeld. Ze zijn in een luchtdichte verpakking nog wel een dag of twee houdbaar zijn, maar de kwaliteit gaat er hard op achteruit. Ze smaken super vers gewoon het allerbeste ~ Gebruik voor het beboteren van de vorm zachte boter. Het is raadzaam de vorm tweemaal te beboteren, te bestuiven met bloem en daarna enkele minuten in de koelkast te zetten alvorens het deeg erin te spuiten/scheppen. Op deze manier zullen de madeleines na het bakken gemakkelijker uit de vorm kunnen worden gehaald ~ Het recept is voor 24 stuks. 


Ingrediënten

• 150 g boter
• 60 gram amandelmeel
• 150 gram poedersuiker
• 60 gram bloem
• 150 gram eiwitten (ca. 5 eieren)
• geraspte schil van 1 citroen

Extra nodig
Madeleine bakvorm, puntzeef, spuitzak
Tijd (ongeveer)
10 minuten bereiding, ca. 10-11 minuten oven, 135 minuten wachten

• Bak de boter lichtbruin in een pan. Haal de pan van het vuur, zeef de boter onmiddellijk in een puntzeef en laat daarna een beetje afkoelen. 
• Doe het amandelmeel, poedersuiker en bloem bij elkaar in een andere kom. 
• Voeg de eiwitten toe en maak een beslag van het geheel.
• Roer er de geraspte schil van 1 citroen door. 
• Voeg ten slotte geleidelijk de gebruineerde boter toe met behulp van een garde. 
• Dek de kom af met huishoudfolie en zet deze ten minste 2 uur in de koelkast. 
• Verwarm de oven voor op 200°C.
• Beboter een madeleinevorm met een kwastje en bestuif de vorm met bloem. Draai de vorm daarna om zodat de overtollige bloem eruit kan vallen. 
• Vul elke vormpje met behulp van een spuitzak of lepel met een klont beslag. 
• Bak de madeleines in circa 10-11 minuten goudbruin en gaar in de voorverwarmde oven. 
• Haal de madeleines uit de oven en daarna onmiddellijk uit de vorm.
• Laat ze afkoelen op een rooster.

Guinness gingerbread (Kruidkoek met Guinness)

Wanneer ik het woord ‘gingerbread’ hoor, moet ik altijd meteen denken aan de wintermaanden en Kerstmis. Dit komt denk ik vooral omdat gingerbread koekjes enorm populair zijn tijdens de feestdagen in December (met name in Amerika, het Verenigd Koninkrijk en bij mij thuis). En hoewel Kerstmis inmiddels al weer ver achter ons ligt en de weersomstandigheden verre van winters te noemen zijn, heeft mij dit er niet van weerhouden om Guinness gingerbread te bakken. Als een baksel namelijk lekker is lust ik er het hele jaar door wel pap van, ongeacht het seizoen. 

Het recept voor deze ‘kruidkoek’ stond al een tijdje op mijn to-do lijstje, en omdat er nog een flesje Guinness-bier stof stond te vergaren in de kast, vond ik het de hoogste tijd worden om dit baksel af te strepen van deze lijst. En het resultaat overtrof mijn verwachtingen. 

Ik heb natuurlijk een tijdje geleden al een keer een heerlijke kruidkoek gebakken, maar ik moet zeggen dat deze Guinness kruidkoek door de toevoeging van het bier nóg lekkerder smaakt. Ondanks het feit dat ik al vaker Guinness in baksels gebruikt heb, was ik wel even bang dat de Guinness-smaak te sterk aanwezig zou zijn. Gelukkig viel dit reuze mee: je proeft het wel, maar het overheerst absoluut niet. 

Wat deze kruidkoek zo geweldig maakt is de bedrieglijke eenvoud. Het lijkt op het eerste gezicht op een simpele koek, maar wanneer je er je tanden in zet vindt er een ware smaakexplosie in je mond plaats. De zachte, smeuïge en kleverige kruidkoek is echt fantastisch rijk van smaak en heeft een heerlijk diep & kruidig aroma. Het is echt een verrukkelijke traktatie. De kruidkoek kun je al eten wanneer hij nog warm is, maar persoonlijk vind ik hem koud het lekkerst. Het is zelfs de moeite waard om een paar dagen te wachten voordat je hem aansnijd, want dan hebben de smaken langer de tijd om te rijpen. Dus ik hoop dat je genoeg wilskracht hebt om niet alles in één keer op te eten. Zorg er trouwens wel voor dat je de kruidkoek goed afdekt wanneer je hem langer bewaard. 

Tip: Wanneer je de kruidkoek eerst in vetvrij papier en daarna in een laag huishoudfolie wikkelt en hem vervolgens in een luchtdichte verpakking op een koele plek bewaard, blijft hij tot wel 2 weken goed. 


Ingrediënten

• 150 g boter
• 300 g golden syrup
• 200 g donkerbruine basterdsuiker
• 2,5 dl Guinness
• 2 tl gemberpoeder
• 2 tl kaneel
• ¼ tl gemalen kruidnagel
• 300 g bloem
• 2 tl dubbelkoolzure soda
• 3 dl zure room
• 2 eieren

Extra nodig
1 vierkante bakvorm van 23 x 23 centimeter, aluminiumfolie
Tijd (ongeveer)
10 minuten bereiding, 45 minuten oven, 45 minuten wachten

• Verwarm de oven voor op 170°C. Bekleed de bakvorm met aluminiumfolie en vet dat in. 
• Doe de boter, golden syrup, donkerbruine basterdsuiker, Guinness, gemberpoeder, kaneel en gemalen kruidnagel in een ruime pan en laat alles op laag vuur met elkaar versmelten. 
• Haal de pan van het vuur en klop de bloem en dubbelkoolzure soda door het mengsel. Klop grondig zodat er geen klontjes meer in het beslag zitten. 
• Klop de zure room en de eieren los in een maatbeker en klop dit mengsel door het kruidkoekmengsel. 
• Klop weer goed door elkaar zodat je een glad beslag krijgt.
• Giet het beslag in de beklede bakvorm en bak de koek in ongeveer 45 minuten gaar. Hij zal, wanneer hij klaar is, in het midden glanzend gerezen zijn en van de zijkant van de vorm loslaten.
• Laat de kruidkoek helemaal afkoelen voordat je hem in stukken snijdt.

Bron recept: Nigella Lawson, Keuken

Frambozen-kwarktaartjes

Toen ik eerder deze week deze frambozen-kwarktaartjes maakte, vond ik het bijna jammer dat ik al een keuze voor een paasbaksel had gemaakt. Deze kleine lekkernijen had ik anders vandaag met veel liefde en plezier aan mijn familie voorgeschoteld. Het zijn echt fantastische taartjes. Op de heerlijke crunchy koekbodem ligt een hemels lekkere vulling die zoet, fris, zacht & romig is en boordevol frambozen zit. Op deze vulling ligt een dekentje van frisse frambozengelei. De zachtheid van de kwark is samen met de zoet-zure smaak van de frambozen echt een verrukkelijke combinatie. Elke hap is puur genieten. 

Sinds ik de mascarpone-kwarktaart met witte chocolade & frambozen gemaakt heb, hoopte ik eigenlijk een kwarktaart-recept te vinden waarmee ik een nét zo lekkere, maar minder machtige en calorierijke, taart zou kunnen maken.

Al na één hap van een van deze taartjes wist ik dat mijn "missie" geslaagd was. Omdat deze frambozen-kwarktaartjes niet zo machtig zijn weet ik zeker dat ze een geweldige afsluiting van een etentje zullen vormen. Ook op een mooie paasdag als vandaag, wanneer je jezelf waarschijnlijk aan heel veel lekkernijen zult verlustigen, is er zeker nog wel een plekje vrij voor deze lekkernij. 

Tip: je kunt ook heel eenvoudig één grote taart van dit recept maken. Gebruik dan een taartring van 16,5 centimeter doorsnede en 6 centimeter hoog ~ In dit recept wordt een flinke hoeveelheid frambozen gebruikt en (helaas) zijn frambozen vaak nogal prijzig. Gelukkig smaken de taartjes ook heel erg lekker wanneer je de frambozen in de taartjes weglaat en ze alleen met de frambozengelei bestrijkt. 

Ingrediënten

• 150 g speculaas
• 65 g boter
• 6 blaadjes gelatine
• sap van ½ citroen
• 2 eierdooiers
• 80 g kristalsuiker
• 200 g naturel kwark
• 250 ml slagroom
• 400 g frambozen

Extra nodig

7 bakringen van 7 centimeter doorsnede, bakpapier, keukenmachine, staafmixer

Tijd (ongeveer)

20 minuten bereiding, minstens 6 uur wachten

• Leg een vel bakpapier op een groot plat bord (of snijplank). Bekleed de binnenkant van de bakringen met bakpapier (plak het papier met wat boter vast aan de ring) en plaats de ringen op het bord/snijplank. 
• Maal 150 g speculaas fijn. Smelt de boter en meng deze met de gemalen speculaas. 
• Verdeel het mengsel over de bodempjes van de ringen en druk goed aan met de achterkant van een lepel. 
• Zet in de koelkast. 
• Week 4 blaadjes gelatine in ruim koud water.
• Klop de eierdooiers op met 40 g kristalsuiker. Voeg de kwark toe en klop goed door.
• Klop in een andere kom de slagroom lobbig met 40 g kristalsuiker. 
• Verwarm het citroensap. Knijp de gelatine goed uit en voeg deze toe aan het sap. Roer tot de gelatine volledig is opgelost en laat afkoelen. 
• Doe het afgekoelde citroensap bij het kwarkmengsel en klop nog even stevig door.
• Spatel de slagroom voorzichtig door het kwarkmengsel. 
• Verdeel 100 g frambozen over de taartbodempjes en giet hier bijna de helft van het kwarkmengsel over.
• Verdeel opnieuw 100 g frambozen over de ringen en giet er het resterende kwarkmengsel over heen. 
• Strijk het kwarkmengsel glad en laat de taartjes minstens 6 uur (maar liever de hele nacht) opstijven in de koelkast. 
• Verwijder de ringen en trek daarna voorzichtig het bakpapier los. 
• Los 2 blaadjes gelatine op in ruim koud water. 
• Pureer 200 g frambozen met de staafmixer en druk de puree door een zeef om de zaadjes te verwijderen. 
• Verwarm de frambozencoulis in een pan. Knijp de gelatine goed uit en voeg deze toe aan de coulis. Roer tot de gelatine volledig is opgelost en laat afkoelen.
• Strijk de frambozengelei voorzichtig over de bovenkant van de taartjes. 

Bron recept: Juliette's Speculoos

Wortelcakejes met roomkaasglazuur

Hoewel ik inmiddels al bedacht heb hoe de paastafel er komende zondag uit komt te zien, weet nog niet iedere paasvierder hoe hij of zij deze paasdagen uit gaat pakken tijdens het paasontbijt, -brunch of –lunch. Eerder deze week bespeurde ik in de plaatselijke supermarkt bij enkele dorpsgenoten dan ook enige vorm van paas-stress. Blijkbaar zien sommige mensen het als een flinke klus om een lekker gedekte tafel aan familie en/of vrienden te presenteren. 

Maar dit hoeft natuurlijk helemaal geen moeilijke opgave te zijn, want ook met simpel te bereiden recepten kun je een groot en feestelijk effect bereiken. Neem nu bijvoorbeeld deze wortelcakejes met roomkaasglazuur. Voor deze cakejes (die ook wel wat weg hebben van muffins) hoef je alleen maar kort wat ingrediënten door elkaar te mengen, dit mengsel in vormpjes te doen en dit in de oven te zetten.

Na 20 minuten bakken heb je een verrukkelijk resultaat. Het cakeje is licht, luchtig en zoet en heeft een heerlijk rijke smaak dankzij de worteltjes, walnoten, kaneel en citrusvruchten. Het roomkaasglazuur maakt de cakejes extra feestelijk, maar als je dit weglaat smaken ze ook fantastisch en daar gaat het tenslotte om. Wanneer je de cakejes in vrolijk gekleurde bakjes bakt, is je paastafel ook meteen fleurig versierd. Makkelijker kun je het jezelf denk ik niet maken. 

Tip: ik heb de cakejes extra versierd met marsepeinen paashaasjes, maar je kunt ze natuurlijk ook garneren met een (halve) walnoot of gemalen walnoten, of bijvoorbeeld met sliertjes wortel.  

Ingrediënten

• 100 g lichtbruine basterdsuiker
• 1,75 dl zonnebloemolie
• 2 eieren, groot
• 225 g bloem
• ¾ tl dubbelkoolzure soda
• 1 tl kaneel
• snufje zout
• geraspte schil van ½ citroen
• geraspte schil van ½ sinaasappel
• 150 g wortels, geraspt
• 100 g walnoten, fijn gehakt
• 50 g boter, zacht
• 75 g roomkaas
• 250 g poedersuiker
• 1-2 tl melk

Extra nodig

Cupcake bakblik met 12 holtes, 12 papieren cupcakevormpjes

Tijd (ongeveer)

20 minuten bereiding, 20 minuten oven, 30 minuten wachten

• Verwarm de oven voor op 200°C en zet 12 papieren vormpjes in het cupcake bakblik.
• Klop de basterdsuiker en zonnebloemolie door elkaar. 
• Voeg één voor één de eieren toe en klop het mengsel goed door elkaar.
• Doe er de bloem, dubbelkoolzure soda, kaneel, zout en citrusschilletjes bij. Klop kort door. 
• Spatel de geraspte wortel en de walnoten erdoor. 
• Schep het beslag in de vormpjes en bak de cakejes 20 minuten in de voorverwarmde oven. 
• Laat de cakejes 5 minuten in het bakblik afkoelen en zet ze dan op een taartrooster om volledig koud te worden.
• Klop de roomkaas en de boter met de handmixer zacht en glad. 
• Klop er de poedersuiker door en blijf kloppen tot je een glad en romig glazuur hebt. Klop er kort de melk door.
• Smeer of spuit een toef glazuur op elk cakeje.

Bron recept: Nigella Lawson, Hoe word ik een goddelijke huisvrouw?

Whiskypaastaart

Over precies een week zal ik weer samen met mijn familie aanschuiven aan een feestelijk gedekte paasbrunch-tafel. Naast de beschilderde gekookte eieren (die we eerder op paasochtend uit de tuin zullen rapen), worden we ieder jaar weer verwend met een broodmand vol lekkere croissantjes en harde broodjes, heerlijk broodbeleg en natuurlijk een paasstol. Pasen is voor ons een leuk, gezellig, maar vooral lekker feest. 

Een paar jaar geleden heb ik een nieuwe “traditie” toegevoegd aan onze paasviering: de paastaart. Tot nu toe was de paastaart elk jaar een klein spektakelstuk op de goedgevulde paastafel. Wat het dit jaar voor taart gaat worden weet ik nog niet, maar Jamie Oliver bracht mij in ieder geval op een wel heel lekker idee: een met whisky doordrenkte paastaart. Deze whiskypaastaart is de alcohol-variant van de Britse ‘simnel cake’. 

Hij zit, net zoals de traditionele simnel cake, boordevol gedroogde vruchten en specerijen en heeft een heerlijke marsepeinen laag in het centrum en aan de bovenzijde van de taart. In Groot-Brittannië, Ierland en sommige andere landen is de simnel cake een echte klassieker. In de Victoriaanse tijd werd deze 'cake' geassocieerd met Mothering Sunday (Moederdag), de vierde zondag van de vastentijd. Vrijwel alle dienstmeisjes kregen toen vrij, zodat ze naar huis konden gaan om daar een simnel cake voor hun moeder te bakken. Omdat er in de vastentijd geen taart gegeten mocht worden, moest de cake houdbaar blijven tot paaszondag. 

Inmiddels speelt de taart al heel lang een belangrijke rol met Pasen. De topping van marsepein wordt dan ook meestal versierd met elf marsepeinen balletjes, die staan voor de apostelen van Jezus (zonder Judas, want hij is persona non grata). De taart kun je nog altijd een tijdje bewaren (hoewel ik persoonlijk vind dat de kwaliteit na drie dagen hard achteruit gaat), maar ik zou niet weten waarom je dit zou willen, de taart smaakt namelijk echt fantastisch. Lekkerder kan ik de paasdagen denk ik niet maken. Tip: het is een erg machtige taart, dus snij de stukken niet te groot. 

Ingrediënten

• 200 g rozijnen
• 150 g krenten
• 50 g bigarreaux
• 2 el fijngesneden stemgember
• geraspte schil van 1 sinaasappel
• 60 g oranjesnippers of gekonfijte sinaasappelschilletjes
• 100 ml Schotse whisky
• 240 g boter, zacht
• 240 g witte basterdsuiker
• 220 g zelfrijzend bakmeel
• 5 eieren
• ½ tl koekkruiden
• 550 g marsepein (blank of geel)
• 4 el abrikozenjam

Extra nodig

Ronde bakvorm van 20 centimeter doorsnee en ca. 9,5 centimeter hoog, bakpapier

Tijd (ongeveer)

20 minuten bereiding, 2 uur oven, 1 nacht wachten

• Week de avond voor je gaat bakken de rozijnen, krenten, bigarreaux en stemgember in de whisky. 
• Laat ze de volgende dag goed uitlekken. Verwarm de oven voor op 150°C. Bekleed de bakvorm met bakpapier.
• Klop de boter, basterdsuiker, zelfrijzend bakmeel, 4 eieren en koekkruiden in een kom 3 minuten met een elektrische mixer. 
• Roer er dan de geweekte ingrediënten, sinaasappelrasp en oranjesnippers door. 
• Schep de helft van het mengsel in de taartvorm en strijk het oppervlak glad. 
• Rol een derde van de marsepein uit tot een cirkel van 20 centimeter doorsnee en leg deze op het mengsel in de vorm. 
• Schep de rest van het mengsel erop en spreid het uit. 
• Bak de taart in de voorverwarmde oven in 2 uur goudbruin en gaar. Test de gaarheid met een prikker. Bedek de taart eventueel losjes met aluminiumfolie als hij te bruin wordt, maar nog niet gaar is.
• Neem de taart uit de oven en laat hem 20 minuten afkoelen in de vorm.
• Verwijder de vorm en laat de taart afkoelen op een rooster. 
• Smelt de abrikozenjam in een pan en bestrijk de bovenkant van de taart ermee. 
• Rol nog een derde van de marsepein uit tot een cirkel van 20 centimeter doorsnee en leg deze op de taart. Knijp met je vingers rondom een sierrand. 
• Neem de rest van de marsepein en rol er elf balletjes van. Rangschik deze langs de rand van de taart.
• Klop een ei los en bestrijk de bovenkant van de taart ermee. Schuif de taart onder een hete grill en laat de marsepein licht goudbruin worden.

Paaseitjesnest-taart

Het zal je vast niet ontgaan zijn dat de paasdagen weer voor de deur staan. In menig winkel word je op het moment bedolven onder de paas-parafernalia: paastakken, pluizige paaskuikentjes, levensgrote paashazen, paaseieren en vrolijk gekleurde paaslinten. En als er iets is dat volgens supermarkten, bakkers en kooktijdschriften niet mag ontbreken dan is het wel de paastaart. 

De hele paas-commercie laat ik ieder jaar grotendeels links liggen, maar de paastaart zal bij mij nooit ontbreken. Dus na de brunch op eerste paasdag zal ik mijn familie zeker verblijden met een heerlijk paasbaksel. Misschien wordt het wel deze fantastische paaseitjesnest-taart. Het is echt een droom van een chocoladetaart. De taartlaag heeft een verrukkelijke rijke & intense chocoladesmaak en een heerlijke smeuïge structuur.

Op deze taartlaag ligt een zachte en luchtige laag chocoladeroom. Het geheel wordt tenslotte feestelijk versierd met een heleboel chocolade-eitjes. Dit weelderig over-de-top stuk chocolade-exces smelt werkelijk op je tong. Ik denk niet dat iemand deze taart kan weerstaan. Als ik de kans had gekregen, had ik ‘m waarschijnlijk in zijn geheel verslonden, zó lekker. 

Het is trouwens niet alleen een paastaart die ontzettend fijn is om op te eten, maar ook fijn is om te maken. Je hoeft namelijk niet je best te doen om hem er perfect uit te laten zien. Het is de bedoeling dat de taart lijkt op een vogelnestje, dus het mag best een rommeltje worden. Raak dus niet in paniek als de taart tijdens het afkoelen instort en misschien een beetje uit elkaar valt: dit is goed.  

Tip: Deze taart mag dan wel paaseitjesnest-taart genoemd worden, maar wanneer je de eitjes weglaat is er geen reden waarom je deze taart niet het hele jaar door kan bakken ~ zorg er bij het maken van de chocoladeroom voor dat de chocolade niet te veel is afgekoeld, wanneer de chocolade namelijk te koud (en dus te stevig/dik) is geworden verliest de slagroom haar luchtigheid. 

Ingrediënten

• 375 g pure chocolade
• 125 boter
• 6 eieren
• 175 g kristalsuiker
• 2 tl vanille-extract
• 2,5 dl slagroom
• chocolade paaseitjes voor versiering

Extra nodig

Springvorm met een doorsnede van 23 centimeter, bakpapier

Tijd (ongeveer)

30 minuten bereiding, ca. 40 minuten oven, 60 minuten wachten

• Verwarm de oven voor op 180°C. Bekleed de bodem van de springvorm met bakpapier. Vet de zijkant van de vorm niet in. 
• Smelt 250 g pure chocolade en de boter au bain-marie. Laat het mengsel iets afkoelen.
• Splits 4 eieren. Klop  de eiwitten tot stevig schuim en klop er geleidelijk 100 g kristalsuiker door. 
• Blijf kloppen tot het schuim glanzende, zachte pieken vormt.
• Klop in een andere kom de 4 eierdooiers en 2 hele eieren met 75 g kristalsuiker en 1 theelepel vanille-extract tot een romige crème. 
• Spatel het chocolademengsel door de crème. 
• Roer een grote lepel eiwitschuim door het mengsel. Spatel er dan met beleid in ongeveer 3 porties de rest van het schuim door. 
• Giet het beslag in de springvorm en bak hem ongeveer 40 minuten in de voorverwarmde oven, of tot de taart gerezen en gebarsten is en in het midden aan de bovenkant niet meer lobbig is. 
• Laat de taart in de vorm afkoelen op een rooster. Het midden van de taart zakt tijdens het koelen in en de zijkanten gaan barsten. Het gaat eruit zien als een taart met een krater erin. 
• Haal de koude taart voorzichtig uit de vorm en zet hem op een groot bord of taartschaal. 
• Smelt 125 g pure chocolade au bain-marie. Klop de slagroom op tot hij luchtig is, maar nog niet stijf. 
• Klop er 1 theelepel vanille-extract door en spatel er vervolgens de gesmolten chocolade door. 
• Spatel de chocoladeroom op de taart en spreid hem uit over de bovenkant. 
• Decoreer de taart met paaseitjes. 

Bron recept: Nigella Lawson, Feest

Eten uit de voorraadkast

Wanneer je een (hutten)tocht maakt in Scandinavië is er in de hutten van de DNT en STF vaak een klein winkeltje. Of eigenlijk een tot winkel gepromoveerde voorraadkast. Met een goede route- en voedselplanning hoef je dus weinig eten mee in je rugzak en kun je in de hutten steeds voor één of twee dagen eten vooruit meenemen.
Nadeel is dan wel dat de groenten vaak niet gedroogd zijn, maar vaak blikgroenten zijn. En dat is zwaar in je rugzak... Bovendien eet je dan de hele reis ongeveer hetzelfde: pasta of rijst met rode saus, mais, champignons en Zweedse gehaktballetjes.

Een goed idee kan zijn om enkele gedroogde groenten, kruiden, sausjes en andere 'opleuk' mee te nemen. Zo kun je met diezelfde blikken mais, toch steeds een compleet andere maaltijd klaarmaken. Dit scheelt ook flink in de kosten, want voor een blikje Euroshopper mais, betaal je toch al bijna 5 euro...

Tijdens onze (tweeweekse) langlauftrektocht in Zweden namen wij onder andere mee:

Sausjes:
- kruidenmix voor couscous (biowinkel)

- kruidenmix voor chinese groenteschotel (biowinkel)

- Maggi mix voor hollands pannetje wortel-champignon (xenos)

- mix voor chili con carne

- kaassaus

Opleuk: 

- poederkaas

- pijnboompitten

- dipperkruiden sicillië melange

- cashewnoten

Groenten:

- 100 gram nasigroenten (xenos)

- zelf gedroogde paprika 

- zelf gedroogde sperzieboontjes

- gedroogde bospaddestoelen 

- beetje gevriesdroogde soepgroenten (van de Duitse Aldi)

- zongedroogde tomaatjes

- bamigroenten (toko)

- gedroogde aubergine 

Al improviserend met de ingrediënten die we in de hutten aantroffen, konden we zo steeds lekkere en afwisselende maaltijden op tafel zetten!

Recept van: Roos

Peer-amandeltaart

Elk voorjaar opnieuw bezoek ik samen met mijn moeder het dichtstbijzijnde tuincentrum om plantjes, zaadjes en zomerbloeiende bollen te kopen zodat de tuin van mijn moeder weer wat gezelliger wordt. En elk jaar opnieuw hoop ik dat ze in haar tuin een (soort van) moestuintje aan gaat leggen en dat ze dan in plaats van worteltjes, prei en sla kiest voor aardbeien, frambozen, bramen en verschillende fruitboompjes. 

Een paar weken geleden had ik haar bijna overgehaald om een perenboompje mee naar huis te nemen. Zo’n boom lijkt me echt geweldig: schitterende sierlijke bloesem in het voorjaar en dan in het najaar verrukkelijke eetbare vruchten. Zelf zou ik niet kiezen voor een boom met Conference peren, aangezien dat een peer is die je in elke winkel kunt vinden. 

Een ‘Doyenné du Comice’, ‘Gieser Wildeman’ of ‘Comtesse de Paris’ klinkt stukken beter. Niet dat ik heel veel verstand heb van perenrassen, om je eerlijk de waarheid te vertellen zou ik niet eens weten wat voor perensoort ik in deze peer-amandeltaart verwerkt heb (mijn moeder had ze voor mij meegebracht, maar ze was de naam vergeten). In het originele recept van Donna Hay worden Australische ‘Packham’ peren gebruikt, maar aangezien dit perenras hier in de wijde omgeving nergens verkrijgbaar is, heb ik kleine, stevige handperen als alternatief gebruikt. 

Het resultaat was echt verrukkelijk. De heerlijk geurende taart had een rijke smaak en omdat de peren niet helemaal zacht geworden waren tijdens het bakken had hij ook een heerlijke bite. Zowel warm als koud smaakt de taart fantastisch en met een flinke toef slagroom erbij is het echt heerlijk genieten. Tip: gebruik voor dit recept peren die rijp zijn, maar stevig, gaaf en zonder plekjes.  

Ingrediënten

• 90 g boter, zacht
• 180 g lichtbruine basterdsuiker
• 2 eieren
• 120 g amandelmeel
• 40 g bloem
• ¼ tl bakpoeder
• 2 tl fijngeraspte citroenschil
• 2 kleine stevige peren
• kristalsuiker 

Extra nodig

rechthoekige bakvorm van 35 bij 11 centimeter met losse bodem

Tijd (ongeveer)

15 minuten bereiding, 40-45 minuten oven, 30 minuten wachten

• Verwarm de oven voor op 160°C. Vet de bakvorm licht in.
• Doe de boter en 90 g lichtbruine basterdsuiker in een kom en mix dit door elkaar tot de ingrediënten vermengd zijn, mix niet te lang door. 
• Voeg de eieren, het amandelmeel, bloem, bakpoeder en citroenschil toe en mix dit door elkaar tot alles vermengd is.
• Schep het mengsel in de bakvorm en strijk het glad. 
• Schil de peren, verwijder het klokhuis en snijdt ze in vieren. 
• Doe 90 g lichtbruine basterdsuiker in een kom en voeg de peren toe. Schep de peren om zodat ze helemaal bedekt zijn met suiker. 
• Druk de peren naast elkaar in het beslag en bak de taart ongeveer 40-45 minuten in de voorverwarmde oven. Test met een satéprikker of de taart gaar is.
• Bestrooi de peren na het bakken meteen met wat kristalsuiker en laat de taart afkoelen in de vorm. 

Brownie koekjes met pindakaasvulling

Het aanbreken van de lente betekent voor veel mensen ook de start van een ander eetpatroon. Waar in de winter de stevige kost op het menu staat, maakt de lente plaats voor lichte gerechten met frisse smaken. Gelukkig zijn heel veel zoete baksels niet per se seizoensgebonden en kun je jezelf en anderen er dus het hele jaar door blij mee maken. 

Neem bijvoorbeeld brownies: weer of geen weer, ze smaken altijd verrukkelijk. Dus toen ik een tijdje geleden in de stad was, kon ik de verleiding niet weerstaan en moest ik mezelf even trakteren op deze kleine lekkernij. Maar al bij de eerste hap was ik flink teleurgesteld, de brownie had meer weg van een droge schuurspons. Een echt goede brownie heeft een krokant korstje en is hieronder heerlijk smeuïg, boterachtig, compact, kleverig, rijk van smaak en (zoals de Amerikanen het zouden zeggen) fudgy.

Helaas blijken er dus ook bakkers te zijn die niet weten hoe je brownies bakt. Om de brownie-teleurstelling te boven te komen zat er maar één ding op: zelf aan de slag gaan in mijn keuken. Ik besloot geen klassieke brownies te maken, maar een recept van mijn to-do lijstje te nemen: brownie koekjes met pindakaasvulling. Het resultaat voldeed geheel aan mijn verwachtingen. 

De koekjes zijn net als echte brownies heerlijk zacht, smeuïg en rijk aan chocolade. De pindakaasvulling is rijk van smaak, luchtig en zoet, in één woord geweldig. Ook zonder de vulling smaken de koekjes fantastisch, maar de combinatie is echt hemels lekker. Ik moet toegeven dat het eten een beetje rommelig kan verlopen, maar wie wil er nu niet een koekje eten waar je letterlijk & figuurlijk je vingers bij aflikt… 

Tip: de hoeveelheid pindakaasvulling die je met dit recept maakt is teveel voor het aantal koekjes, je houd gegarandeerd vulling over. Zelf vond ik dit niet erg omdat je de vulling bijvoorbeeld ook op je boterham kunt smeren of (voor de echte zoetekauwen onder ons) gewoon zo met een lepel uit de kom kunt eten. Natuurlijk kun je de ingrediënten ook halveren, maar de laag vulling die je dan op je koekjes kunt smeren wordt wel minder dik. 

Ingrediënten

• 350 g pure chocolade, fijn gehakt
• 120 g boter
• 2 eieren
• 150 g fijne kristalsuiker
• 2 tl vanille-extract
• 35 g bloem, gezeefd
• ¼ tl bakpoeder, gezeefd
• 160 g poedersuiker
• 280 g pindakaas zonder stukjes
• 80 ml slagroom

Extra nodig

Meerdere met bakpapier beklede bakplaten

Tijd (ongeveer)

40 minuten bereiding, 8-10 minuten oven, 40 minuten wachten

• Verwarm de oven voor op 180°C. 
• Smelt 200 g fijngehakte pure chocolade en 40 g boter au bain-marie. Zet apart.
• Klop de eieren, fijne kristalsuiker en 1 tl vanille-extract ongeveer 15 minuten, tot het mengsel licht en romig is. 
• Spatel er de bloem, het bakpoeder, het chocolade mengsel en de resterende fijngehakte chocolade door. Laat dit mengsel 10 minuten staan. 
• Schep 24 hoopjes van het mengsel op de met bakpapier beklede bakplaten. Zorg ervoor dat de hoopjes deeg een centimeter of 6 uit elkaar liggen, want ze vloeien uit. 
• Bak de koekjes 8-10 minuten, of tot ze gerezen zijn en scheurtjes beginnen te vertonen.
• Laat de koekjes helemaal koud worden op de bakplaat. 
• Doe de poedersuiker, pindakaas, 80 g boter en 1 tl vanille-extract in een kom. Klop dit mengsel 6 minuten tot het licht en luchtig is. 
• Voeg de slagroom toe en klop nog eens 2 minuten goed door. 
• Smeer of spuit de pindakaasvulling op de helft van de koekjes en bedek met de andere helft.

Bron recept: Donna Hay