guncelbilimci: Januari 2019

Rabu, 30 Januari 2019

Merveilleux

Merveilleux
De merveilleux is een echte klassieker in de patisserie. Dit traditionele gebakje is afkomstig uit Noord-Frankrijk en Vlaanderen, en helaas heb ik er hier in Nederland nog nooit één gezien of gegeten. Toen ik een aantal jaar geleden op bezoek was bij onze zuiderburen heb ik mezelf bij een patissier getrakteerd op een exemplaar. En lekker dat ie was! 

Deze gebakjes worden gewoonlijk gemaakt van twee ronde meringues, veel slagroom en chocoladeschilfers, maar er zijn ook andere variaties op de markt met verschillende smaken (breng in België of Frankrijk maar eens een bezoekje aan de winkel ‘Aux Merveilleux de Fred’, echt een aanrader). 

Om zelf merveilleux te maken heb je helemaal niet veel ingrediënten nodig, en het recept is ook helemaal niet moeilijk (het maken van de meringue is de grootste “uitdaging”). En het resultaat? Dat is gewoon heel erg lekker. Twee lichte, luchtige en krokante meringues die smelten in je mond worden aan elkaar geplakt met romige slagroom, waarna ze bestreken worden met nog meer slagroom en door de krokante chocoladevlokken worden gerold. Als kers op de taart worden ze versierd met een rode gekonfijte kers. Een plezier om naar te kijken en een genot om te mogen eten. 

Tip: De meringues blijven geruime tijd krokant, maar toch zullen ze op een gegeven moment zacht worden door de slagroom. Wacht dus niet al te lang met serveren nadat je ze gemaakt hebt. Wanneer ze zacht zijn, zijn ze trouwens nog steeds heel erg lekker.

Ingrediënten
  • 3 eiwitten
  • snufje wijnsteenzuur
  • 190 g fijne kristalsuiker
  • 3 el water
  • 1 el maïzena
  • 500 ml slagroom
  • chocolade vlokken
  • 12 rode bigarreaux 
Extra nodig
Bakplaat, bakpapier, suikerthermometer, spuitzakken, rond glad spuitmondje, gekarteld spuitmondje
Tijd (ongeveer)
40 minuten bereiding, 3 uur oven, 2 uur wachten

  • Verwarm de oven voor op 90°C. Teken met een potlood 26 rondjes van 5 ½ cm doorsnee op een vel bakpapier. Draai het vel papier om en leg op de bakplaat. 
  • Doe 100 g fijne kristalsuiker samen met 3 eetlepels water en een snufje wijnsteenzuur in een kleine steelpan. 
  • Plaats boven middelhoog vuur en roer tot de suiker is opgelost. 
  • Breng het mengsel aan de kook. Draai het vuur iets kleiner en kook het mengsel (zonder te roeren), tot de suikerthermometer 121°C aangeeft.
  • Klop ondertussen in een vetvrije kom 3 eiwitten samen met 50 g fijne kristalsuiker stijf. 
  • Haal, wanneer de 121°C is bereikt, de steelpan van het vuur en schenk de suikersiroop langzaam bij de eiwitten terwijl je aan het mixen bent. 
  • Blijf mixen op de hoogste stand tot het schuim koud, dik en glanzend is.
  • Zeef de maïzena boven de kom en spatel erdoor. 
  • Schep de meringue in een spuitzak met glad rond spuitmondje. 
  • Spuit de meringue in concentrische cirkels op de bakplaat. Doe dit binnen de lijntjes van de getekende cirkels.
  • Plaats de bakplaat in het midden van de voorverwarmde oven en laat de meringue 3 uur drogen. 
  • Draai dan de oven uit en laat de meringue afkoelen met de ovendeur gesloten. 
  • Haal de koude meringue uit de oven en haal de schuimcirkels voorzichtig los van het bakpapier. 
  • Vul een ondiepe schaal met chocoladevlokken en knijp de vlokken een beetje fijn.
  • Klop 500 ml slagroom met 40 g fijne kristalsuiker stijf.
  • Vul een spuitzak met glad rond spuitmondje met een deel van de slagroom.
  • Spuit de slagroom op de helft van de schuimrondjes en bedek met de andere helft, waarbij je de ‘bovenkant’ van het rondje in de slagroom duwt. De gladde onderzijde van de rondjes wordt dus de bovenzijde van het taartje.
  • Bestrijk voorzichtig de buitenkant met slagroom. Knijp met je vingers de meringue niet te stevig bij elkaar, want dan druk je de slagroom er tussenuit. 
  • Rol de taartjes door de chocoladevlokken, en zorg dat de gehele buitenkant bedekt wordt.
  • Vul een spuitzak met gekarteld spuitmondje met de resterende slagroom en spuit op elk taartje een toef slagroom.
  • Garneer met 1 rode bigarreau. 
  • Serveer. 

Label: , , , , ,

Sabtu, 26 Januari 2019

Brownie cookies met gezouten karamel

Brownie cookies met gezouten karamel
Als respons op de sombere dagen en het kille weer van afgelopen week, hunker ik dit weekend naar extra gezelligheid in mijn huisje. En hoewel gezelligheid vaak samengaat met aangenaam gezelschap, kan ik ook best in m’n eentje gezelligheid creëren. Wanneer ik mezelf lekker knus kan nestelen in een warme cocon op de bank met een goed (audio) boek/film/serie en voldoende comfort food voor het grijpen ligt ben ik al dik tevreden. 

Onder comfort food versta ik natuurlijk eten dat zowel de geest, het lichaam als ziel voedt. Van het eten van comfort food wil ik gewoon een gelukzalig gevoel overhouden. Dit betekent niet dat het per definitie super ongezond moet zijn. Een overheerlijke stamppot, huisgemaakte lasagne, of wat rijstepap met kaneel is ook goed. Maar mijn meest favoriete comfort food is natuurlijk de brownie. Deze chocolade lekkernij werkt altijd uitstekend voor mijn humeur. 

Dit keer heb ik maar weer eens brownie cookies gemaakt, met een gezouten karamel vulling. Gewoon omdat mij dat heel erg lekker leek. En het resultaat? Inderdaad hemels lekker. Tussen de twee ronde brownie koekjes, met een licht krokante buitenkant en een heerlijk zachte, smeuïge & fudgy binnenkant met intense chocoladesmaak, zit een romige gezouten karamel-botercrème, die werkelijk smelt op je tong. Na één hapje kan je dag al niet meer stuk. Het is gewoon een onweerstaanbaar lekkere traktatie waar je echt geen ‘nee’ tegen kunt zeggen. 


Ingrediënten
  • 250 ml slagroom
  • 385 g boter
  • 500 g fijne kristalsuiker
  • zeezout vlokken
  • 250 ml melk
  • 23 g custardpoeder
  • 1 eidooier
  • snufje zout
  • 111 g karamel zeezout chocolade
  • 350 g extra pure chocolade, fijn gehakt
  • 2 eieren
  • 1 tl vanille-extract
  • 35 g bloem, gezeefd
  • ¼ tl bakpoeder, gezeefd
Extra nodig
Bakplaten, bakpapier, huishoudfolie, spuitzak, spuitmondje
Tijd (ongeveer)
60 minuten bereiding, 8-10 minuten oven, 5 uur wachten

  • Doe 250 ml slagroom samen met 75 g boter in een steelpan. Plaats de pan op middelhoog vuur en breng het mengsel al roerend aan de kook. Haal de steelpan van het vuur en zet apart.
  • Doe 300 g fijne kristalsuiker samen met het water in een steelpan. Plaats de pan op laag vuur en roer tot de suiker is opgelost. Draai het vuur hoog. 
  • Breng het mengsel aan de kook en kook, zonder te roeren, tot het mengsel een diepe karamel kleur heeft. 
  • Haal de pan van het vuur en voeg het warme slagroom mengsel toe. Let op, dit gaat spatten en bruisen en is heel erg heet. Roer door met een garde.
  • Voeg naar smaak zeezout vlokken toe. 
  • Giet de karamelsaus in een kom en laat afkoelen. 

  • Breng 200 ml melk met 25 g fijne kristalsuiker op laag vuur aan de kook.
  • Roer in een kommetje 50 ml melk met 25 g fijne kristalsuiker, 23 g custardpoeder, 1 eidooier en een snufje zout door elkaar tot een glad papje. 
  • Giet een deel van de hete melk over het koude melkmengsel en roer goed door elkaar. 
  • Giet dit vervolgens terug bij de hete melk. Laat de room op laag vuur, onder voortdurend roeren, 2 minuten zachtjes doorkoken. 
  • Giet de banketbakkersroom over in een ondiepe schaal en laat afgedekt afkoelen. 

  • Doe 250 g van de banketbakkersroom in een kom en klop met een mixer los.
  • Klop er vervolgens 150 g zachte boter in blokjes door.
  • Klop er daarna 100 g van de koude karamelsaus door.
  • Smelt 111 g karamel zeezout chocolade au bain-marie. Laat afkoelen. 
  • Giet de chocolade bij de botercrème en klop tot alles goed gemengd is. 
  • Dek af en plaats tot gebruik in de koelkast. 

  • Verwarm de oven voor op 180°C. 
  • Smelt 200 g fijngehakte pure chocolade en 40 g boter au bain-marie. Zet apart.
  • Klop 2 eieren, 150 g fijne kristalsuiker en 1 tl vanille-extract ongeveer 10 minuten, tot het mengsel licht en romig is. 
  • Spatel er 35 g bloem, ¼ tl bakpoeder, het chocolade mengsel en 150 g  fijngehakte chocolade door. Laat dit mengsel 10 minuten staan, of tot het mengsel dik genoeg is om er balletjes van te rollen.
  • Rol een even aantal bolletjes van het beslag en leg deze, met ongeveer 3 centimeter tussenruimte, op de met bakpapier beklede bakplaten. Druk ze iets plat met je hand. 
  • Bak de koekjes 8-10 minuten in het midden van de voorverwarmde oven, of tot ze gerezen zijn en scheurtjes beginnen te vertonen.
  • Laat de koekjes helemaal koud worden op de bakplaat. 

  • Haal de karamel-botercrème uit de koelkast. klop nog even los als hij te ver is opgesteven. 
  • Vul een spuitzak met (gekarteld) spuitmondje met de crème en spuit deze op de helft van de koekjes. Bedek met de andere helft.
  • Serveer.

Label: , , , , , ,

Rabu, 23 Januari 2019

Sinaasappelslof

Sinaasappelslof
En toen was de eerste tik van koning winter ineens daar. Waren de weersomstandigheden tot vorige week redelijk zacht, eerder deze week vroren mijn vingers er in de ochtend tijdens het fietsen naar mijn werk bijna af (ondanks mijn handschoenen). En om de kans weg te nemen dat ik met mijn snufferd op het asfalt zou belanden, besloot ik gisteren dan toch maar de auto te pakken. Leuk die kou, maar glibberen met mijn stalen ros is niet aan mij besteed. 

Wat wél aan mij besteed is, is met dit weer iets lekkers bakken om wat extra warmte & zonneschijn in huis te halen. De keuze was niet zo moeilijk, want in de winter is de sinaasappel mijn favoriete vrucht, dus een baksel met deze oranje schoonheid ging het worden. Een sinaasappelslof om precies te zijn, bestaande uit een heerlijke krokante bodem, gevuld met een zachte sinaasappelroom & sinaasappelcrème en daarop een dikke laag frisse sinaasappelmousse met toefjes slagroom en sappige partjes sinaasappel. Mmmm. 

Hij is niet heel moeilijk om te maken, je bent er alleen wel even wat tijd mee kwijt. Maar wat moet je anders doen met dit weer? Wist je trouwens dat van de geur van sinaasappels je lichaam het stofje serotonine aanmaakt? En dat je van dit stofje ontzettend vrolijk wordt? Echt waar. Dus alleen al van het ruiken aan sinaasappels kun je zó uit je winterdip stappen. Nog een extra reden om deze verrukkelijke sinaasappelslof te maken. 


Ingrediënten
  • 7 blaadjes witte gelatine
  • 340 g fijne kristalsuiker
  • 450 g vers geperst sinaasappelsap
  • geraspte schil van 4 ½ sinaasappel
  • 3 eieren
  • 330 g boter
  • 250 ml volle melk
  • 23 g custardpoeder
  • 2 eidooiers
  • snufje vanillepoeder
  • 250 g bloem
  • 2 tl bakpoeder
  • 80 g lichtbruine basterdsuiker
  • geraspte schil van ½ citroen
  • snufje zout
  • sap van ½ citroen
  • 525 ml slagroom
  • partjes sinaasappel (of mandarijn)
Extra nodig
Sloffenring, bakplaat, bakpapier, huishoudfolie, spuitzakken, spuitmondjes, acetaatfolie
Tijd (ongeveer)
> 60 minuten bereiding, 25 minuten oven, minstens 6 uur wachten

  • Maak eerst de sinaasappelcrème.
  • Week 3 blaadjes witte gelatine minstens 30 minuten in koud water.
  • Breng 130 g fijne kristalsuiker samen met 150 g sinaasappelsap en de geraspte schil van 3 sinaasappels al roerend aan de kook.
  • Klop 3 eieren los en meng hier het kokende suiker-sinaasappelmengsel onder.
  • Giet dit mengsel terug in de pan en breng opnieuw aan de kook.
  • Haal zodra het mengsel kookt meteen de pan van het vuur en giet/wrijf het mengsel door een (punt)zeef.
  • Knijp de gelatineblaadjes uit en roer ze er onmiddellijk door. 
  • Laat het mengsel iets afkoelen en voeg dan 150 g zachte boter in kleine blokjes toe. Klop deze erdoor. 
  • Dek de sinaasappelcrème af met huishoudfolie. Laat afkoelen op kamertemperatuur en plaats daarna nog ongeveer 1 ½ uur in de koelkast.

  • Maak de banketbakkersroom.
  • Roer in een kommetje 50 ml melk met 25 g kristalsuiker, 23 g custardpoeder, 1 eidooier en de geraspte schil van 1 ½ sinaasappel door elkaar tot een glad papje.
  • Breng 200 ml melk met 25 g kristalsuiker en een snufje vanillepoeder in een steelpan op laag vuur aan de kook. 
  • Giet een deel van de kokende melk over het koude melkmengsel en roer goed door elkaar. 
  • Giet dit vervolgens terug bij de hete melk. Laat de room op laag vuur, onder voortdurend roeren, 2 minuten zachtjes doorkoken. 
  • Giet de banketbakkersroom over in een ondiepe schaal en laat afgedekt met huishoudfolie afkoelen. Zorg ervoor dat de folie direct op de room ligt, zodat er geen velvorming kan plaatsvinden.

  • Maak het sloffendeeg.
  • Zeef 250 g bloem en 2 tl bakpoeder boven een kom. 
  • Voeg 180 g boter, 100 g fijne kristalsuiker, 80 g lichtbruine basterdsuiker, één eidooier, de rasp van een halve citroen en een snufje zout toe.
  • Kneed de ingrediënten kort met de hand tot een samenhangend deeg. Kneed echt niet te lang door: zodra er van het deeg een samenhangende bal gevormd kan worden is het goed.
  • Verpak het deeg in huishoudfolie en laat het minimaal 1 uur in de koelkast rusten.

  • Verwarm de oven voor op 180°C. Bekleed een bakplaat met bakpapier.
  • Haal het deeg uit de koelkast en rol de helft van het deeg op een met bloem bestoven werkblad uit tot een dikte van circa 1 centimeter.  
  • Druk met een sloffenring een passende deegplak uit het deeg.
  • Plaats de deegplak op de bakplaat. Vet de sloffenring in en plaats deze om de deegplak.
  • Vul een spuitzak met de banketbakkersroom en spuit het op de deegplak. Laat minstens 2 cm van de rand vrij.
  • Bak de slof in ca. 25 minuten gaar in het midden van de voorverwarmde oven. 
  • Verwijder de sloffenring meteen na het bakken en laat de slof afkoelen. 

  • Klop de sinaasappelcrème los en vul hier de sloffenbodem mee. Strijk glad. Bewaar de overgebleven crème afgedekt in de koelkast. 

  • Bekleed een snijplank of plat bord met huishoudfolie. Plaats hier de sloffenbodem op en plaats er de sloffenring omheen. Bekleed de binnenzijde van de ring met acetaatfolie.
  • Maak de sinaasappelmousse.
  • Week 4 blaadjes witte gelatine minstens 30 minuten in 300 gram sinaasappelsap. 
  • Verwarm het sap met de gelatine in een steelpan al roerend op laag vuur, tot de gelatine helemaal is opgelost. 
  • Roer er het sap van een halve citroen en 50 g kristalsuiker door.
  • Laat het mengsel afkoelen. 
  • Klop ondertussen 400 ml slagroom lobbig.
  • Spatel de lobbige slagroom door het sinaasappelmengsel.
  • Giet de sinaasappelmousse op de sloffenbodem.
  • Dek af met huishoudfolie en plaats minstens 4 uur in de koelkast om op te laten stijven.

  • Haal de slof uit de koelkast. Verwijder de ring en de folie en plaats op een taartschaal.
  • Klop 125 ml slagroom met 10 g kristalsuiker stijf. 
  • Vul een spuitzak met spuitmondje naar keuze met de slagroom en spuit toefjes op de slof. 
  • Versier eventueel met partjes sinaasappel (of mandarijn).
  • Klop de resterende sinaasappelcrème los. Vul een spuitzak met dun spuitmondje met de crème en spuit slierten over de slof.
  • Serveer. 

Label: , , , , , ,

Sabtu, 19 Januari 2019

Koffie-hazelnoot eclairs

Koffie-hazelnoot eclairs
Als je op zoek bent naar een verrukkelijk gebakje met een echte wow-factor qua smaak en met maximale visuele aantrekkingskracht, dan is de keuze voor een eclair vaak de juiste. Deze krokante goudbruin gebakken lekkernijen gemaakt van pâte à choux zijn enorm veelzijdig. Wanneer je het maken van het deeg eenmaal onder de knie hebt, opent er een hele wereld van nieuwe smaakcombinaties om mee te experimenteren. 

De keuze om ze te vullen en te versieren is reuze, en je kunt zelf spelen met hartige versies. Dus zeg maar dag tegen de klassieke eclair gevuld met slagroom… en hallo tegen deze koffie-hazelnoot eclairs. Met deze gebakjes ga je echt een heerlijk verwenmomentje beleven. Het kost je wel wat tijd (en moeite) om ze te maken, maar de beloning is het allemaal waard. Een fluweelzachte en romige koffie-hazelnoot botercrème, glanzend koffie-chocoladeglazuur en een krokant mokkaboontje (of geroosterde knapperige hazelnoten, wat jij wilt). Alsof er een engeltje over je tong piest. 


Ingrediënten
  • 630 ml volle melk
  • 150 g fijne kristalsuiker
  • 1 vanillestokje
  • 45 g custardpoeder
  • 2 eidooiers
  • 3 el + 2 tl espressopoeder
  • zout
  • 100 g geroosterde hazelnoten
  • 100 ml water
  • 430 g roomboter, zacht
  • 100 g bloem
  • 4 eieren (M) (200 g in totaal, zonder schil)
  • 75 ml slagroom
  • 125 g pure chocolade
  • wat fijn gemalen hazelnoten / hazelnootmeel
  • mokkaboontjes
Extra nodig
Bakplaat, bakpapier, spuitzakken, spuitmondjes, huishoudfolie, foodprocessor
Tijd (ongeveer)
> 60 minuten bereiding, 25 minuten oven, 2 uur wachten

  • Breng 400 ml melk met 50 g fijne kristalsuiker op laag vuur aan de kook.
  • Halveer het vanillestokje in de lengte en schraap het merg eruit. Voeg het stokje en het merg toe aan de melk. 
  • Roer in een kommetje 100 ml melk met 50 g fijne kristalsuiker, 45 g custardpoeder, 2 eidooiers, 3 el espressopoeder en een snufje zout door elkaar tot een glad papje. 
  • Verwijder het vanillestokje als de melk kookt. Giet een deel van de hete melk over het koude melkmengsel en roer goed door elkaar. 
  • Giet dit vervolgens terug bij de hete melk. Laat de room op laag vuur, onder voortdurend roeren, 2 minuten zachtjes doorkoken. 
  • Giet de banketbakkersroom over in een ondiepe schaal en laat afgedekt afkoelen. 

  • Maal de geroosterde hazelnoten en 50 g fijne kristalsuiker in een foodprocessor tot een pasta. Zet apart.

  • Verwarm de oven voor op 200°C. Bekleed een bakplaat met bakpapier. 
  • Doe 100 ml melk, 100 ml water, 100 g roomboter en een snufje zout in een pan.
  • Breng het geheel op laag vuur al roerend aan de kook. Zorg ervoor dat de boter gesmolten is voordat het mengsel kookt. 
  • Haal de pan van het vuur en voeg in één keer 100 g bloem toe. Roer het mengsel meteen goed door, totdat alle bloem is opgenomen. Zet de pan terug op middelhoog vuur en laat het mengsel al roerend 2 à 3 minuten doorkoken. 
  • Haal de pan van het vuur en doe het deeg over in een kom. Laat even afkoelen. 
  • Roer 1 voor 1 vier eieren erdoor. Roer na elk ei goed door en voeg het volgende pas toe als het vorige is opgenomen. Het deeg moet uiteindelijk een gladde en soepele consistentie hebben en glanzen.
  • Vul een spuitzak met een rond glad spuitmondje met het deeg en spuit strepen van ongeveer 10 centimeter lang en 2 centimeter breed op de bakplaat. Druk de opstaande puntjes van het deeg met een natte vinger plat.
  • Bak de eclairs in ca. 23-25 minuten gaar in het midden van de voorverwarmde oven. Open de oven nooit tijdens het bakken, want dan storten de eclairs in. 
  • Laat de eclairs afkoelen.

  • Doe 500 g van de afgekoelde banketbakkersroom in een kom en klop met een mixer los.
  • Klop er vervolgens 300 g zachte roomboter in blokjes door. 
  • Voeg de hazelnootpasta toe en klop tot alles goed gemengd is.
  • Vul een spuitzak met klein glad spuitmondje met een deel de koffie-hazelnootcrème. 
  • Prik met een mes aan de bovenkant van elke eclair twee gaatjes en vul ze door die gaatjes met de crème.
  • Dek de overige crème af en plaats tot gebruik in de koelkast.

  • Hak 125 g pure chocolade fijn en doe in een hittebestendige kom.
  • Breng 75 ml slagroom met 30 ml melk en 2 tl espressopoeder in een steelpan op laag vuur aan de kook.
  • Haal de pan van het vuur en giet de hete vloeistof over de fijn gehakte chocolade. Laat heel even staan en roer dan door tot een egaal bruin mengsel.
  • Snijd 30 g zachte roomboter in kleine stukjes en roer deze door de ganache
  • Laat de ganache afkoelen en doop dan de eclairs aan de bovenzijde in de ganache. 
  • Laat de ganache opstijven.

  • Vul een spuitzak met spuitmondje naar keuze met de resterende koffie-hazelnootcrème en spuit de crème op de bovenzijde van de eclairs.
  • Strooi er wat fijn gemalen hazelnoten over en garneer met een mokkaboontje.
  • Serveer. 

Label: , , , , , , , , ,

Rabu, 16 Januari 2019

Chocolade whoopies met pinda’s

Chocolade whoopies met pinda’s
Chocolade & pindakaas, altijd een winnende combinatie. Of zeg maar gerust, een (culinaire liefdes-) match made in heaven. Deze twee ingrediënten smaken gewoon fantastisch samen. En het was dan eigenlijk ook gewoon een kwestie van tijd voordat het recept voor deze chocolade whoopies met pinda’s op mijn blog zou verschijnen. 

Een zoete, luchtige en overheerlijke pindakaasvulling ingeklemd tussen twee zachte chocolade cake-achtige koekhelften met krokante stukjes pinda. Zout en zoet, mmmm. Ik denk dat je bij de eerste hap die je neemt meteen ‘whoopie!’ gaat schreeuwen, zo lekker. En ja, het happen in deze whoopies kan een beetje rommelig verlopen, maar wie wil er nu niet een lekkernij eten waar je letterlijk & figuurlijk je vingers bij aflikt? 


Ingrediënten
  • 100 g pinda’s
  • 225 g bloem
  • 90 g cacao poeder
  • 7 g bakpoeder
  • 140 g boter
  • 200 g donkerbruine basterdsuiker
  • 200 g bruine basterdsuiker
  • 1 ei
  • 1 ½ tl vanille extract
  • 240 ml chocolademelk (of Baileys Chocolate Luxe)
  • 80 g poedersuiker
  • 140 g pindakaas zonder stukjes
  • 50 ml slagroom
Extra nodig
Bakplaten, bakpapier, spuitzak, spuitmondje
Tijd (ongeveer)
45 minuten bereiding, 10 minuten oven, 30 minuten wachten


  • Verwarm de oven voor op 190°C. Bekleed de bakplaten met bakpapier. 
  • Hak 100 g pinda’s grof. Zet apart.
  • Zeef 225 g bloem, 90 g cacaopoeder en 7 g bakpoeder boven een kom. Zet apart.
  • Klop 100 g boter met 200 g donkerbruine basterdsuiker romig. 
  • Voeg één ei en 1 tl vanille-extract toe en klop een paar minuten goed door tot je een homogeen mengsel gekregen hebt. 
  • Voeg een deel van het bloemmengsel bij het botermengsel. Klop dit kort door, totdat je geen bloemresten meer ziet.
  • Voeg vervolgens een deel van de chocolademelk toe en klop dit goed door totdat je een glad beslag hebt. 
  • Herhaal de vorige twee stappen tot het bloemmengsel en de melk op zijn en je een glad beslag gekregen hebt.
  • Schep met een lepel kleine hoopjes beslag op een met bakpapier beklede bakplaat. Je kunt het beslag ook in een spuitzak doen en hoopjes spuiten. Laat tussen de hoopjes beslag genoeg ruimte vrij, want ze vloeien iets uit tijdens het bakken.
  • Druk wat grofgehakte pinda’s in ieder hoopje beslag.
  • Bak de whoopies in ca. 10 minuten in het midden van de voorverwarmde oven gaar. 
  • Laat de whoopies een paar minuten afkoelen op de bakplaat en leg ze dan op een taartrooster om verder af te koelen. 
  • Doe 80 g poedersuiker, 140 g pindakaas, 40 g boter en ½ tl vanille-extract in een kom. Klop dit mengsel 6 minuten tot het licht en luchtig is. 
  • Voeg 50 ml slagroom toe en klop nog eens 2 minuten goed door. 
  • Smeer of spuit de pindakaasvulling op de helft van de whoopies en druk er de andere helft tegenaan. 
  • Serveer. 


Label: , , , , ,

Sabtu, 12 Januari 2019

Tulband met witte chocolade & amaretti

Tulband met witte chocolade & amaretti
De tulband is bij mij en mijn proefpanel altijd enorm populair, want met zijn zachte textuur en mooie rondingen vormt een tulband altijd een prachtig middelpunt op de tafel. En wanneer je een fraaie tulbandvorm hebt gebruikt, heeft de tulband na het bakken niet eens meer versiering nodig, je kunt hem gewoon meteen met liefde serveren. Ook deze versie met witte chocolade, amaretto en amaretti koekjes, gebakken in een Nordic Ware tulbandvorm, heeft geen opsmuk nodig. Hij is zo uit de vorm gewoon een lust voor het oog. 

Het recept is heel eenvoudig, je smelt wat ingrediënten, mengt alles in 1 grote kom door elkaar en bakt de cake. De witte chocolade zorgt voor een heerlijke smeuïge zachtheid, de amaretto voor een lekkere amandel kick, de amaretti koekjes die je op het beslag strooit zorgen voor een mooi laagje extra textuur en de verkruimelde koekjes (die je eventueel bij het serveren over de tulband kunt strooien) geven een lekkere crunch. Elk plakje is een heerlijke beloning. Klaar om een hapje te proeven? 


Ingrediënten
  • 250 g witte chocolade
  • 185 g boter
  • 3 eieren (L)
  • 220 g fijne kristalsuiker
  • 250 ml melk
  • 60 ml amaretto
  • 300 g zelfrijzend bakmeel
  • 160 g amaretti koekjes, grof verkruimeld + extra voor het serveren
Extra nodig
Tulbandvorm met 3 liter inhoud
Tijd (ongeveer)
15 minuten bereiding, ca. 55 minuten oven, 1 ½ uur wachten

  • Hak de witte chocolade grof en smelt au bain-marie. Zet apart en laat afkoelen.
  • Smelt de boter in de magnetron. Zet apart en laat afkoelen.
  • Verwarm de oven voor op 180°C. Vet de tulbandvorm goed in en bestuif met bloem. Klop de overtollige bloem eruit. 
  • Klop de eieren met de fijne kristalsuiker in een kom tot een licht en romig mengsel. 
  • Voeg de melk en de amaretto toe en klop deze erdoor. 
  • Voeg de afgekoelde gesmolten chocolade en de afgekoelde gesmolten boter toe en klop deze goed door het beslag.
  • Zeef het zelfrijzend bakmeel boven de kom en spatel dit door het beslag. 
  • Schenk de helft van het beslag in de vorm. Strooi de verkruimelde amaretti koekjes uit over het beslag. 
  • Schenk de rest van het beslag over de verkruimelde koekjes. 
  • Bak de tulband in het midden van de voorverwarmde oven in ongeveer 55 minuten gaar, test dit met een prikker. 
  • Haal de tulband uit de oven, laat een paar minuten afkoelen en zet de vorm dan omgekeerd op een taartrooster. Laat 10 minuten staan en verwijder dan de vorm.
  • Laat de tulband helemaal afkoelen. 
  • Bestrooi de tulband voor het serveren eventueel met wat extra amarettikruim. 





Bron recept: naar een recept van Donna Hay, Modern Baking

Label: , , , , , , , ,

Rabu, 09 Januari 2019

Madeleines met frambozen & lemon curd

Madeleines met frambozen & lemon curd
De madeleine. Een Frans cakeje dat bekend is geworden door een passage uit de lijvige roman À la recherche du temps perdu (Op zoek naar de verloren tijd) van Marcel Proust. In die passage dompelt hij een madeleine in zijn lindebloesemthee, en door de geur die vrijkomt droomt hij weg naar zijn jeugdjaren. 

Ook ik moet bij het zien en eten van madeleines altijd terugdenken aan mijn jongere jaren. Vooral aan de vakanties naar Frankrijk, waar de madeleines in grote familiezakken in iedere supermarkt verkrijgbaar waren en wij ze dus volop aten. Ja, ze smaakten soms alsof je een hap zand nam, en toch waren deze industriële schelpvormige lekkernijen verslavend lekker. 

Maar het zal je niet verbazen dat ze zelf gebakken natuurlijk nóg lekkerder zijn. Ik heb ze in het verleden al een aantal maal gemaakt, maar gelukkig kun je er echt heerlijk eindeloos mee variëren. Deze keer heb ik dus een recept met frambozen & lemon curd. Het citroenaroma van de geraspte citroenschil en de lemon curd gaat echt perfect samen met het fruitige en frisse van de frambozen. In elke hap proef je een heerlijke balans tussen zoet en zuur. Mmmm. Ze zijn trouwens het allerlekkerst wanneer je ze warm eet. Niet direct uit de oven natuurlijk, maar voordat ze helemaal zijn afgekoeld.

Tip: in een luchtdichte verpakking zijn de madeleines nog een dag of twee houdbaar, maar de kwaliteit holt snel achteruit. Ze smaken super vers (op de dag van het bakken) gewoon het allerbeste.


Ingrediënten
  • 125 g boter
  • 4 eieren (L)
  • 190 g fijne kristalsuiker
  • 10 g vanillesuiker
  • geraspte schil van ½ citroen
  • 240 g bloem
  • 6 g bakpoeder
  • 50 g melk
  • ca. 32 verse frambozen
  • lemon curd
Extra nodig
Madeleine bakvorm(en), spuitzakken, fijne zeef, huishoudfolie, spuitmondje voor het vullen van soezen
Tijd (ongeveer)
20 minuten bereiding, 10-11 minuten oven, 1 nacht wachten


  • Begin een dag van tevoren met het maken van het beslag. 
  • Doe de boter in een steelpan en laat op halfhoog vuur smelten. Als de boter volledig gesmolten is zal ze gaan borrelen en schuimen. De boter zal steeds iets verder verkleuren en je zult bruine spikkeltjes op de bodem van de pan zien ontstaan (dit komt omdat de wei verbrandt). Het vet van de boter zal een mooie karamel-achtige/hazelnootbruine kleur krijgen. Haal de pan van het vuur en laat 5 minuten staan. Giet de bruine boter dan door een fijne zeef. Zet apart en laat afkoelen. 
  • Klop ondertussen in een kom de eieren met de fijne kristalsuiker en de vanillesuiker tot een licht en dik mengsel. 
  • Spatel er de citroenrasp door.
  • Zeef de bloem en het bakpoeder boven de kom en spatel deze ingrediënten door het eimengsel. 
  • Voeg de melk toe en meng deze door het beslag. 
  • Giet langs de rand van de kom geleidelijk de gebruineerde boter in de kom en meng deze met een garde door het beslag heen. 
  • Dek de kom af met huishoudfolie en zet deze tot de volgende dag in de koelkast. 
  • Verwarm de oven voor op 200°C. 
  • Beboter de madeleinevorm en bestuif met bloem. Draai de vorm daarna om en klop de overtollige bloem eruit. 
  • Vul elke madeleinevorm met behulp van een spuitzak met een hoopje beslag. 
  • Druk midden in elk hoopje beslag een verse framboos.
  • Bak de madeleines in het midden van de voorverwarmde oven in ongeveer 10 à 11 minuten goudbruin en gaar. Verlaag na 5 minuten de oventemperatuur naar 180°C.
  • Vul ondertussen een spuitzak (met het soezenvulspuitmondje) met wat lemon curd. Leg apart.
  • Haal de madeleines uit de oven en daarna onmiddellijk uit de vorm. Leg ze op een rooster.
  • Was en droog de madeleinevorm en herhaal het bakproces zoals bij de eerste portie. 
  • Terwijl de tweede batch in de oven staat duw je het spuitmondje in de madeleines en spuit je ongeveer een theelepel lemon curd in elke madeleine (dit gaat het gemakkelijkst in de buurt van de framboos).  
  • Laat de madeleines verder afkoelen.
  • Serveer. 


Label: , , , , , ,

Sabtu, 05 Januari 2019

Meringuetaartjes met citroen

Meringuetaartjes met citroen
Waar denk jij aan wanneer ik zeg dat ik meringuetaartjes met citroen gemaakt heb? Waarschijnlijk aan van die kleine gebakjes met brosse bodem, een friszure & romige citroenvulling en bovenop toeven feestelijk eiwitschuim: de klassieke lemon meringue pie in miniatuurvorm. 

Dat is ook precies wat mijn proefpanel dacht toen ik ze vertelde wat ik gebakken had, maar deze keer kwamen ze een beetje bedrogen uit. Een meringuetaartje met citroen kan namelijk ook anders. De taartjes die ik gemaakt heb bestaan uit drie meringueplakjes, licht krokant van buiten en zacht & kleverig van binnen, met daartussen twee laagjes frisse en romige citroen-mascarponecrème. Zoet, zuur, fris, zacht en romig met elke hap. Mmmm. 

En deze keer geen feestelijke toeven gebrand eiwitschuim bovenop, maar een feestelijke goudbes, wiens zoetzure smaak prima bij deze taartjes past. Zie daar maar eens van af te blijven.


Ingrediënten
  • 4 eiwitten
  • 180 g fijne kristalsuiker
  • 1 tl maïzena
  • 1 tl witte wijnazijn
  • 250 g mascarpone
  • 150 ml slagroom
  • poedersuiker
  • de geraspte schil van 2 citroenen
  • 2 el lemon curd
  • 8 goudbessen/Kaapse kruisbessen
Extra nodig
Rechthoekige bakplaat van 25 bij 38 centimeter met omhoogstaande rand, bakpapier, theedoek, ronde uitsteker van 5 ½ cm doorsnee, spuitzak, rond en glad spuitmondje
Tijd (ongeveer)
30 minuten bereiding, 25 minuten oven, 15 minuten wachten


  • Verwarm de oven voor op 160°C. Vet de bakplaat in met boter en bekleed hem met bakpapier. 
  • Klop de eiwitten tot schuim en voeg beetje bij beetje de fijne kristalsuiker toe. 
  • Klop alles daarna tot een stevig en dik schuim. Je moet de kom ondersteboven kunnen houden zonder dat het schuim eruit glijdt. 
  • Roer er de maïzena en de wijnazijn door. 
  • Strijk het schuim uit op de bakplaat en strijk het glad met een spatel. 
  • Bak de meringueplak ongeveer 25 minuten in het midden van de voorverwarmde oven, tot de meringue een klein beetje licht bruin begint te kleuren. 
  • Leg ondertussen een schone theedoek op je werkblad. Leg hier een stuk bakpapier op en bestrooi dit royaal met poedersuiker.
  • Haal de bakplaat uit de oven en laat de meringue 2 minuten afkoelen. Keer hem om op het bakpapier. Verwijder de bakplaat en trek voorzichtig het papier van de meringue af. 
  • Laat de meringue ongeveer 10 minuten afkoelen. 
  • Steek met de ronde uitsteker 24 rondjes uit de meringueplak.
  • Leg 8 rondjes op een taartschaal.
  • Klop de mascarpone samen met de slagroom, 2 el poedersuiker, de citroenrasp en de lemon curd tot een dikke crème.
  • Vul een spuitzak met glad rond spuitmondje met de citroen-mascarponecrème.
  • Spuit een flinke toef crème op de 8 rondjes.
  • Leg op elke toef crème een meringueplakje en druk aan.
  • Spuit ook op deze plakjes een flinke toef crème.
  • Leg hier de resterende meringueplakjes op en druk aan.
  • Spuit een klein toefje crème bovenop de plakjes.
  • Vouw de blaadjes van het ‘lampionnetje’ rond de bessen naar buiten. Druk een goudbes in elke toef crème.
  • Serveer. 

Label: , , , , , , , , , ,

Rabu, 02 Januari 2019

Appeltaart met karamelsaus

Appeltaart met karamelsaus
Ah, heerlijk, de tijd is weer aangebroken dat we weer gewoon een beetje normaal kunnen gaan doen. De kerstboom staat inmiddels buiten, alle kerstspullen zijn naar de zolder, de feestjes en etentjes zijn achter de rug, de nieuwjaarswensen zijn uitgesproken, de teleurstelling over de misgelopen Staatsloterij miljoenen is alweer weggeëbd, de straten zijn weer schoon van vuurwerk, de vrije dagen zijn voorbij en het gewone leven kan weer beginnen. Wat een feestje! 

Omdat velen de afgelopen maand genoeg hebben gedronken, meer dan genoeg hebben gegeten en meer geld hebben uitgegeven dan (wellicht) de bedoeling was, wordt de broekriem deze maand letterlijk en figuurlijk aangehaald. En dat is natuurlijk prima, maar vergeet ook niet te genieten, al is het maar van de kleine dingen. 

Bijvoorbeeld van deze appeltaart met karamelsaus (tip: trek de broekriem nog maar niet al té strak aan). Een taart waarin je alle onderdelen van de appel gebruikt, de schil, het vruchtvlees en zelfs het klokhuis. En een taart met veel opeengestapelde kruidige appelschijfjes onder een goudbruine korst met een dikke, kleverige karamelsaus die bij iedere hap smelt op je tong. Dat is nog eens een goed begin van het nieuwe jaar. Bak je weer mee?

Tip: Deze appeltaart smaakt het lekkerst op de dag dat je hem gemaakt hebt. Als je de taart in de koelkast bewaard, plaats hem dan voor het serveren nog 15 tot 20 minuten in een oven van 175°C, zodat hij weer helemaal warm is.


Ingrediënten
  • 250 ml slagroom
  • 280 g roomboter
  • 500 g fijne kristalsuiker
  • 460 ml water
  • 1 kilo Granny Smith appels (4 à 5 stuks)
  • 1 kilo Fuji of Gala appels (4 à 5 stuks)
  • 80 g versgeperst citroensap
  • 24 g maïzena, gezeefd
  • 4 tl gemalen kaneel
  • 300 g bloem 
  • 1 tl bakpoeder
  • snufje zout
  • 100 g witte basterdsuiker
  • 1 zakje vanillesuiker
  • 2 eieren
  • 1-2 el ijswater (eventueel)
  • 3 tl custardpoeder, gezeefd
  • paneermeel
Extra nodig
Een springvorm van 20 cm doorsnee, mixer met deeghaken, appelboor, pannen, vergieten, lekbakken/kommen, zeef, huishoudfolie, aluminiumfolie, deegroller
Tijd (ongeveer)
> 60 minuten bereiding, 55 minuten oven, minstens 5 uur wachten

  • Maak eerst de karamelsaus.
  • Doe 250 ml slagroom samen met 75 g boter in een steelpan. Plaats de pan op middelhoog vuur en breng het mengsel al roerend aan de kook. Haal de steelpan van het vuur en zet apart.
  • Doe 300 g fijne kristalsuiker samen met 100 ml water in een steelpan. Plaats de pan op laag vuur en roer tot de suiker is opgelost. Draai het vuur hoog. 
  • Breng het mengsel aan de kook en kook, zonder te roeren, tot het mengsel een diepe karamel kleur heeft. 
  • Haal de pan van het vuur en voeg het warme slagroom mengsel toe. Let op, dit gaat spatten en bruisen en is heel erg heet. Roer goed door.
  • Giet de karamelsaus in een kom en laat, onder zo nu en dan roeren, afkoelen. 

  • Maak de appelvulling.
  • Schil de appels, verwijder de klokhuizen en snijd ze door de helft. Gooi de schillen en klokhuizen niet weg.
  • Snijd de halve appels in dunne plakjes (2 à 3 mm dik). 
  • Verdeel de appelschijfjes over twee ruime kommen en voeg aan elke kom 40 g vers geperst citroensap, 100 g fijne kristalsuiker, 12 g gezeefde maïzena en 2 tl gemalen kaneel toe. Hussel/schep de appels in elke kom door elkaar (zorg dat de appelplakjes niet breken) zodat ze goed gemengd zijn met de andere ingrediënten.
  • Doe de appels in twee vergieten en plaats deze boven een lekbak/kom om het vrijkomende sap op te vangen. Laat een uur rusten. 

  • Hak de appelschillen en klokhuizen grof en doe ze in een pan. 
  • Voeg 360 ml water toe, leg het deksel op de pan en breng aan de kook. 
  • Kook, met het deksel half op de pan, tot er nog ongeveer 1,5 cm vocht in de pan over is.
  • Haal de pan van het vuur en giet de appelresten in een zeef/vergiet met daaronder een andere pan om het vocht op te vangen. Druk de appelresten zo goed mogelijk aan om zoveel mogelijk vocht te verwijderen.
  • De appelresten mag je nu weggooien. Zet de pan met het vocht apart.

  • Maak het deeg.
  • Kneed 300 g bloem, 1 tl bakpoeder, een snufje zout, 100 g witte basterdsuiker, 1 zakje vanillesuiker, 150 g boter en 1 ei in een kom met de mixer met deeghaken door elkaar. 
  • Kneed daarna alles snel met koele hand tot een soepel en samenhangend deeg. Voeg wat ijswater toe als het mengsel te kruimelig is.
  • Rol 2/3 van het deeg op een met bloem bestoven werkblad uit tot een ronde lap. Bekleed hiermee de bodem en rand van de springvorm. 
  • Prik het deeg op de bodem meerdere keren in met een vork. Zet de vorm en de rest van het deeg afdekt circa 45 minuten koud weg in de koelkast. 

  • Doe de appelschijfjes in een ruime kom en dek deze af met huishoudfolie. Plaats in de koelkast tot gebruik. 
  • Doe het opgevangen sap van de appels bij het opgevangen vocht in de pan. 
  • Breng dit mengsel aan de kook, en laat het onder af en toe roeren koken tot er nog 250 ml vocht over is. 
  • Haal de pan van het vuur en voeg 55 boter en 3 tl gezeefd custardpoeder toe. Zet de pan terug op het vuur en kook het mengsel, onder voortdurend roeren, nog ongeveer een minuut.
  • Giet het mengsel in een kom en plaats onafgedekt in de koelkast om af te koelen. 

  • Haal de springvorm uit de koelkast en bestrooi de bodem met paneermeel. 
  • Stapel ongeveer een kwart van de gekoelde appelschijfjes in concentrische cirkels op de deegbodem. Smeer hier een derde van de afgekoelde appelsaus over uit. 
  • Ga zo door met het in laagjes stapelen van de appelschijfjes, tot je alles appels en appelsaus gebruikt hebt, en je geëindigd bent met een laag appelschijfjes. 
  • Rol het resterende deeg uit tot een ronde lap.
  • Klop 1 ei los en bestrijk hiermee de deegrand. Leg de ronde deeglap op de appels en druk het deeg aan de rand goed aan. 
  • Plaats de taart 30 minuten in de vriezer.

  • Verwarm de oven voor op 200°C. Plaats een bakplaat met daarop een vel aluminiumfolie net onder het midden in de oven.
  • Haal de taart uit de vriezer. Bestrijk hem met het losgeklopte ei en maak met een scherp mes enkele inkepingen van zo’n 5 cm lang aan de bovenzijde. 
  • Plaats de taart op de bakplaat en bak hem in ongeveer 55 minuten gaar.
  • Haal de taart uit de oven en laat hem in de vorm op een taartrooster afkoelen.
  • Serveer de taart (het liefst) warm of op kamertemperatuur met slagroom (of ijs) en de karamelsaus.




Bron recept: gebaseerd op een recept uit The Artful Baker, Cenk Sönmezsoy

Label: , , , , , ,