Bananencakejes met walnoten

Recentelijk viel weer in de krant te lezen dat we te veel eten weggooien. Jaarlijks kieperen wij Nederlanders per persoon bijna 50 kilo voedsel weg, voedsel dat in veel gevallen nog prima eetbaar is. De overheid wil dat die verspilling in 2015 met 20 procent is gedaald. Een prima doelstelling, dus om het goede voorbeeld te geven vandaag een soort van recycle-recept: bananencakejes met walnoten. 

Natuurlijk kun je deze cakejes maken wanneer je wilt, maar voor mij is het moment daar wanneer ik een paar bananen bruin zie liggen worden in mijn fruitschaal. Ondanks het feit dat ik bananen het liefst eet wanneer ze fris en stevig zijn, zal ik rijpe bananen nooit weggooien, dat kan ik niet over mijn hart verkrijgen. 


Het voelt gewoon goed om zielige, vergeten, onaantrekkelijke, overrijpe bananen die over de bloei van hun leven heen zijn een tweede leven te geven door ze te laten verrijzen als prachtige cakejes (of als bananenbrood). Natuurlijk heb ik niet de illusie dat ik door het bakken van iets lekkers een wezenlijke bijdrage lever aan een betere wereld, maar aangezien een beter milieu nog altijd bij jezelf begint kan het geen kwaad om wat bewuster met je eten bezig te zijn. Mijn 3 jarige nichtje was in ieder geval heel erg blij met dit recept, ik heb zelden iemand met zoveel hartstochtelijke vreugde bananen tot moes zien prakken. 

Tip: cakejes zonder roomkaasglazuur kun je drie dagen in een goed afgesloten trommel bewaren. Ik kan je aanraden om geglazuurde cakejes dezelfde dag nog te nuttigen. Als je ze toch langer wilt bewaren, bewaar ze dan goed afgedekt in de koelkast. 

Ingrediënten

• 115 g fijne kristalsuiker
• 165 g boter, zacht
• 2 eieren, licht losgeklopt
• 115 g zelfrijzend bakmeel
• 1 ½ tl bakpoeder
• ¼ tl nootmuskaat, vers geraspt
• 150 g gepelde banaan + extra voor garnering
• 50 g verse roomkaas
• 250 g poedersuiker
• ½ tl vanille-extract
• 1 tl melk
• 1 tl kaneel
• 3 el fijngehakte walnoten + 12 halve walnoten voor de garnering

Extra nodig

Cupcake bakblik met 12 holtes, 12 papieren cupcakevormpjes

Tijd (ongeveer)

20 minuten bereiding, 25 minuten oven, 30 minuten wachten

• Verwarm de oven voor op 175°C en zet 12 papieren vormpjes in het cupcake bakblik.
• Doe 115 zachte boter en fijne kristalsuiker in een grote kom en klop dit met een mixer door elkaar tot het mengsel licht en luchtig is. 
• Klop er geleidelijk de eieren door. Voeg steeds 1 eetlepel ei toe en klop na elke toevoeging grondig.
• Zeef het zelfrijzend bakmeel, het bakpoeder en de versgeraspte nootmuskaat boven de kom en klop dit kort door het mengsel tot alles is opgenomen. 
• Prak 150 g gepelde banaan en roer de bananenpuree door het beslag tot alles goed is vermengd. 
• Schep het beslag in de vormpjes. Bak de cakejes ongeveer 25 minuten in de voorverwarmde oven, tot ze goudbruin zijn en stevig aanvoelen. 
• Laat de cakejes 10 minuten in het bakblik afkoelen en zet ze dan op een taartrooster om volledig koud te worden. 
• Klop de roomkaas met 50 g zachte boter met de handmixer zacht en glad. Klop er de poedersuiker door en blijf kloppen tot je een glad en romig glazuur hebt.
• Klop er kort de vanille, melk en kaneel door. Spatel er de fijngehakte walnoten doorheen. 
• Smeer of spuit een toef glazuur op elk cakeje. Leg er een paar dunne plakjes banaan en een halve walnoot op. Om ervoor te zorgen dat de plakjes banaan niet bruin kleuren, kun je deze met een beetje citroensap besprenkelen.

Witte chocoladetaart met speculaas

Hoe leuk ik bakken ook vind wanneer ik weet dat er vrienden/familieleden over de vloer komen, zijn er van die dagen dat ik geen zin heb om uitgebreid in de keuken bezig te zijn. Gelukkig zijn er ook genoeg baksels en andere zoete lekkernijen die je zonder enige speciale inspanning kunt maken, maar die wel grote voldoening geven. 

Neem bijvoorbeeld deze witte chocoladetaart met speculaas. Het kost je maar een klein beetje bereidingstijd & moeite om hem te maken (je hebt niet eens een oven nodig), maar het resultaat is een klein spektakelstukje op tafel. Het geeft ook een enorm plezier om aan de consumptie ervan mee te mogen werken: het is gewoon een taart die fijn is om te maken en nóg fijner is om op te eten. 


Het enige “nadeel” is dat je een tijdje moet wachten voordat de taart voldoende is opgesteven in de koelkast, dit duurt zo’n 6 uur dus het is zeker geen last-minute-taart, maar geduld is nog altijd een schone zaak. Voor een chocoholic als ik is zes uur wachten best lang: weten dat er een verrukkelijke taart op je ligt te wachten in de koelkast waar je lange tijd niet aan mag komen is bijna een tantaluskwelling (gelukkig ben ik Tantalus niet en is de taart niet voor altijd onbereikbaar). Het kan daarom verstandig zijn om de taart de avond van tevoren al te maken en in de nachtelijke uurtjes, wanneer je heerlijk in dromenland verkeerd, te laten opstijven. Tip: in plaats van speculaasjes kun je ook bastognekoeken gebruiken.

Ingrediënten

• 65 g boter
• 225 g speculaas
• 70 g kristalsuiker
• 1 blaadje gelatine
• 325 g witte chocolade
• 500 ml slagroom
• 3 eierdooiers

Extra nodig

Taartring van 18 centimeter doorsnede en 6 centimeter hoog, bakpapier, keukenmachine

Tijd (ongeveer)

25 minuten bereiding, minstens 6 uur wachten

• Leg een vel bakpapier op een groot plat bord (of snijplank). Plaats hierop de taartring.
• Bekleed de binnenkant van de taartring met bakpapier. Plak het papier met wat boter vast aan de ring. 
• Maal 150 g speculaas fijn. Smelt de boter en meng deze met de gemalen speculaas. 
• Verdeel het mengsel over de bodem van de ring en druk goed aan met de achterkant van een lepel. 
• Zet in de koelkast. 
• Week 1 blaadje gelatine in koud water. 
• Smelt 200 g witte chocolade au bain-marie. Als de chocolade gesmolten is, haal dan de pan van de kom en laat de chocolade afkoelen maar niet opstijven, hij moet dik vloeibaar blijven.
• Kook ondertussen 35 ml water in een steelpan en voeg de suiker toe. Blijf roeren tot de suiker opgelost is.
• Haal de pan van het vuur en laat iets afkoelen. Knijp het blaadje gelatine goed uit en voeg toe aan het hete suikerwater. 
• Klop de slagroom bijna stijf (als ik naar de reacties op deze taart kijk, blijkt bij jullie de taart te vloeibaar te blijven. Hoewel ik de slagroom zelf nooit helemaal stijf klop, zou ik dan toch aan willen raden de slagroom stijf te kloppen).
• Doe een beetje slagroom bij de afgekoelde gesmolten chocolade en meng goed.
• Giet het deels afgekoelde suikerwater over de eierdooiers en meng dit goed door elkaar. 
• Spatel de eierdooiers door het slagroom-chocolademengsel.
• Voeg vervolgens de rest van de slagroom toe. Meng goed maar rustig door elkaar met een spatel tot je een homogeen mengsel gekregen hebt. 
• Giet het mengsel op de speculaasbodem en laat de taart minstens 6 uur (maar liever de hele nacht) opstijven in de koelkast. 
• Verwijder de ring en trek daarna voorzichtig het bakpapier los. 
• Maal de resterende 75 g speculaas fijn en druk de fijne kruimels tegen de zijkant van de taart. 
• Schaaf de resterende 125 g witte chocolade en strooi deze over de taart.

Bron recept: Juliette’s Speculoos.

Kleine limoengebakjes

Afgelopen donderdag was het dan eindelijk zover: de eerste officiële lentedag van het jaar. We werden meteen flink verwend, want het was nog nooit zo warm op 20 maart. Het contrast met vorig jaar (toen rond deze tijd van het jaar koning winter zijn laatste adem nog lang niet had uitgeblazen) kon niet groter. En hoewel ik het jammer vind dat het echte winterweer in de voorbije winter ver te zoeken was, ben ik wel ontzettend blij dat de grauwe dagen ingeruild gaan worden voor zonnige. 

Ik kan er echt van genieten wanneer de lentezon heerlijk in mijn gezicht schijnt, ik krijg er meteen weer nieuwe energie van. En genieten van de zonnestralen doe ik natuurlijk het liefst met iets lekkers erbij. Dus naast een verkoelend drankje heb ik op de eerste lentedag een heerlijk verfrissend limoengebakje gegeten. 

De afgelopen maanden zagen de limoenen er in de supermarkt en bij de groenteboer nogal onappetijtelijk uit (uitgedroogd met een doffe groene schil met ruwe plekjes), maar wanneer de zon gaat schijnen kikkert blijkbaar niet alleen mijn humeur op: deze kleine groene citrusvruchten zagen er ineens zo onweerstaanbaar lekker uit dat negeren geen optie was. De gebakjes die ik er mee maakte waren echt verrukkelijk. De fijngeraspte schil is een heerlijke smaakmaker en het sap geeft de vulling een frisse smaak, perfect voor een warme dag. 

Tijdens het schrijven van dit stuk is het heerlijke lentegevoel helaas ver te zoeken want het regent weer, maar gelukkig heb nog een paar gebakjes in de koelkast staan zodat ik de zon toch weer een beetje in huis kan halen. Tip: wanneer je de limoengebakjes goed afgedekt in de koelkast bewaard, zijn ze drie dagen houdbaar. 

Ingrediënten

• 250 g bloem
• snufje zout
• 90 g fijne kristalsuiker + 4 el
• fijngeraspte schil van 1 limoen + 2 tl
• 125 g koude boter, in blokjes
• 3 eidooiers
• 2 el ijswater
• 100 g zachte roomkaas
• 3 el limoensap
• 100 ml zoete gecondenseerde melk

Extra nodig

Mini cupcake bakblik met 24 holtes, ronde uitsteker van 7 centimeter doorsnee, huishoudfolie, olie om in te vetten, bakpapier

Tijd (ongeveer)

15 minuten bereiding, 25 minuten oven, 60 minuten wachten

• Klop 1 eierdooier los met 2 eetlepels ijswater.
• Zeef de bloem en een snufje zout in een grote kom en roer er 2 eetlepels fijne kristalsuiker en de fijngeraspte schil van 1 limoen door. 
• Wrijf met je vingertoppen de boter licht door het mengsel tot het op broodkruim lijkt. 
• Maak een kuiltje in het midden en giet er de losgeklopte eierdooier in. 
• Meng het geheel snel met koele hand tot een samenhangend deeg. Voeg indien nodig nog wat ijswater toe. 
• Vorm van het deeg een bal, sla deze plat en verpak hem in huishoudfolie. Leg het deeg 30 minuten te rusten in de koelkast. 
• Verwarm de oven voor op 180°C. Vet het mini cupcake bakblik in met olie. 
• Rol het gekoelde deeg tussen twee vellen bakpapier uit tot een lap van 2-3 millimeter dik. 
• Druk met de ronde uitsteekvorm cirkels uit het deeg. Druk de deegrondjes zachtjes in de vormpjes. 
• Prik met een vork drie keer licht in elk deegvormpje en bak ze 15 minuten in de voorverwarmde oven, of tot het deeg goudbruin begint te kleuren. 
• Maak ondertussen de vulling. 
• Klop met een mixer de roomkaas met 90 g fijne kristalsuiker en 2 eierdooiers tot een glad en stevig mengsel. 
• Voeg het limoensap en de gecondenseerde melk toe en klop het geheel goed door. 
• Haal het mini cupcake bakblik uit de oven en schep de vulling in de deegvormpjes. 
• Bak de gebakjes nog 10 minuten tot de vulling stevig is. 
• Haal de limoengebakjes uit de oven en laat ze afkoelen voordat je ze uit de vormpjes haalt.
• Doe 2 eetlepels fijne kristalsuiker in een kleine kom en voeg 2 theelepels geraspte limoenschil toe en schep alles door elkaar. Bestrooi de gebakjes met de suiker. 

Bron recept: Van de Bakker, Leanne Kitchen

Pannenkoeken

Als klein kind was ik dol op het prentenboek Alles voor één pannenkoek van Eric Carle. Dit boek gaat over Hannes, die trek heeft in een pannenkoek. Zijn moeder wil die best voor hem bakken, maar dan moet hij eerst tarwe oogsten, de korrels naar de molen brengen zodat de molenaar er meel van kan malen, de eieren uit het kippenhok rapen, de koe melken, boter maken met de karnton en hout halen. Aan het einde van het verhaal is het wel duidelijk dat er heel wat bij komt kijken voordat er een pannenkoek op je bord ligt. 

Gelukkig hoeft er tegenwoordig niet meer zoveel moeite gedaan te worden: de ingrediënten zijn in elke supermarkt te koop, de pannenkoeken-shakers staan naast de pakken pannenkoekenmix in het schap en wanneer je echt haast hebt zijn er altijd de kant-en-klare exemplaren. 

Als groot pannenkoekenliefhebber gruw ik echt van de kant-en-klare pannenkoek uit de supermarkt, maar ook met de shaker en sommige pannenkoekenmixen is het resultaat vaak verre van lekker. Toch moet ik met veel schaamte bekennen dat ik soms uit pure gemakzucht een shaker gebruik, echt idioot natuurlijk want zelf een beslagje maken is een fluitje van een cent. Ik kan beter een voorbeeld nemen aan mijn moeder, die altijd op gevoel wat bloem, eieren, suiker en melk bij elkaar doet en van dat beslag de meest verrukkelijke pannenkoeken bakt. Haar pannenkoeken met appel zijn echt de beste die ik ooit gegeten heb. Ze bakt er altijd een hele stapel van, want pannenkoeken zijn de volgende dag, wanneer ze koud zijn, het allerlekkerst. Een warme pannenkoek zal ik nooit voor mijn ontbijt eten, maar een koud exemplaar (het liefst besmeerd met wat boter en bestrooid met suiker) gaat er altijd met veel smaak in. 

Het pannenkoekenrecept van mijn moeder kan ik helaas niet met jullie delen, maar met dit recept kun je ook fantastische pannenkoekjes op tafel zetten. Ze zijn heerlijk dik & luchtig en smaken geweldig met wat stroop, suiker, ahornsiroop, boter of vers fruit. Het recept is goed voor 15 pannenkoekjes. Tip: het is ook erg lekker om in plaats van bloem boekweitmeel te gebruiken. 

Ingrediënten

• 270 g bloem, gezeefd
• 6 tl bakpoeder, gezeefd
• 110 g witte basterdsuiker
• 1 ei
• 300 ml volle melk
• 185 ml karnemelk
• 75 g boter, gesmolten
• snufje zout

Extra nodig

koekenpan met antiaanbaklaag

Tijd (ongeveer)

60 minuten bereiding

• Doe de bloem, bakpoeder, zout en suiker in een grote kom. Meng dit door elkaar met een garde.
• Klop in een andere kom het ei, melk, karnemelk en boter door elkaar. 
• Giet het eimengsel bij het bloemmengsel en klop het glad. 
• Verhit een koekenpan met antiaanbaklaag op laag vuur. 
• Giet 75 ml van het beslag tegelijk in de pan en bak de pannenkoek tot hij goudbruin aan de onderzijde is en er belletjes ontstaan. 
• Draai de pannenkoek om en bak nog circa 2 minuten of tot hij goudbruin is.
• Hou de pannenkoeken warm tijdens het bakken van de rest.

Bron recept: Modern Classics 2, Donna Hay

Chocolademuffins met chocolate chips

Wanneer ik op pad ga om te winkelen, word ik heel vaak aangesproken door mensen die uit naam van een bedrijf of goed doel mij proberen te overtuigen van het feit dat ik hun product moet aanschaffen of abonnee/donateur moet worden. Blijkbaar zie ik eruit als een gemakkelijke ‘prooi’. En hoewel ik meestal gesprekken weet te vermijden (door vriendelijk ‘nee’ te zeggen, stug door te lopen met mijn blik op oneindig of druk bezig te zijn met andere zaken), was een vriendelijk ogende vrouw mij laatst te slim af. 

In een onoplettend ogenblik had ze met klem gelopen. Of ik mee wilde doen aan een ontbijtonderzoek en enkele vragen wilde beantwoorden. Goedaardig als ik ben stemde ik daarmee in. Na wat standaardvragen over mijn eetpatroon en lichamelijke gesteldheid kwam de aap uit de mouw: ze was een verkoopster van Herbalife. 

Daar doe ik dus niet aan mee, het informatiefoldertje dat ik kreeg verdween dus ook meteen in de prullenbak. Ook zonder de informatie van deze verkoopster weet ik namelijk heus wel dat elke dag gezond ontbijten heel belangrijk is. Toch komt het heel af en toe een keertje voor dat mijn ontbijt niet helemaal volgens gezonde voedingsrichtlijnen is samengesteld. Neem bijvoorbeeld deze chocolademuffins met chocolate chips: ze zijn niet het meest verantwoorde onderdeel van een ontbijt, maar wel een erg lekker deel. En af en toe mag je best wel eens een iets minder gezonde keuze maken. 

De muffins zijn trouwens ook erg lekker bij de brunch, lunch, high tea of gewoon als tussendoortje. Ze zijn echt in een handomdraai gemaakt en binnen een half uur heb je ze op tafel staan. Zelf vind ik ze koud het lekkerst, dus helaas werd mijn geduld nog even op de proef gesteld toen ik moest wachten. Gelukkig zijn ze het wachten waard. 

Ingrediënten

• 250 g bloem
• 2 tl bakpoeder
• ½ tl dubbelkoolzure soda
• 2 el cacao
• 175 g kristalsuiker
• 200 g chocolate chips
• 2,5 dl melk
• 0,9 dl zonnebloemolie
• 1 ei, groot
• 1 ½ tl vanille-extract

Extra nodig

muffinbakplaat met 12 holtes, 12 papieren muffinbakjes

Tijd (ongeveer)

5 minuten bereiding, 20-25 minuten oven, 5 minuten wachten

• Verwarm de oven voor op 200°C. Vul de muffinbakplaat met de papieren bakjes.
• Meng de bloem, bakpoeder, dubbelkoolzure soda, cacao en kristalsuiker in een grote kom met een garde door elkaar. 
• Voeg 150 g chocolate chips toe. 
• Meng de melk, zonnebloemolie, het ei en vanille-extract in een maatbeker door elkaar. 
• Roer dit mengsel door de droge ingrediënten met een houten lepel. Roer vooral niet te lang, een klonterig beslag geeft de lekkerste muffins. 
• Schep het beslag in de bakjes en strooi er de resterende chocolate chips over. 
• Bak de muffins 20-25 minuten in de voorverwarmde oven, tot ze donkerbruin, gerezen en stevig zijn. 
• Laat ze een paar minuten afkoelen in de muffinbakplaat. 

Bron recept: Feest, Nigella Lawson

Gevulde chocoladebiscuitjes

Wanneer ik aan het winkelen ben laat ik mij zelden verleiden tot impulsaankopen. Ik weet mezelf meestal te beheersen omdat ik weet dat ik achteraf spijt ga krijgen van mijn aankoop. Het allereerste bakboek dat ik ooit gekocht heb, Modern Classics 2 van Donna Hay, is echter wel een impulsaankoop geweest. Gelukkig ben ik nog altijd heel erg blij met dit fantastische boek. 

Toen ik het kocht was ik niet eens een bakfanaat, meer dan een appelcake en zandkoekjes had ik nog nooit gebakken, maar in de boekhandel werd ik meteen verliefd op dit boek. Bij het doorbladeren zag ik de meest lekkere baksels voorbij komen, elk voorzien van een schitterende foto. Het boek lag op één van de stapels aanbiedingen bij de kassa en ik heb het meteen afgerekend want ik wist zeker dat het een keer van pas zou komen. 

Tot nu toe heeft het zijn dienst zeker bewezen: ik denk dat ik inmiddels de helft van alle recepten in het boek wel een keer gemaakt heb en dat kan van geen ander bakboek in mijn collectie gezegd worden. Het allereerste recept dat ik uit dit boek maakte waren deze gevulde chocoladebiscuitjes. Omdat ze zo waanzinnig eenvoudig te maken zijn heb ik ze inmiddels al ontelbare keren gemaakt, gewoon even lekker als tussendoortje of voor die momenten dat ik behoefte had aan wat troosteten. Ze zijn klein, maar erg lekker. Tussen de twee heerlijke chocoladebiscuitjes zit een verrukkelijke chocoladeganache ingeklemd die smelt op de tong. Deze koekjes zijn in mijn koekblik dan ook geen dag veilig. 


Ingrediënten

• 100 g pure chocolade
• 125 ml slagroom
• 65 g koude boter, in blokjes
• 40 g poedersuiker, gezeefd
• 65 g bloem, gezeefd
• 5 tl maizena, gezeefd
• 1 ½ el cacaopoeder, gezeefd
• snufje zout
• 1 eierdooier

Extra nodig
Twee met bakpapier beklede bakplaten, huishoudfolie
Tijd (ongeveer)
15 minuten bereiding, 9-10 minuten oven, 45 minuten wachten

• Hak de chocolade in stukjes en doe deze in een kom. 
• Breng de slagroom aan de kook en giet deze over de chocolade heen. 
• Laat heel even staan en roer dan goed door tot een egaal bruine en glanzende massa. 
• Laat de ganache afkoelen tot kamertemperatuur en zet hem dan in de koelkast. 
• Meng de boter, poedersuiker, bloem, maizena, cacaopoeder, zout en eierdooier in een kom door elkaar. 
• Kneed de ingrediënten met koele hand zo snel mogelijk tot een soepel deeg. 
• Wikkel het deeg in huishoudfolie en laat het 30 minuten rusten in de koelkast. 
• Verwarm de oven voor op 180°C.
• Rol 40 tot 44 balletjes van het deeg. Je kunt de balletjes ook groter maken, maar zorg er in ieder geval voor dat je een even aantal hebt. 
• Leg de balletjes op de met bakpapier beklede bakplaten en druk ze met de bolle kant van een lepel een beetje plat. 
• Bak de koekjes circa 9-10 minuten in de voorverwarmde oven. 
• Laat de koekjes afkoelen op de bakplaat. 
• Bestrijk de helft van de koekjes met wat chocoladeganache en druk er een tweede koekje tegenaan. 

Appelroomrol

Wanneer ik als kind vroeger aan de ontbijttafel zat, verscheen er regelmatig een potje zelfgemaakte jam van mijn moeder of oma op tafel. Echt een heerlijk begin van de dag. Soms had ik het fruit met mijn eigen handjes in de tuin mogen plukken, wat de jam extra lekker maakte. 

Het hele idee van zelf jam maken is voor mij nog altijd met een gevoel van heerlijke knusse huiselijkheid omgeven. Toch had ik mezelf tot voor kort nog nooit aan deze activiteit gewaagd: het stond al enige tijd om mijn to-do lijstje, maar het kwam er nooit van. Dus toen ik dit recept voor een appelroomrol onder ogen kreeg en las dat er appeljam gemaakt moest worden, was ik meteen dol enthousiast. 

Helaas mislukte de eerste twee pogingen om appeljam te maken jammerlijk (het resultaat had iets weg van dikke appelsap met stukjes).

Omdat ik niet van plan was mijn jam-avontuur hier te laten stranden, liet ik het recept voor wat het was en volgde ik nauwgezet de aanwijzingen op het pak geleisuiker. Het resultaat was een stevige maar verschrikkelijk zoete appeljam. Blijkbaar bestaat er voor een geboren zoetekauw als ik ook zoiets als ‘té zoet’. Nog een paar pogingen (en heel wat kilo’s appel) later, had ik eindelijk een potje lekkere appeljam. Ik was best wel een beetje trots op mezelf. De appelroomrol was uiteindelijk een groot succes: de heerlijke appeljam met de luchtige cake en vanille-slagroom is een fantastische combinatie. Om de appelroomrol extra lekker te maken kun je ook wat appeltjes met kaneel in de boter bakken en deze erbij serveren. Verrukkelijk.

Tips: Ik voeg de kaneel al voor het koken aan de appelstukjes toe, maar je kunt de kaneel (naar smaak) ook na het koken en pureren aan de appelmoes toevoegen ~ Het is lekker om de appeltjes niet helemaal tot moes te prakken, maar een paar stukjes te laten zitten ~ Het duurt een tijdje voordat de jam helemaal is afgekoeld, je kunt de jam dus het beste de avond van tevoren maken zodat deze ’s ochtends helemaal koud is ~ Omdat de jam zoeter wordt naarmate je de roomrol langer in de koelkast bewaard, wil ik je aanraden de rol zo snel mogelijk op te eten en er niet maar af en toe een plakje van te snijden.

Ingrediënten

• 1 kilo geschilde moesappels, van het klokhuis ontdaan
• 1 ½ tl kaneel
• 6 el citroensap + sap van een halve citroen
• 100 ml appelsap
• 450 g geleisuiker
• 4 eieren
• 150 g kristalsuiker
• 100 g bloem, gezeefd
• 250 ml slagroom
• 1 vanillestokje

Extra nodig

Staafmixer, uitgekookte & schone jam- of weckpot van 1 liter inhoud, bakplaat, bakpapier, schone theedoek

Tijd (ongeveer)

45 minuten bereiding, 15-20 minuten oven, 1 nacht wachten

• Snijd de geschilde appels in stukjes. Bestrooi de appelstukjes met de kaneel en schep de appels om, zodat ze helemaal bedekt zijn. 
• Doe de appelstukjes samen met 6 eetlepels citroensap en het appelsap in een ruime pan en breng dit onder af en toe roeren aan de kook.
• Kook de appels tot ze zacht zijn. Giet ze af en pureer de zachte appels tot moes. 
• Doe 700 g van de appelmoes samen met de geleisuiker en het sap van een halve citroen terug in de pan.  
• Breng het mengsel al roerende aan de kook. Laat het mengsel 4 minuten goed doorkoken. 
• Vul de jam- of weckpot met de hete (nog dunne) jam. Sluit de pot goed af en laat de jam helemaal afkoelen. 
• Verwarm de oven voor op 180°C. Bekleed de bakplaat met bakpapier.
• Klop de eieren met 100 gram kristalsuiker tot een lichte en luchtige crème die als een dik lint van je garde loopt.
• Spatel de bloem erdoor.
• Strijk het beslag op de bakplaat uit tot een rechthoekige laag van 1,5 centimeter dik. 
• Bak de biscuitbodem in de voorverwarmde oven in 15-20 minuten goudbruin en gaar. 
• Leg ondertussen een schone en droge theedoek op het aanrecht met daarop een groot vel bakpapier. Bestrooi het bakpapier met 25 gram kristalsuiker. 
• Haal de biscuitbodem uit de oven en laat hem 1 minuut afkoelen op de bakplaat.
• Keer de bakplaat boven de theedoek en trek voorzichtig het bakpapier van de cake. 
• Rol de cakelaag vanaf de korte kant voorzichtig op. Rol het bakpapier en de theedoek mee.
• Laat de opgerolde cake afkoelen. 
• Snijd het vanillestokje in de lengte open en schraap het merg eruit.
• Klop de slagroom met het vanillemerg en 25 g suiker stijf. 
• Rol de cake voorzichtig uit de doek en bestrijk hem met een dikke laag appeljam. 
• Rol de cake weer op en leg de rol met de naad naar beneden op een schaal. 
• Bestrijk de rol met vanilleroom.
• Snijd de zijkanten van de appelroomrol mooi bij en snijd de rol in dikke plakken.

Bron recept: Appeltaart, Janneke Philippi

Choco-sinaasappeltaartje

Naast het bakken van zoete lekkernijen, ben ik ook dol op het lezen erover. Je kunt mij echt blij maken met een goed bakboek of –magazine: lekker bladeren, foto’s kijken en inspiratie opdoen. Ik kan er uren zoet mee zijn. Zelfs wanneer ik in bed lig, omring ik mijzelf het liefst met een flinke stapel culinaire lectuur. Het zal je vast niet verbazen dat ik in boek- en kookwinkels dan ook altijd word aangetrokken door de kast met bakboeken. Ik moet mijzelf elke keer weer inhouden om niet een nieuw exemplaar te kopen. 

Toch zijn er van die dagen dat ik even moet toegeven aan mijn verslaving. Zo was ik een tijdje geleden in de binnenstad van Nijmegen. Ik had die dag al een enorme rotdag en tot overmaat van ramp begon het ook nog eens heel erg hard te regenen. 

Tegen de wolkbreuk met bijbehorende windvlagen was mijn parapluutje niet opgewassen, met als gevolg dat ik er binnen de kortste keren uitzag als een verzopen kat. Vol zelfmedelijden ben ik toen net voor sluitingstijd mijn favoriete Nijmeegse kookwinkel binnengestapt (Zus & Zo Keukengerei) en heb ik mezelf het bakboekje Tartelettes! Van Christophe Adam cadeau gedaan. Hoewel ik moe, doorweekt en tot op het bot verkleumd was, zat ik een half uurtje later goedgehumeurd in de trein op weg naar huis. Alleen al door het kijken naar zoveel lekkers werd ik ontzettend vrolijk. En omdat ik een chocoholic ben, bleef mijn blik natuurlijk hangen bij het recept voor choco-sinaasappeltaartjes. 

De volgende dag heb ik ze meteen gemaakt en het resultaat was fantastisch. Het zijn taartjes om je vingers bij af te likken: ze zijn heerlijk fris, niet te zoet en de combinatie van het chocolade taartbodempje met de zachte sinaasappelmousse en frisse sinaasappelgelei is verrukkelijk. Het toefje Nutella met mascarpone maakt het taartje helemaal af. 

Ingrediënten

• 85 g poedersuiker
• 25 g gemalen amandelen
• 125 g boter, zacht
• 2 g zout
• 1 zakje vanillesuiker
• 1 ei
• 195 g bloem
• 20 g cacaopoeder
• 7 blaadjes gelatine
• 220 ml vers sinaasappelsap
• het sap van ¼ citroen
• 55 g kristalsuiker
• 160 ml slagroom
• 90 g mascarpone
• 90 g Nutella

Extra nodig

8 ronde taartringen van 8 centimeter doorsnee, bakplaat, bakpapier, spuitzak met spuitmondje

Tijd (ongeveer)

45 minuten bereiding, 15 minuten oven, 4 ½ uur wachten

• Zeef de poedersuiker in een grote kom. Voeg de gemalen amandelen, de boter, het zout en de vanillesuiker toe. Meng deze ingrediënten tot een homogeen mengsel.
• Breek het ei boven de kom en spatel deze erdoorheen. 
• Zeef de bloem en de cacao erboven en meng deze ingrediënten met de spatel kort maar goed door het deeg. 
• Wikkel het deeg in huishoudfolie en laat het 2 tot 3 uur in de koelkast rusten. 
• Verwarm de oven voor op 170°C.
• Rol het deeg op een met bloem bestoven werkvlak (of tussen 2 vellen bakpapier) uit tot een 2 millimeter dikke lap. 
• Steek hieruit 8 ronde lapjes. 
• Vet de taartringen in met boter en bekleed ze met de deeglapjes. Prik met een vork gaatjes in de bodem. 
• Zet de vormpjes op de met bakpapier beklede bakplaat en bak de taartjes 15 minuten in de voorverwarmde oven. 
• Laat ze afkoelen op de bakplaat. 
• Meng de mascarpone met de Nutella en zet het mengsel in de koelkast tot je het weer nodig hebt. 
• Week 2 blaadjes gelatine in 40 ml sinaasappelsap. Verhit dit vervolgens in een steelpan tot ongeveer 60°C, tot de gelatine helemaal is opgelost. Roer er 80 ml sinaasappelsap, het citroensap en 40 g kristalsuiker door. 
• Laat het mengsel afkoelen. Klop ondertussen 160 ml slagroom lobbig.
• Spatel de lobbige slagroom door het afgekoelde sinaasappelmengsel. 
• Vul de taartbodempjes tot drie vierde met de sinaasappelmousse. 
• Zet de taartbodempjes minstens 1 uur in de koelkast om de vulling om te laten stijven.
• Laat 5 blaadjes gelatine weken in 100 ml water. 
• Roer 15 g kristalsuiker door 100 ml sinaasappelsap. Verwarm dit mengsel tot het bijna kookt. 
• Haal de pan van het vuur en roer de goed uitgeknepen gelatine erdoor. 
• Laat het mengsel afkoelen tot lauwwarm. 
• Schenk de sinaasappelgelei tot aan de rand van de taartjes en zet deze nog eens 20 minuten in de koelkast. 
• Spuit op elk taartje een toefje mascarpone met Nutella.

Bananenbrood met honing

Een aantal jaren geleden las ik in een tijdschrift dat uit onderzoek bleek dat er maar weinig Nederlanders zijn die geen koffie of thee drinken. Ik moet (met enige gêne) bekennen dat ook ik lang tot deze groep van geheelonthouders heb behoord. Pas sinds een jaar of twee weet ik een kopje thee echt te waarderen. 

In die twee jaar heb ik als theedrinker wel een aantal voorkeuren ontwikkeld. Ik vind thee het lekkerst als deze in een porseleinen of aardewerken theepot wordt gezet (waarbij de pot uiteraard voorverwarmd is), ik gebruik het liefst geen éénpersoons-theezakjes maar losse thee in een theefilter of theefilterzakje, de thee mag best sterk zijn, er gaat geen melk of suiker in en last but not least: een theemomentje wordt voor mij pas echt een heerlijk verwenmomentje als ik in alle rust van mijn thee kan genieten en er iets lekkers bij kan eten. 

En wat is er nu lekkerder bij een kop hete thee dan een plak bananenbrood? Bakkoningin Mary Berry noemt dit bananenbrood niet voor niets een theebrood: het is echt een perfecte theetijd traktatie. Het brood (dat meer wegheeft van een cake) is rijk van smaak, lekker zoet (maar niet té) en hij vult goed. Na een dag wachten is de structuur van het brood steviger geworden en zijn de smaken beter ingetrokken, wat het brood in mijn ogen nóg lekkerder maakt.

Ingrediënten

• 225 g zelfrijzend bakmeel
• ½ tl vers geraspte nootmuskaat
• 100 g boter
• 225 g bananen
• 100 g kristalsuiker
• geraspte schil van 1 citroen
• 2 eieren, groot
• 8 el honing
• parelsuiker

Extra nodig

cakevorm/bakblik van 25 centimeter lang, bakpapier, kwastje

Tijd (ongeveer)

10 minuten bereiding, ca. 75 minuten oven, 1 uur wachten

• Verwarm de oven voor op 160°C. Vet het bakblik in en bekleed het met bakpapier. 
• Doe het zelfrijzend bakmeel en de nootmuskaat in een kom en meng dit door elkaar met een garde. 
• Voeg de boter toe en wrijf dit door het bakmeel met je vingertoppen, tot je fijne kruimels gekregen hebt. 
• Pel de bananen en prak ze fijn met een vork. Voeg de geprakte bananen, de suiker, de geraspte citroenschil, de eieren en 6 eetlepels honing toe aan het meelmengsel. 
• Klop de ingrediënten door elkaar tot ze goed gemengd zijn. 
• Giet het beslag in de bakvorm en strijk de bovenkant glad. 
• Bak het bananenbrood circa 75 minuten in de voorverwarmde oven, of tot een erin gestoken satéprikker er schoon uit komt. Bedek het brood eventueel losjes met aluminiumfolie als het brood te donker word, maar nog niet gaar is. 
• Laat het bananenbrood een paar minuten afkoelen in de vorm. Haal hem vervolgens uit de vorm en laat het brood helemaal koud worden op een rooster. 
• Verwarm 2 eetlepels honing in een steelpan. Bestrijk het koude bananenbrood aan de bovenzijde met de warme honing. Bestrooi het brood met de parelsuiker. 

Bron recept: Mary Berry’s Baking Bible