Gevulde sinaasappels

De sinaasappel. Dit ‘appeltje van oranje’ is één van de meest geliefde citrusvruchten. En terecht, want naast het feit dat hij erg gezond is, is hij ook ontzettend lekker én veelzijdig. 

Niet alleen heeft hij heerlijk zoet vlees dat je zo kunt eten, maar het frisse sap is een lekkere dorstlesser en een geweldige smaakmaker in sommige gerechten. Wanneer je deze sappige en lekkere vrucht gepeld hebt hoef je de schil niet weg te gooien, want ook deze kan gegeten worden: je kunt bijvoorbeeld de sinaasappelschil konfijten en omhullen met chocolade voor een verrukkelijke traktatie. 

In de donkere, grauwe en kille wintermaanden die voor de boeg liggen zorgt de sinaasappel voor een beetje zonneschijn in mijn huis. 

En omdat er bij ons in huis vaker sinaasappelsap uit pak gedronken wordt dan dat we onze tanden in een vers exemplaar zetten, besloot ik dat het tijd was voor een recept met deze oranje vrucht. Mijn keuze is gevallen op gevulde sinaasappels. Dit zoete en kleurrijke dessert is heerlijk licht, luchtig en fris. Het is een geweldige afsluiting van de avondmaaltijd. 

Tip: het recept vraagt om het citroensap van één citroen. Nu variëren citroenen vaak in formaat, wat resulteert in verschillende hoeveelheden sap. Een zoekopdracht op het internet leert dat je gemiddeld 3 eetlepels citroensap uit één citroen haalt. Je kunt deze hoeveelheid gebruiken voor dit recept, of anders gewoon op je gevoel en smaak afgaan.

Ingrediënten 

• 4 grote sinaasappels + eventueel 1 extra voor garnering
• 5 blaadjes gelatine (8 gram)
• 300 g sinaasappelsap, vers geperst
• sap van 1 citroen
• 100 g kristalsuiker + eventueel extra voor garnering
• 400 g slagroom + eventueel extra voor garnering

Extra nodig:

citruspers, eventueel een spuitzak met spuitmondje

Tijd (ongeveer)

30 minuten bereiding, minstens 3 uur wachten

• Snijd vier sinaasappels doormidden. Pers ze uit (zorg ervoor dat de schil intact blijft) en bewaar 300 gram van het sap. 
• Schraap al het resterende vruchtvlees uit de schillen en bewaar de lege schillen.
• Week de gelatine in 100 gram sinaasappelsap. Verhit dit vervolgens tot ongeveer 60°C, tot de gelatine helemaal is opgelost. 
• Roer 200 gram sinaasappelsap, het citroensap en 100 gram kristalsuiker erdoor. 
• Laat het mengsel afkoelen. Klop ondertussen 400 gram slagroom lobbig.
• Spatel de lobbige slagroom door het sinaasappelmengsel.
• Vul de halve sinaasappels met het mengsel. Zet de sinaasappels minstens 3 uur in de koelkast om de vulling te laten opstijven. 
• Versier ze voordat je ze serveert eventueel met een rozetje gezoete slagroom en een schijfje sinaasappel.

Bron recept: De Banketbakker, Cees Holtkamp

Devil’s food cake

Aanstaande donderdag, op 31 oktober om precies te zijn, wordt er in verschillende landen weer Halloween gevierd. En hoewel er ook in ons land steeds meer aandacht is voor dit griezelfeest, zal het bij ons in het dorp stil zijn in de straten. Geen versierde huizen, geen verklede kinderen, geen uitgeholde pompoenen met lichtjes en geen trick or treat. 

Voor de kinderen is dit gelukkig geen ramp, want over twee weken wordt er Sint Maarten gevierd en dan mogen ze alsnog met hun lampionnen langs de deuren voor iets lekkers. Maar omdat ik niet zo lang kan wachten op een lekkere treat, heb ik besloten dat ik dit jaar toch een beetje in de Halloween stemming wil komen. En als er iets is dat op geen enkel (griezel)feestje mag ontbreken, dan is het wel chocolade. Deze Devil’s food cake is dan ook een voor de hand liggende keuze voor een Halloween-lekkernij. 

En ja, hij is duivels lekker. Deze taart is echt één van mijn nieuwe favorieten (ja, ik weet dat chocoladetaarten bij mij nogal snel als ‘favoriet’ bestempeld worden). Hij is rijk, donker en luchtig met een zacht & weelderig glazuur dat smelt op de tong. Het is werkelijk een schoonheid, die toch net weer even anders is dan alle andere chocoladetaarten die ik ooit gemaakt heb. 

Het originele recept kan maar van één iemand afkomstig zijn: Nigella Lawson (Keuken), zij weet immers als geen ander hoe je een goddelijke chocoladetaart moet bakken. Tip: je kunt de twee cakes 1 dag van tevoren bakken. Wikkel ze strak in huishoudfolie en bewaar ze in een luchtdichte verpakking. Maak het glazuur pas op de dag dat je de taart wilt serveren.  

Ingrediënten

• 50 g cacaopoeder, gezeefd
• 130 g donkerbruine basterdsuiker
• 300 g ongezouten boter, zacht
• 150 g fijne kristalsuiker
• 225 g bloem
• ½ tl bakpoeder
• ½ tl dubbelkoolzure soda
• 2 tl vanille-extract
• 2 eieren
• 300 g pure chocolade, fijngehakt

Extra nodig

2 ronde taartvormen/springvormen van 20 centimeter doorsnee, bakpapier

Tijd (ongeveer)

30 minuten bereiding, 30-35 minuten oven, 1,5 uur wachten

• Verhit de oven voor op 180°C. Vet de twee taartvormen in en bekleed de bodems met bakpapier. Breng 2,5 dl water in een waterkoker aan de kook. 
• Doe het cacaopoeder en 100 g donkerbruine basterdsuiker in een kom. Giet er het kokende water bij. Klop door elkaar en zet het mengsel apart. 
• Klop 125 g boter en de fijne kristalsuiker tot een licht en bleek mengsel. 
• Zeef de bloem, het bakpoeder en de dubbelkoolzure soda boven een andere kom. Meng dit met een garde door elkaar en zet het mengsel even opzij. 
• Voeg het vanille-extract toe aan het boter-suikermengsel en klop even goed door. 
• Breek er 1 ei bij gevolgd door een schep van het bloemmengsel. Klop kort door en voeg dan het tweede ei toe. 
• Blijf kloppen en meng de rest van het bloemmengsel door het beslag. 
• Meng en spatel er vervolgens het cacaopoedermengsel door. 
• Verdeel het beslag over de twee taartvormen en zet ze ongeveer 30-35 minuten in de voorverwarmde oven, of tot een caketester er schoon uit komt. 
• Haal de vormen uit de oven en laat ze 5-10 minuten afkoelen op een rooster, voordat je de cakes uit de vorm haalt en verder laat afkoelen. 
• Begin zodra de cakes in de oven staan met het glazuur. 
• Giet 1,25 dl water in een pan op laag vuur en laat er 30 g donkerbruine basterdsuiker en 175 g boter in smelten. 
• Haal de pan van het vuur wanneer het mengsel begint te borrelen en doe er dan de fijngehakte chocolade in. Schud en draai de pan zodat alle chocolade heet wordt.
• Laat de pan 1 minuut staan om de chocolade te laten smelten en klop dan het mengsel een paar minuten tot het glad en glanzend is. 
• Laat het mengsel ongeveer 1,5 uur staan en klop het zo nu en dan even door.  Het mengsel moet uiteindelijk stevig genoeg zijn om uit te kunnen smeren. 
• Leg een van de afgekoelde cakeplakken op een taartschaal of –plateau en smeer er ongeveer een derde deel van het glazuur op. 
• Leg de tweede cakeplak erop en smeer de rest van het glazuur over de boven- en tegen de zijkant.

Bosbessen Bakewell taartjes

Afgelopen zomer lagen we (als we de kijkcijfers mogen geloven) massaal aan de buis gekluisterd voor ‘Heel Holland Bakt’ (HHB). Natuurlijk heb ik ook gekeken en ik moet eerlijk zeggen dat ik er van heb genoten. Het was niet alleen leerzaam, maar er werd ook gelachen, gejuicht, geroddeld, jaloers naar de tegenstanders gekeken en zo heel af en toe een traantje weggepinkt. Presentatrice Martine Bijl was elke aflevering de kers op de taart. Met haar heerlijke humor, oprechtheid en relativerend commentaar wist ze de stemming er goed in te houden. 

En hoewel ik nauwelijks kan wachten tot het tweede seizoen begint is er toch iets, of eigenlijk iemand, die ik mis: Mary Berry, de grande dame van ‘The Great British Bake Off’ (de Britse versie van HHB). Zoals ik al zei heb ik genoten van HHB, maar Berry weet haar programma net even iets extra’s te geven. Een extra kers op de taart.

Omdat ik een groot fan ben van zowel Berry als ‘The Great British Bake Off’, kocht ik een paar maanden geleden het boek The Great British Bake Off. How To Bake. Met de tips van Berry kunnen de 120 recepten in dit boek eigenlijk niet mislukken. De keuze voor een baksel was snel gemaakt: omdat ik weer behoefte had aan een beetje zomer op mijn bordje ben ik aan de slag gegaan met deze bosbessen Bakewell taartjes, de mini-variant op de klassieke Engelse Bakewell taart. 

En het resultaat is fantastisch. Deze makkelijk-te-maken taartjes met hun bodem van heerlijk zoet korstdeeg met daarop een laagje jam en een amandelvulling zijn om te watertanden. Mijn proefpanel heeft er echt van zitten smullen. Mary Berry zou mij met dit resultaat zeker doorlaten gaan naar de volgende ronde. 

Ingrediënten

• 215 g bloem
• 100 g ongezouten roomboter, koud en in blokjes gesneden
• 55 g ongezouten roomboter, zacht
• 90 g poedersuiker, gezeefd + wat extra
• 2 grote eieren, losgeklopt
• 1 zakje vanillesuiker
• 55 g kristalsuiker
• 40 g amandelmeel
• 12 tl bosbessen jam
• bosbessen, voor de garnering

Extra nodig

Cupcake/muffinbakvorm met 12 holtes, een ronde uitsteker van 8 – 8,5 centimeter doorsnee, spuitzak met rond spuitmondje, huishoudfolie

Tijd (ongeveer)

25 minuten bereiding, 35 minuten oven, 2 uur wachten

• Zeef 200 g bloem in een kom. Wrijf met je vingertoppen 100 g koude en in blokjes gesneden roomboter door de bloem, totdat het mengsel uit fijne kruimels bestaat. 
• Roer 1 zakje vanillesuiker en 40 g gezeefde poedersuiker met een vork door de kruimels. 
• Gebruik een (palet)mes om 1 losgeklopt ei door het kruimelmengsel te snijden. Druk het deeg samen tot een bal, wikkel deze bal in huishoudfolie en laat het 1 uur rusten in de koelkast. 
• Vet de cupcake/muffinbakvorm in. 
• Rol het deeg op een met bloem bestoven werkblad uit tot ongeveer 3 millimeter dikte. 
• Steek met de ronde uitsteker 12 cirkels uit het deeg. Prik met een vork wat gaatjes in de cirkels. 
• Druk de cirkels deeg voorzichtig in de holtes van de cupcake/muffinbakvorm. Probeer het deeg niet uit te rekken en zorg ervoor dat er geen lucht tussen het deeg en de bakvorm zit. 
• Zet de beklede bakvorm 15 minuten in de koelkast. 
• Verwarm de oven voor op 170°C. 
• Doe 55 g zachte roomboter, 55 g kristalsuiker, 1 losgeklopt ei, 40 g amandelmeel en 15 g bloem in een kom. 
• Mix deze met een mixer door elkaar totdat alles goed vermengd en glad is. Doe het mengsel in een spuitzak met een rond spuitmondje.
• Haal de bakvorm uit de koelkast en schep in ieder bakje een theelepel bosbessenjam. Strijk de jam glad. 
• Pak de gevulde spuitzak en verdeel het mengsel over de 12 bakjes.
• Bak de taartjes ongeveer 35 minuten in de oven, of tot ze mooi gerezen en goudbruin zijn. 
• Laat de taartjes 5 minuten in de bakvorm afkoelen en plaats ze daarna op een rooster om helemaal koud te worden. 
• Roer 50 g poedersuiker met een klein beetje water door elkaar totdat je een stevig suikerglazuur hebt. 
• Versier de afgekoelde taartjes met wat suikerglazuur en plaats er een paar bosbessen bovenop. Bestrooi de taartjes ten slotte met wat poedersuiker.

Mokka-walnoten brownies met mokkasaus

Keukenregel nr. 1: hoepel op uit de keuken als ik aan het bakken ben. Hoewel ik het heel gezellig vind om mensen om mij heen te hebben, sta ik mijn kleine krappe keuken het liefst alleen (of als het echt niet anders kan met zo min mogelijk mensen). Het is heerlijk als niemand mij voor de voeten loopt of op een andere manier hindert.

Vorige week werd er een (leuke) uitzondering gemaakt op deze regel. Mijn nichtje van twee wilde heel graag samen met mij cakejes bakken en daar kon ik natuurlijk geen ‘nee’ tegen zeggen. Ik maakte toen meteen nog een uitzondering: ik kocht een kant-en-klare bakmix voor cakejes. Sommige mensen zweren bij bakmixen, maar zelf zal ik hier niet snel (of eigenlijk helemaal nooit) naar grijpen. 

Ik heb genoeg bakmix-baksels geproefd om te kunnen zeggen dat het eindresultaat in de meeste gevallen lekker is (hoewel niet fantastisch), maar ik haal er totaal geen voldoening uit. Ik maak mijn baksels het liefst helemaal from scratch. En nee, dit is niet moeilijk doen terwijl het makkelijk kan, maar ik wil gewoon zelf mijn ingrediënten en smaak kunnen bepalen. En ja, vaak kost dit (iets) meer tijd en moet ik een dozijn ingrediënten in huis hebben/halen, maar het is het allemaal waard. 

Neem nu bijvoorbeeld brownies. Bakmix-brownies smaken lekker naar chocolade, maar ze zijn vaak te luchtig en erg droog. De mokka-walnoten brownies uit dit recept zijn heerlijk rijk van smaak, lekker compact & kleverig en (als kers op de taart) royaal overgoten met mokkasaus. Onweerstaanbaar lekker. De bakmix-brownies zijn prima als snack tussendoor, maar de brownies from scratch zijn zelfs perfect om te serveren als nagerecht. Dus voor dit 'stukje hemel op mijn bordje' wil ik best wat langer in mijn keuken staan. 

Tip: De sterkte van de mokkasmaak is zowel bij de brownies als bij de saus zelf te bepalen, gebruik gewoon meer of minder oplos espressopoeder.

Ingrediënten

• 115 g roomboter
• 115 g pure chocolade, in stukjes
• 4 ½ el oplos espressopoeder
• 225 g witte basterdsuiker
• 3 eieren, losgeklopt
• 80 g bloem
• 75 g melkchocolade hagelslag 
• 70 g walnoten + extra voor garnering
• 1 dl slagroom
• 85 g witte chocolade, in stukjes

Extra nodig

brownie bakblik van 23 bij 23 centimeter, bakpapier

Tijd (ongeveer)

20 minuten bereiding, 40-45 minuten oven, 60 minuten wachten

• Verwarm de oven voor op 165°C. Hak 70 g walnoten grof en spreid ze uit over een met bakpapier beklede bakplaat. Rooster ze ongeveer 10 minuten in de oven. Let goed op dat de walnoten niet verbranden.
• Verwarm de oven voor op 180°C. Vet het bakblik in en bekleed het met bakpapier.
• Los 4 eetlepels oplos espressopoeder op in 2 eetlepels kokend water. 
• Smelt de roomboter en de pure chocolade au bain-marie. Voeg de zeer sterke espresso toe en roer even goed door. Laat het mengsel iets afkoelen. 
• Klop de witte basterdsuiker en de eieren door het chocolademengsel. 
• Klop de bloem, de hagelslag en de geroosterde walnoten snel door het beslag. 
• Giet het beslag in het bakblik.
• Bak de brownie in 30-35 minuten in de oven, tot hij stevig aanvoelt, maar nog vochtig is vanbinnen.
• Laat de browniekoek in de bakvorm afkoelen. 
• Maak ondertussen de saus.
• Los ½ eetlepel oplos espressopoeder (1 zakje) op in 1 eetlepel kokend water.
• Verhit de slagroom en 85 g witte chocolade in een pannetje op laag vuur. Roer af en toe, tot de chocolade gesmolten is en het mengsel glad is. Voeg de sterke espresso toe en roer nog even goed door. 
• Laat de saus afkoelen en opstijven.
• Snijd de browniekoek in repen of vierkantjes. 
• Leg de brownies op een bordje en schep er de saus over. Garneer de brownies met grof gehakte walnoten.

Bron recept: Brownies, auteur onbekend

Chocolade truffelkoekjes

Na een drukke week vind ik het heerlijk om mezelf in het weekend even te verwennen. En dit betekent voor mij geen Wellness-weekend dat bestaat uit beautydagen vol massages en behandelingen, maar gewoon een vrijdag- of zaterdagavond die ik thuis in mijn eentje doorbreng. 

Dit klinkt misschien een beetje saai (en wellicht sneu), maar dat is het echt niet. Ik geniet er ontzettend van om gewoon lekker te kunnen doen waar ik zelf zin in heb, zonder al te veel (het liefst geen) rekening te hoeven houden met anderen. Gewoon mijn eigen feestje. 

En op mijn feestje mag er één ding zeker niet ontbreken: chocolade. Comfort food in optima forma dat ieder verwenmoment compleet maakt. Het eten van deze chocolade truffelkoekjes betekent dan ook genieten met een grote G. 

Qua uiterlijk lijken ze heel erg op de besneeuwde chocoladekoekjes die ik eerder gemaakt heb, maar ze smaken dankzij de amaretto echt compleet anders. Ze zijn onweerstaanbaar lekker, ideaal als versnapering tijdens een luie avond op de bank én ontzettend makkelijk om te maken. Mijn verwenavondje kan met deze koekjes niet meer stuk. Het recept voor deze kleine schoonheden haalde ik uit het bakboek Home Sweet Home van The Hummingbird Bakery (een fantastisch boek met een groot scala aan heerlijke lekkernijen).

Ingrediënten

• 80 g bloem
• 25 g cacaopoeder
• ½ tl bakpoeder
• 90 g kristalsuiker
• 25 g roomboter, in blokjes
• 1 ei
• 10 ml amaretto
• 50 g poedersuiker
• 50 g fijne kristalsuiker

Extra nodig

Twee met bakpapier beklede bakplaten, huishoudfolie

Tijd (ongeveer)

25 minuten bereiding, 10-12 minuten oven, 2 uur wachten

• Zeef de bloem, cacaopoeder en bakpoeder boven een kom. 
• Roer er 90 g kristalsuiker doorheen. 
• Wrijf de boter met je vingertoppen door de droge ingrediënten, totdat het mengsel een zanderige structuur heeft waarin geen grote klontjes boter meer voorkomen. 
• Mix in een maatbeker het ei en de amaretto door elkaar.
• Roer deze vloeistof door het zanderige mengsel in de kom. 
• Mix de ingrediënten door elkaar tot zich een deeg vormt. 
• Verpak het deeg in huishoudfolie en laat het anderhalf uur in de koelkast rusten. 
• Verwarm de oven voor op 180°C.
• Schep de poedersuiker en de fijne kristalsuiker in twee aparte kommetjes. 
• Haal het deeg uit de koelkast en rol er met koele hand ongeveer 18 bolletjes van. 
• Rol de bolletjes vervolgens door de fijne kristalsuiker en daarna door de poedersuiker, zodat ze met een laagje bedekt worden. Schud de overtollige poedersuiker er af. 
• Leg de bolletjes 5 centimeter uit elkaar op de bakplaat, zodat ze kunnen rijzen. 
• Bak de koekjes 10-12 minuten in de oven. 
• Haal de koekjes uit de oven en laat ze twee minuten op de bakplaat liggen.
• Leg ze daarna op een rooster om helemaal af te koelen.

Chocolade-kokoscupcakes

Toen begin vorige maand de meteorologische herfst begon, wist ik dat het niet lang ging duren voordat ik mensen zou horen zeuren over het herfstweer. En binnen twee weken was het zo ver: in de trein ving ik een gesprek op tussen drie dames. Er werd gemopperd over de regen, de wind, het op handen zijnde vitamine D tekort, de hoge energierekening, de voorspellingen van het KNMI en over het feit dat er snel een nieuwe winterjas gekocht moest worden omdat ze nu al onderkoelingsverschijnselen kregen van een wandelingetje in de koude buitenlucht. 

De conclusie die na dit gesprek getrokken kon worden: ons hele klimaat is bar en boos en het is tijd om te gaan emigreren naar een zonnig en warm land zodat je nooit meer warme kleren nodig hebt of de kachel moet stoken. 

En natuurlijk weet ik dat de herfst nat begonnen is en dat er nog veel meer nattigheid gaat volgen, maar persoonlijk vind ik al dit gezeur over het Hollandse herfstweer zinloos. Als het buiten slecht weer is ga ik niet lopen chagrijnen maar ga ik lekker iets bakken, zodat de keuken zich vult met de warme geuren van mijn baksel. Dit werkt nog altijd het beste voor mijn humeur. En gelukkig zijn er genoeg zomers getinte gerechten die ook heel goed smaken wanneer ik de verwarming een graadje hoger moet zetten, zoals deze chocolade-kokoscupcakes. Verrukkelijk. Dus terwijl buiten de regen tegen de ramen slaat, geniet ik van dit zomerse zonnetje op mijn bordje en emigreer ik ondertussen in mijn gedachten naar een zonnig eiland met hagelwitte stranden en wuivende palmbomen. 

Tip: het is ook lekker om de gemalen kokos licht te roosteren. Doe dit in een droge koekenpan (pas op dat de kokos niet verbrand, dit gebeurd vrij snel) of ca. 10 minuten in een voorverwarmde oven van 150°C (waarbij je de kokos uitspreid op een met bakpapier beklede bakplaat). Het recept voor deze heerlijke cupcakes komt uit het fantastische bakboek Home Sweet Home. 

Ingrediënten

• 230 g ongezouten boter, zacht
• 160 g bloem, gezeefd
• 250 g kristalsuiker
• 50 g cacaopoeder, gezeefd
• 1 tl bakpoeder
• ¼ tl zout
• 210 ml volle melk
• 2 grote eieren
• 9 Bounty’s
• 500 g poedersuiker, gezeefd
• 60 ml kokosmelk
• 60 g gemalen kokos

Extra nodig

Twee cupcake bakblikken met 12 holtes, 16-18 papieren cupcakevormpjes

Tijd (ongeveer)

25 minuten bereiding, ca. 25 minuten oven, 45 minuten wachten

• Verwarm de oven voor op 170°C. Plaats de papieren cupcakevormpjes in de cupcake bakblikken. 
• Klop in een maatbeker de volle melk en eieren met een garde los.
• Doe 70 g zachte boter, de bloem, de kristalsuiker, cacaopoeder, bakpoeder en zout in een kom en mix deze door elkaar tot je een kruimelig mengsel hebt.
• Zet de mixer op de laagste stand en giet geleidelijk iets meer dan de helft van het melk-eiermengsel erbij. Blijf mixen tot alles goed vermengd is. 
• Zet de mixer op de middelste stand en klop tot het beslag glad en dik is, zonder klontjes. 
• Wanneer alle klontjes verdwenen zijn zet je de mixer weer op de laagste stand en voeg je geleidelijk het resterende melk-eiermengsel toe. Blijf mixen tot het beslag mooi glad is. 
• Vul de vormpjes voor 2/3 met beslag. Snijd vier Bounty’s in 20 gelijke stukjes (elke bounty dus in vijven) en plaats één stukje op elk ongebakken cakeje. 
• Bak de cakejes in ca. 25 minuten gaar. De cakejes moeten terugveren als je er zachtjes op drukt.
• Laat de cakejes buiten de oven 5 minuten afkoelen in het bakblik en plaats ze dan op een rooster om helemaal koud te worden. 
• Mix de poedersuiker met 160 g zachte boter op lage snelheid door elkaar, tot een fijn kruimelig mengsel. 
• Voeg al kloppende op lage snelheid de kokosmelk toe. Klop vervolgens op middelhoge snelheid het glazuur licht en luchtig. 
• Schep een royale hoeveelheid van het glazuur op elk cupcake. Strijk het glazuur glad met een (pallet)mes. 
• Snijd 5 Bounty’s in 20 stukjes (elke Bounty dus in vieren). Strooi over elk cupcake wat gemalen kokos en plaats een stukje Bounty op elk cakeje.

Baileys bonbons

Er zijn niet veel dingen die mij vrolijker maken dan het zelf fabriceren van zoete lekkernijen. En omdat ik precies weet wat ik lekker vind, werkt het buitengewoon bevredigend om te kunnen maken wat ik wil eten. Het “probleem” is alleen dat ik al die zelfgefabriceerde zoetigheid niet in mijn eentje kan opeten. Nou ja, dat kán ik natuurlijk wel doen, maar dan zou ik nu inmiddels tonnetje rond zijn en een kandidaat bij het programma Obese. 

Gelukkig ken ik genoeg mensen die zich elke week vrijwillig opofferen om samen met mij mijn nieuwste creaties te proeven. Dit proefpanel bestaat vooral uit familieleden en de grote groep collega’s van mijn moeder. Ik ben deze mensen ontzettend dankbaar dat ze dit willen doen, niet alleen omdat ik het zonde vind om eten weg te gooien, maar ook omdat ik graag reacties krijg (die ook best wat kritisch mogen zijn). 

Dat mijn proefpanel ook dankbaar is, bleek eerder dit jaar toen de collega’s van mijn moeder ineens een cadeautje voor mij hadden: een flesje Tia Maria en een flesje Baileys, als dank voor al het lekkers dat ze mochten proeven. En natuurlijk ben ik dol op cadeautjes, vooral als ik ze in de keuken kan gebruiken. Het flesje Baileys heb ik nu als eerste opengebroken, voor deze verrukkelijke Baileys bonbons. Vanzelfsprekend mochten de collega’s van mijn moeder deze kleine lekkernijen als eerste proeven. En als ik mijn moeder mag geloven, vielen ze heel erg in de smaak. 

Tip: ik laat het chocolade-Baileys-mengsel zo’n drie kwartier opstijven in de koelkast, maar je kunt het mengsel ook in een spuitzak scheppen en deze ongeveer 20 minuten in de koelkast laten rusten. Je kunt het daarna in mooie hoopjes in bonbonvormpjes spuiten. 

Ingrediënten

• 100 g pure chocolade + eventueel extra voor garnering (zie recept)
• 50 g melkchocolade
• 125 g roomboter
• 125 g poedersuiker
• 2 el cacaopoeder + eventueel extra voor garnering (zie recept)
• 1 el oplos espressopoeder
• 60 ml Baileys
• eventueel geraspte witte chocolade voor garnering(zie recept)
• eventueel hagelslag (puur en/of melk) voor garnering (zie recept)

Extra nodig

huishoudfolie, plastic handschoenen

Tijd (ongeveer)

30 minuten bereiding, 1 nacht wachten

• Smelt beide soorten chocolade samen au bain-marie en voeg een halve eetlepel (1 zakje) oplos espressopoeder toe.
• Roer de boter en de poedersuiker tot een romig mengsel.
• Roer het cacaopoeder, het resterende oplos espressopoeder, Baileys en de gesmolten chocolade er geleidelijk door.
• Schep het chocolademengsel in een ondiepe kom en dek deze af met huishoudfolie. Laat het mengsel 30-45 minuten rusten in de koelkast. 
• Draai het chocolademengsel tot ongeveer 45 balletjes. Draag bij voorkeur plastic handschoenen. Als je deze niet hebt, spoel dan regelmatig je handen af met koud water (vergeet ze niet droog te maken), zodat je handen koel blijven en de chocolade niet blijft plakken. 
• Rol elk balletje door cacaopoeder/geraspte witte chocolade/geraspte pure chocolade/hagelslag. 
• Laat de bonbons een nacht opstijven in de koelkast.

Bron recept: Bonbons & Lekkernijen zelf maken.

Bramen-honingtaart

Als ik aan het plukken van bramen denk zie ik in mijn gedachten altijd een idyllisch plaatje van een gezin met jonge kinderen dat op een mooie nazomerdag met een rieten mandje al huppelend de bramenstruiken in het bos achter het ouderlijk huis afstruint. 

Een heerlijk romantisch tafereel, maar de harde werkelijkheid is dat ik zelf nog nooit bramen heb geplukt. Ik kom ze wel regelmatig tegen tijdens het wandelen door de bossen, maar ik durf ze nooit mee naar huis te nemen: bang dat de boswachter ineens vanachter een boom opduikt om mij op de bon te slingeren. 

Hierdoor ben ik altijd aangewezen op de bramen uit de winkel, waarvoor veel geld neergeteld moet worden. Vandaar dat ik deze heerlijke vruchten niet vaak koop en ik ze nog nooit in de keuken gebruikt heb. 

Maar daar is recentelijk verandering in gekomen, want ineens was daar ‘Heel Holland Bakt’ winnaar Rutger die met een verleidelijk recept voor een bramen-honingtaart op de proppen kwam. En ondanks de bramenprijs, voelde ik grote drang om dit recept uit te proberen. De bramen-honingtaart-bakdag kende twee keer een primeur: niet alleen was het de eerste keer dat ik met verse bramen aan de slag ging, maar het was ook de eerste keer dat ik het eindresultaat té zoet vond. Ja, je leest het goed: té zoet. Zelfs voor een zoetekauw als ik zijn er dus wel degelijk grenzen. 

De boosdoener was de honing. Het originele recept vraagt om heidehoning, maar bij gebrek hieraan heb ik gewoon de bloemenhoning gebruikt die ik nog in mijn keukenkastje had staan. Het internet leert dat heidehoning pittig is en een beetje bitter smaakt. Bloemenhoning is natuurlijk mierzoet. Bij de tweede bakpoging heb ik dus ook 95 g bloemenhoning gebruikt in plaats van de aangegeven 115 gram. En het resultaat was deze keer fantastisch. 

Tip: voeg de honing beetje bij beetje toe en proef tussendoor hoe het honing-mascarpone mengsel smaakt. Stop met het toevoegen van honing als de smaak van het mengsel naar wens is. 

Ingrediënten

• 180 g roomboter, in stukjes gesneden
• 250 g bloem
• 8 g bakpoeder
• 225 g kristalsuiker
• 80 g donkere basterdsuiker
• 1 eierdooier
• 1 tl vanille-extract
• snuf zout
• rasp van een halve citroen
• 125 g amandelmeel
• 1 ei (50 gram) + eventueel wat extra
• 250 g mascarpone
• 125 g zure room
• 95 g (heide)honing
• 350 g bramen
• poedersuiker
• eventueel een takje munt

Extra nodig

Taartring/bakring van 22 centimeter doorsnede, huishoudfolie, foodprocessor, bakpapier, spuitzak met rond spuitmondje

Tijd (ongeveer)

30 minuten bereiding, 25 minuten oven, 60 minuten wachten

• Zeef de bloem en het bakpoeder boven een kom. Voeg 100 g kristalsuiker, de basterdsuiker, de eierdooier, het vanille-extract, het zout en de roomboter toe.
• Kneed de ingrediënten kort met de hand tot een samenhangend deeg. Kneed echt niet te lang door: zodra er van het deeg een samenhangende bal gevormd kan worden is het goed.
• Verpak het deeg in huishoudfolie en laat het een uur in de koelkast rusten.
• Maak ondertussen het amandelspijs. 
• Doe de rasp van een halve citroen, het amandelmeel, 125 g kristalsuiker en het ei in een foodprocessor met messen en mix het geheel goed door elkaar. In het originele recept wordt vermeld dat het mengsel spuitbaar moet zijn en je dus eventueel wat extra ei toe moet voegen zodat het mengsel nét slap genoeg is. Mijn ervaring leert dat je het mengsel niet per se hoeft te spuiten.
• Dek het amandelspijs af tot verder gebruik.
• Klop in een kom de mascarpone en de zure room luchtig.
• Voeg de honing toe en mix nog verder met de mixer tot een luchtige massa. 
• Dek de kom af en zet deze in de koelkast om op te stijven. 
• Verwarm de oven voor op 180°C.
• Bestuif je werkblad met wat bloem en rol hierop het deeg uit tot een ronde lap van ongeveer 1 tot 1,2 centimeter dik. 
• Steek met de taart- of bakring een ronde deegplak uit.
• Verwijder het overtollige deeg en leg de deegplak op een met bakpapier beklede bakplaat. 
• Vet de taart- of bakring in en plaats deze om de deegplak. 
• Schep het amandelspijs op het deeg en spreid het met een spatel (of gewoon met de hand) uit tot 1,5 centimeter van de rand.
• Bak de taartbodem in 25 minuten bruin en gaar.
• Laat de bodem helemaal koud worden op een rooster.
• Haal het honing-mascarpone mengsel uit de koelkast en schep deze in een spuitzak met een rond spuitmondje. Spuit dit mengsel op de taartbodem, waarbij je alleen het amandelspijs bedekt en de rand vrij laat. 
• Verdeel de bramen rijkelijk over het honing-mascarpone mengsel. Zeef met een theezeefje wat poedersuiker over de taart. Garneer eventueel met een takje munt.

Popcorn cupcakes

Thuis een filmpje kijken is een favoriete bezigheid van veel Nederlanders. En het najaar is een perfecte periode voor deze leuke tijdsbesteding. In de zomer ondernemen we nog vaak buitenactiviteiten, maar het gure herfstweer nodigt uit om de warme gezelligheid van de huiskamer op te zoeken. De wintertijd gaat over een paar weken ook weer in (in de nacht van zaterdag 26 op zondag 27 oktober om precies te zijn), wat betekent dat de duisternis weer irritant vroeg invalt. En wat kun je dan beter doen dan een heerlijk avondje op de bank teevee kijken? 

Wanneer ik in de bioscoop een film bekijk wil ik nog wel eens emmer popcorn bestellen, maar thuis eet ik dit eigenlijk nooit. Deze film-snack bij uitstek heeft buiten de bioscoop gewoon niet zo heel veel aantrekkingskracht op mij. 

Toch was ik erg nieuwsgierig naar deze popcorn cupcakes die ik tegenkwam in het gé-wel-di-ge bakboek Home Sweet Home van The Hummingbird Bakery. Ik moet eerlijk bekennen dat ik in het begin een beetje sceptisch was: popcorn op een cupcake? Het klinkt als een vreemde smaakcombinatie, maar daar sta ik wel voor open. En gelukkig maar, want de cakejes zijn echt fantastisch: ik ben er helemaal weg van. Ze zijn heerlijk licht en luchtig en de popcorn maakt ze lekker knapperig. 

Ik kan je echt aanraden om karamel popcorn te gebruiken, want deze geeft de cakejes nog meer smaak. Voor dit recept heb ik geen baktips, maar wel een tip voor het weekend: pak je favoriete film uit de kast en trakteer jezelf op een lekker “bakje” popcorn. Veel plezier!

Ingrediënten

• 230 g ongezouten boter, zacht
• 210 g bloem, gezeefd
• 250 g kristalsuiker
• 1 tl bakpoeder
• ¼ tl zout
• 260 ml volle melk
• 2 grote eieren
• ca. 140 g karamel popcorn + extra voor garnering
• 500 g poedersuiker, gezeefd

Extra nodig

Eén of twee cupcake bakblikken met 12 holtes, ca. 16 papieren cupcakevormpjes

Tijd (ongeveer)

25 minuten bereiding, ca. 25 minuten oven, 45 minuten wachten

• Verwarm de oven voor op 170°C. Plaats de papieren cupcakevormpjes in het cupcake bakblik. 
• Klop in een maatbeker 210 ml volle melk met de eieren door elkaar.
• Doe 70 g zachte boter, de bloem, de kristalsuiker, het bakpoeder en het zout in een kom en mix deze door elkaar tot je een kruimelig mengsel hebt.
• Zet de mixer op de laagste stand en giet geleidelijk de helft van het melk-eiermengsel erbij. Blijf mixen tot alles goed vermengd is. 
• Zet de mixer op de middelste stand en klop tot het beslag glad en dik is, zonder klontjes. 
• Wanneer alle klontjes verdwenen zijn zet je de mixer weer op de laagste stand en voeg je geleidelijk het resterende melk-eiermengsel toe. Blijf mixen tot het beslag mooi glad is. 
• Vul de vormpjes voor 2/3 met beslag. Plaats drie à vier stukjes popcorn in het midden van elk ongebakken cakeje en duw ze een stukje (of helemaal) in het beslag.
• Bak de cakejes ca. 25 minuten, of tot de cakejes goudbruin zijn en terugveren als je er zachtjes op drukt. 
• Laat de cakejes buiten de oven 5 minuten afkoelen in het bakblik en plaats ze dan op een rooster om helemaal koud te worden.
• Mix de poedersuiker met 160 g zachte boter op lage snelheid door elkaar, tot een fijn kruimelig mengsel. 
• Voeg al kloppende op lage snelheid 50 ml volle melk toe. Klop als alle melk is opgenomen op middelhoge snelheid het glazuur licht en luchtig. 
• Hak 60 g popcorn fijn en roer dit door het glazuur tot alle stukjes gelijkmatig verdeeld zijn. 
• Schep een royale hoeveelheid van het glazuur op elk cupcake. Strijk het glazuur zo goed mogelijk glad met een (pallet)mes.
• Plaats op elk cupcake 3 (of indien gewenst meer) stukjes popcorn.