Speculaas-kruidnoten whoopies

Nog een paar nachtjes slapen (om precies te zijn vier)

En dan komt het heerlijk avondje vol met plezier.

Pepernoten, taaitaai en marsepein worden elk jaar gebracht door Sinterklaas, 

Maar de bakpiet bakte dit jaar ook whoopies met kruidnoten en speculaas. 

Op pakjesavond worden wij naast de cadeautjes nu heel erg blij, 

Van deze heerlijke nieuwe sinterklaaslekkernij. 

De whoopies zijn ideaal om met anderen te delen,

En dat komt goed uit want op sinterklaasavond ben je vaak met velen.

Ook er fijn: ze zijn in een mum van tijd gereed

                                                     En maken de feestelijke avond helemaal                                                                                compleet.

Ingrediënten

• 290 g roomboter
• 150 g donkerbruine basterdsuiker
• 1 ei
• 75 ml golden syrup
• 75 ml gembersiroop
• 480 g bloem
• 2 ½ tl speculaaskruiden
• 1 snufje zout
• 1 tl bakpoeder
• 150 ml karnemelk
• 300 g poedersuiker
• 25 ml room
• ½ tl amandelextract
• 50 g fijngemalen kruidnoten

Extra nodig

2 spuitzakken met spuitmondjes, met bakpapier beklede bakplaat

Tijd (ongeveer)

45 minuten bereiding, 12 minuten oven, 20 minuten wachten

• Verwarm de oven voor op 180°C.
• Mix 140 g boter en de donkerbruine basterdsuiker tot een luchtig geheel.
• Voeg het ei toe en klop tot een homogeen mengsel.
• Meng de golden syrup en gembersiroop door het deeg. 
• Zeef de bloem met 1 ½ theelepel speculaaskruiden, het bakpoeder en het zout.
• Voeg ze toe aan het deeg en klop heel kort todat alles is opgenomen en je geen bloemresten meer ziet. 
• Klop er tenslotte de karnemelk door en mix tot een glad deeg. 
• Doe het deeg in een spuitzak en spuit kleine hoopjes op de met bakpapier beklede bakplaat. Laat tussen de whoopies genoeg ruimte vrij, want ze vloeien uit tijdens het bakken.
• Bak de whoopies in 12 minuten gaar: ze moeten terugveren als je erop duwt.
• Laat de whoopies afkoelen. 
• Klop voor de vulling 150 g zachte roomboter luchtig en romig. 
• Voeg dan langzaam de poedersuiker toe en klop tot een homogeen geheel.  
• Voeg 25 ml room, ½ theelepel amandelextract en 1 theelepel speculaaskruiden toe. Klop tot een gladde botercrème. 
• Spatel tenslotte de gemalen kruidnoten door de crème.
• Doe de crème in een spuitzak en spuit de vulling op de ene helft van de whoopies en bedek met de andere helft. 

Kruidnotencake

In de afgelopen jaren heb ik vaak gemopperd op mijn supermarkt omdat ze de kruidnoten wel erg vroeg in de schappen hadden liggen. Kruidnoten horen bij het sinterklaasfeest en in augustus ben ik echt nog niet in de feeststemming. Pas in de zaaimaand ga ik voorbereidingen treffen voor de verjaardag van de Goedheiligman. 

Toch heb ik mezelf er dit jaar maar bij neergelegd dat de kruidnoten er zo vroeg zijn. Kennelijk zijn er heel veel kruidnotenfanaten die al in de zomermaanden behoefte hebben aan zo’n lekker nootje. En als ik heel eerlijk ben kan ik ze geen ongelijk geven, want kruidnoten smaken namelijk verrukkelijk. 

Als ik niet zoveel waarde zou hechten aan de sinterklaastraditie, zou ik er het hele jaar wel op kunnen knabbelen en van kunnen smullen. 

Het fijne aan deze nootjes is dat ze niet alleen heerlijk zijn om zo uit de hand te eten, maar dat je er ook allerlei leuke en lekkere dingen mee kunt doen. Neem nu bijvoorbeeld deze kruidnotencake: in de sinterklaastijd een onweerstaanbare traktatie bij de koffie of thee. En het kost je niet zo heel veel tijd en/of moeite om deze cake te maken, dus binnen de kortste keren kun je vol verwachting de ovendeur opentrekken om beloond te worden met de geur & smaak van versgebakken zoet. 


Ingrediënten

• 200 g roomboter
• 200 g donkerbruine basterdsuiker
• 4 eieren
• 4 el volle melk
• 200 g zelfrijzend bakmeel
• 1 tl bakpoeder
• snufje zout
• 1 el speculaaskruiden
• 150 g kruidnoten met een chocoladelaagje + extra voor garnering
• 200 g witte chocolade

Extra nodig
Ingevette cakevorm van 26 centimeter lang
Tijd (ongeveer)
30 minuten bereiding, 65 minuten oven, 45 minuten wachten

• Verwarm de oven voor op 170°C.
• Klop de boter met de basterdsuiker zacht en romig. 
• Voeg één voor één de eieren toe. Voeg het volgende ei pas toe als het vorige is opgenomen. 
• Roer er vervolgens de melk doorheen.
• Zeef het zelfrijzend bakmeel, het bakpoeder, het zout en de speculaaskruiden boven de kom en spatel dit luchtig door het beslag. 
• Roer en tenslotte 150 g kruidnoten met chocoladelaagje doorheen. 
• Giet het beslag in de ingevette cakevorm. 
• Bak de cake in ongeveer 65 minuten gaar. Test of de cake gaar is door er in het midden met een satéprikker in te steken. Als de prikker er droog uitkomt is de cake gaar. 
• Laat de cake 5 minuten afkoelen in de vorm en stort hem dan voorzichtig op een rooster om helemaal koud te worden. 
• Smelt de chocolade au bain-marie. Zorg ervoor dat de kom niet te heet wordt, want dan stolt de chocolade en moet je opnieuw beginnen. Probeer ook zo min mogelijk te roeren. 
• Giet de gesmolten chocolade over de cake en garneer hem met wat kruidnoten.

Kruidnoten tiramisu

Er zijn maar weinig desserts die zoveel aantrekkingskracht hebben als tiramisu. Dit van oorsprong Italiaanse gerecht heeft de hele wereld veroverd en een langdurige liefdesrelatie opgebouwd met menig smaakpapil. Zo ook met die van mij. 

De lekkerste versie heb ik ooit gegeten in Florence, waar een dame op leeftijd in haar winkeltje zelfgemaakte tiramisu verkocht. Al na één hap voelde ik mij de gelukkigste persoon op aarde. En dit is niet verwonderlijk, want tiramisu betekent letterlijk ‘trek mij omhoog’, wat geïnterpreteerd zou kunnen worden als ‘maak me blij’: nou, dat is gelukt! 

De tiramisu uit Florence overtreffen zal nooit ofte nimmer gaan lukken, maar de kruidnoten tiramisu die ik een tijdje geleden gemaakt heb mag er ook zeker zijn. 

Een traditionele tiramisu bestaat uit Italiaanse savoiardi, mascarpone, zabaglione, espresso, marsala en cacaopoeder, maar voor dit recept heb ik de savoiardi vervangen door kruidnoten en de marsala door Amaretto. Het resultaat is een verrukkelijke (Nederlandse) variant op het origineel. Een groot pluspunt is dat het helemaal niet moeilijk is om deze tiramisu te maken: het is een kwestie van opbouwen en dat duurt niet heel erg lang en vereist ook weinig vaardigheid. Het enige wat je nodig hebt is geduld, want er zit enige tijd tussen het samenstellen van dit dessert en het eten ervan. Maar het is de moeite waard. Op pakjesavond zul je er ook zeker hoge ogen mee gooien. 

Tip: vanwege de rauwe eieren en de alcohol is dit gerecht niet geschikt voor kinderen en zwangere vrouwen. Als je traditionele tiramisu wilt maken, maar geen Italiaanse savoiardi hebt, dan kun je ook ‘gewone’ lange vingers gebruiken. In plaats van marsala kun je ook cognac gebruiken (ongeveer 100 gram). 

Ingrediënten

• 2 eieren, gesplitst
• 60 g kristalsuiker
• 250 g mascarpone
• merg van 1 vanillestokje
• 200 g espresso of zeer sterke koffie
• 5 el amaretto
• ca. 200 g kruidnoten
• cacaopoeder

Extra nodig

Rechthoekige lage schaal of enkele kleine schaaltjes

Tijd (ongeveer)

30 minuten bereiding, minstens zes uur wachten

• Klop de 2 eierdooiers luchtig met 30 g kristalsuiker en het vanillemerg. 
• Spatel dit door de mascarpone. 
• Klop de 2 eiwitten stijf met 30 g kristalsuiker. Spatel het eiwit zo luchtig mogelijk door het mascarponemengsel.
• Roer de espresso met de amaretto goed door elkaar.  
• Bedek de bodem van de schaal(tjes) met kruidnoten die je steeds kort onderdompelt in de koffie. Kijk uit: de kruidnoten vallen snel uit elkaar. Leg dus geen voorraadje aan, maar dip per keer twee of drie kruidnoten in de koffie tot ze doordrenkt zijn. 
• Bestrijk de kruidnotenlaag met de helft van het mascarponemengsel.
• Maak daarop weer een laag met kruidnoten en sluit af met een laag mascarpone. Strijk de mascarpone zo glad mogelijk. 
• Laat de tiramisu minstens een halve dag in de koelkast opstijven.
• Bestrooi de tiramisu voor het serveren met wat cacaopoeder. 

Bron recept: Maak van de noot een deugd, Marije Sietsma e.a.

Chocoladeletter

Hoewel het voor veel kinderen nog een eeuwigheid lijkt te duren, is het over twee weken toch echt al zover: Sinterklaasavond. Op deze avond worden er in veel Nederlandse huishoudens verschillende traditionele sinterklaaslekkernijen geconsumeerd. Naast pepernoten, taaitaai en marsepein zal er in menig (kinder)schoen ook een chocoladeletter te vinden zijn. Dit lekkere cadeautje maakt ook jaarlijks mijn ‘heerlijk avondje’ compleet. 

Veel sinterklaaslekkernijen maak in inmiddels zelf, maar de letter van chocolade wordt elk jaar nog gewoon in de winkel gekocht. Dit jaar vond ik het de hoogste tijd om deze gewoonte eens te veranderen. Een chocoladeletter maken is namelijk niet alleen erg leuk om te doen, maar ook helemaal niet moeilijk. 


Eerder dit jaar heb ik al geëxperimenteerd met het spuiten van een chocoladeletter op bakpapier, maar per toeval stuitte ik een paar maanden geleden op een chocoladeletter-mal. De werkwijze is verschillend, maar in beide gevallen krijg je een heerlijke letter en kun je helemaal los gaan met de versiering. 

Het recept in deze blogpost is die voor de gespoten letter. Wanneer je een mal gebruikt, smelt dan de chocolade zoals in het recept hieronder beschreven staat en vul de schone mal hiermee. Tik de mal een paar keer  op je werkblad om de luchtbelletjes eruit te krijgen. Zet de mal daarna in de koelkast en laat de letter helemaal afkoelen en hard worden. Als de letter is afgekoeld tik je deze uit de mal. De versiering kun je vervolgens op de letter plakken met wat gesmolten chocolade. 

Tip: de letter die in de mal gegoten wordt kun je een extra lekkere bite geven door wat hazelnoten toe te voegen. 

Ingrediënten

• 335 g pure of melk chocolade
• 100 g roomboter
• versiersels (denk aan koffieboontjes, halve walnoten, kruidnoten, chocolaatjes, marsepein, suikerparels etc.)

Extra nodig

Spuitzak met een spuitmondje (het liefst met een kartelrand), bakplaat bekleed met bakpapier

Tijd (ongeveer)

25 minuten bereiding, minstens 2 uur wachten

• Klop de roomboter luchtig en romig wit met een mixer. 
• Smelt 2/3 van de chocolade au bain-marie. 
• Als alle chocolade gesmolten is haal je de kom van de pan en voeg je de resterende chocolade toe. 
• Laat de chocolade afkoelen tot ongeveer 30 graden.
• Meng de gesmolten chocolade door de geklopte boter. 
• Doe het mengsel in een spuitzak met spuitmondje. 
• Bekleed een bakplaat met een vel bakpapier en spuit hierop 2 grote (of meerdere kleine) letters. Als je wilt kun je de letters van tevoren uittekenen. 
• Maak zigzaggende korte bewegingen met de spuitzak voor een sierlijk kartelrandje.
• Als je de letter gespoten hebt kun je deze gaan versieren. 
• Laat de chocoladeletters minimaal 2 uur uitharden op een koele plaats.

Kruidnoten parfait

Mijn kindertijd heb ik inmiddels ver achter mij liggen, maar toch was gisteren een dag waar ik stiekem erg naar uitgekeken heb: de landelijke intocht van Sinterklaas stond weer op het programma (dit jaar in de prachtige stad Groningen). Het sinterklaasfeest wordt bij ons in de familie nog steeds erg serieus genomen en dit jaar wordt heel bijzonder omdat mijn (bijna) 3-jarige nichtje een beetje begint te begrijpen wat het feest inhoud. 

Omdat wij rechtgeaarde Sinterklaas fans zijn is er bij ons in huis één heilige regel waar wij niet van afwijken: geen kerst(man) voordat Sinterklaas weer vertrokken is. Helaas zijn de eerste reclamefolders met kerstthema al in de bus gevallen, verkopen de tuincentra en woonwinkels weer kerstbomen & -versiering en heeft ieder culinair magazine zijn kerstnummer al weer klaar liggen. 

Om eerlijk te zijn vind ik dit echt verschrikkelijk. Hoe leuk en gezellig het kerstfeest ook is en hoezeer ik mij ook verheug op het kerstdiner, de tijd van pepernoten/taaitaai/marsepein en ander suikergoed is nu eerst aangebroken. En gelukkig zijn er genoeg verrukkelijke sinterklaasrecepten om van het ‘heerlijk avondje’ ook echt een heerlijk avondje te maken. 

Ik bijt dit jaar de spits af met een romige kruidnoten parfait. Dit fantastische sinterklaasdessert is heel makkelijk te maken en dus ideaal als je al veel werk hebt gemaakt van je voor- en hoofdgerecht. De inspiratie haalde ik uit het geweldige boek Maak van de noot een deugd van Marije Sietsma (e.a.), een boek dat elke kruidnoot-liefhebber in huis moét hebben. In het originele recept wordt om gewone kruidnoten gevraagd, maar ik heb mini-kruidnootjes gebruikt omdat ik dit er leuker uit vind zien. En of je nu zoet of stout geweest bent dit jaar, sinterklaasavond wordt met deze parfait een gegarandeerd succes. 


Ingrediënten

• 1 ½ dl volle melk
• 1 tl speculaaskruiden
• 3 eierdooiers
• 100 g kristalsuiker
• 40 ml Amaretto
• 2 dl slagroom
• 150 g kruidnoten

Extra nodig
Cakevorm van 1 liter, huishoudfolie
Tijd (ongeveer)
20 minuten bereiding, minstens 3 uur wachten

• Verwarm de melk met de speculaaskruiden in een pan op laag vuur. 
• Klop ondertussen de eierdooiers, de kristalsuiker en Amaretto in een ruime kom goed door elkaar. 
• Draai het vuur onder de melk iets hoger tot de melk kookt. 
• Giet de melk in een dun straaltje door het eimengsel en klop het goed door elkaar. 
• Giet dit mengsel terug in de pan en breng het tegen de kook terwijl je goed blijft roeren. 
• Haal de pan van het vuur zodra je het eerste plofje ziet. 
• Zet de pan in een laagje koud water om de vla af te laten koelen. Blijf af en toe roeren.
• Bekleed de cakevorm zo strak mogelijk met huishoudfolie en laat de folie over de randen hangen.
• Klop de slagroom stijf en spatel deze vervolgens met de kruidnoten door de afgekoelde vla. 
• Giet het mengsel in de cakevorm, dek deze af en zet hem minimaal drie uur in de vriezer om op te stijven. 
• Haal de parfait ongeveer 15 minuten voor het opdienen uit de vriezer. 

Rum-rozijnen whoopies

Als het op bakken aankomt, bak ik in de meeste gevallen gewoon wat ik wil eten. Maar soms zijn er zijn van die momenten dat ik eigenlijk niet precies weet wát ik wil eten, waardoor ik inspiratieloos door mijn bakboeken & -tijdschriften ga zitten bladeren. Vaak zonder een bevredigend resultaat. 

Gelukkig zijn er ook van die momenten dat een idee voor een baksel uit een heel onverwachte (maar welkome) hoek komt. Zo zat ik een tijdje geleden ’s avonds op de bank de film Pirates of the Caribbean: The Curse of the Black Pearl te kijken. Iedereen die deze film (en de vervolgfilms) gezien heeft, weet dat Captain Jack Sparrow dol is op rum (I prefer rum… Rum’s good). En ik kan hem geen ongelijk geven. Zelf drink ik geen rum, maar deze sterke drank kan al in een kleine hoeveelheid een baksel veranderen van saai in fantastisch. 

Dus toen de filmscène kwam waarin Captain Sparrow vraagt ‘Why is the rum gone?’, wist ik zeker dat ik iets wilde gaan bakken waarin rum een belangrijke hoofdrol zou spelen. Dankzij het fantastische boek Juliette’s Whoopies wist ik dat het rum-rozijnen whoopies gingen worden. In zowel de zachte cake-achtige koekjes als de romige vulling zit rum verwerkt, wat deze kleine zoete lekkernij tot een onweerstaanbaar lekkere traktatie maakt. Als Sparrow ze kon proeven, zou hij er waarschijnlijk een nieuwe verslaving bij hebben. 

Tip: ik heb 8 theelepels rum toegevoegd aan de botercrème, maar ik zou je willen adviseren naar eigen smaak de rum toe te voegen (dit kan dus meer of minder zijn). 

Ingrediënten

• 170 ml melk
• 100 g rozijnen
• 60 ml rum + 8 tl
• 350 g boter
• 140 g kristalsuiker
• 1 ei
• 1 eierdooier
• 280 g bloem
• ½ tl bakpoeder
• ½ tl natriumbicarbonaat (zuiveringszout)
• 265 g poedersuiker, gezeefd

Extra nodig

Met bakpapier beklede bakplaten, spuitzak(ken) met spuitmondje

Tijd (ongeveer)

30 minuten bereiding, 14-15 minuten oven, 3 ½ uur wachten

• Was de rozijnen en laat ze uitlekken. Dep ze droog met wat keukenpapier en doe ze in een kommetje.
• Breng 60 ml bruine rum aan de kook en giet deze over de rozijnen. Wel de rozijnen ten minste 3 uur.
• Laat de rozijnen uitlekken en vang de rum op. Meng de opgevangen rum met 155 ml melk. Verwarm de oven voor op 180°C.
• Mix 150 g boter en de kristalsuiker tot een luchtig geheel.
• Voeg het ei en de eierdooier toe en klop tot een homogeen mengsel.
• Zeef de bloem met het bakpoeder en het natriumbicarbonaat.
• Voeg een deel van dit bloemmengsel bij het eimengsel. Klop dit kort door, totdat je geen bloemresten meer ziet. 
• Voeg vervolgens een deel van het melk-rum mengsel toe en klop dit goed door totdat je een glad deeg hebt. 
• Herhaal de vorige twee stappen tot het bloemmengsel en de melk op zijn en je een glad deeg gekregen hebt.
• Spatel er de uitgelekte rozijnen door. 
• Schep met een lepel kleine hoopjes deeg op een met bakpapier beklede bakplaat. Je kunt het deeg ook in een spuitzak doen. Zorg er dan wel voor dat het gat waardoor je het deeg gaat spuiten groot genoeg is om ook de rozijnen door te laten.  
• Laat tussen de deeghoopjes genoeg ruimte vrij, want ze vloeien uit tijdens het bakken.
• Bak de whoopies in 14-15 minuten gaar. Laat de whoopies afkoelen.
• Mix 300 g zachte boter met 265 g poedersuiker tot een gladde massa.
• Klop er dan 15 ml melk door. 
• Klop vervolgens 8 tl rum door de botercrème, maar voeg niet alle rum tegelijk toe om te vermijden dat de crème gaat schiften. Voeg dus eerst twee theelepels van de rum toe, mix goed tot alles is opgenomen en voeg dan weer twee theelepels toe. 
• Spuit de vulling royaal op de ene helft van de whoopies en bedek met de andere helft.

Cappuccino-karamelbonbons

“Als het Franse woordje ‘bon’ in het Nederlands ‘goed’ betekent, zijn bonbons dan zó lekker dat de Fransen het twee keer moeten zeggen?”. Toen ik ooit bij een bonbonwinkel in Nijmegen was hoorde ik een tienermeisje dit (of iets van soortgelijke strekking) aan haar moeder vragen. 

Hoewel het waarschijnlijk een grappig bedoelde vraag was, zit er natuurlijk wel een kern van waarheid in: bonbons zijn écht ontzettend lekker. En ze zijn ook twee keer ‘goed’: niet alleen worden ze gemaakt van heerlijke chocolade, maar ook de vulling (van noga, noten, marsepein of andere smaakmakers) is fantastisch. 

Nu kun je deze verrukkelijke creaties natuurlijk in de bonbonwinkel kopen, maar het geeft ontzettend veel voldoening & bevrediging wanneer je ze zelf maakt. 

Je vrienden/familie/kennissen/collega’s zullen onder de indruk zijn wanneer je deze zelfgefabriceerde lekkernijen trakteert bij de koffie of thee. En als je geen zin hebt om ze uit te delen, dan kun je jezelf ermee verwennen op een herfstachtige (lees: koude en regenachtige) dag. Van bonbons wordt ik altijd ontzettend vrolijk & gelukkig en het is extra genieten wanneer ze met liefde gemaakt zijn. Deze cappuccino-karamelbonbons smaken dan ook verrukkelijk. Ze smelten op de tong. 

Tip: voor deze bonbons heb ik de koffielikeur Tia Maria gebruikt. Bewaar de bonbons in een luchtdichte verpakking op een koele en droge plek (niet in de koelkast). Ze zijn ongeveer twee weken houdbaar. 

Ingrediënten

• 100 g fijne kristalsuiker
• 50 g amandelen met vlies
• 220 g witte chocolade
• 200 g mokka chocolade of cappuccino chocolade
• 150 g noga
• 3 el koffielikeur
• mokkaboontjes, voor de garnering

Extra nodig

Siliconen bonbonvormen/ijsblokjesvormen, spuitzak, keukenmachine, bakpapier, bakplaat

Tijd (ongeveer)

45 minuten bereiding, 3 uur wachten

• Doe de fijne kristalsuiker in een steelpan met dikke bodem. Los de suiker al roerend met een spatel op middelhoog vuur op.
• Wacht tot de gesmolten suiker een vrij uitgesproken karamelkleur heeft en neem dan de pan van het vuur.
• Voeg de amandelen toe en roer tot ze helemaal bedekt zijn met karamel. Schep dit mengsel op een met bakpapier beklede bakplaat en laat het helemaal koud worden. 
• Breek de afgekoelde karamel in stukken en maal een gedeelte hiervan fijn in een keukenmachine. 
• Smelt 200 g witte chocolade au bain-marie of in de magnetron. Schenk een laagje van gewenste hoogte in de bonbon- of ijsblokjesvormen. Laat de chocolade opstijven. 
• Hak de noga in kleine stukjes. 
• Smelt de mokka- of cappuccino chocolade samen met de stukjes noga au bain-marie. Roer goed. 
• Neem het mengsel van de pan en roer er de koffielikeur en 4 eetlepels van de fijngemalen karamelnoten door. 
• Roer tot er een vrij stevig mengsel ontstaat.
• Schep het mengsel in een spuitzak en spuit het op de witte chocolade in de vorm.
• Druk het mengsel aan en strijk het glad. Laat de bonbons ongeveer 2 uur opstijven in de koelkast. 
• Druk de bonbons voorzichtig uit de vorm. 
• Smelt de resterende witte chocolade en gebruik deze om de mokkaboontjes op de bonbons te plakken. 

Bron recept: Zelf Bonbons & Lekkernijen maken.

Mergpijpjes

Mijn ouders hebben in mijn kinderjaren heel erg hun best gedaan om mij en mijn zussen een gezond eetpatroon bij te brengen. Dit hield onder andere in dat er doordeweeks niet gesnoept werd: dit mocht alleen in het weekend. Maar toen werd ik 12 en ging ik naar de middelbare school. En daar werden niet alleen worsten- en saucijzenbroodjes verkocht, maar hadden ze ook een snoepautomaat. 

Natuurlijk nam ik ’s ochtends altijd mijn gevulde broodtrommeltje van thuis mee en at ik ’s middags braaf mijn bruine boterhammetjes tijdens de pauze. Maar ik werd zo nu en dan ook verleid om iets lekkers uit de automaat te halen. Een van mijn favoriete tussendoortjes was toch wel het mergpijpje. Of zeg maar gerust mergpijp, want het waren flinke knoeperts. 


Deze heerlijke gebakjes, gemaakt van luchtige cake met een smeuïge roomvulling en een omhulsel van marsepein en chocolade, waren verrukkelijk. Zoiets kregen wij thuis nooit te eten, dus was de verleiding op school simpelweg niet te weerstaan. Lang voordat ik de middelbare school verliet was de snoepautomaat bij mij al uit de gratie geraakt. Mergpijpjes heb ik sindsdien ook niet meer gegeten. 

Totdat ik Rudolph van Veen op de teevee deze lekkernij zag maken en ik ineens een sterke aandrang voelde om ze ook te maken. En het resultaat was weer ouderwets lekker. Ik heb het deze keer bij één mergpijpje gelaten, want na de pauze volg ik nu geen verplichte gymles meer waar ik het er allemaal weer af kan rennen. 

Ingrediënten

• 175 g boter roomboter
• 4 eiwitten
• 6 eierdooiers
• 100 g fijne kristalsuiker
• 1 zakje vanillesuiker
• 100 g bloem + 1 el
• 1 vanillestokje
• 125 ml melk
• 25 g kristalsuiker
• 30 g poedersuiker
• 4 el frambozenjam
• 500 g witte marsepein
• 300 g pure chocolade

Extra nodig

1 vierkante (of rechthoekige) bakvorm van ongeveer 23 bij 23 centimeter, huishoudfolie

Tijd (ongeveer)

40 minuten bereiding, ca. 20 minuten oven, 150 minuten wachten

• Verwarm de oven voor op 180 ºC. Vet de bakvorm in en bekleed deze met bakpapier. 
• Smelt 50 g roomboter in een pannetje. Klop met een mixer vier eiwitten met 50 g fijne kristalsuiker tot stijve pieken. 
• Klop met een garde vijf eierdooiers met 50 g fijne kristalsuiker en 1 zakje vanillesuiker au bain-marie schuimig. 
• Spatel de eidooiers door het eiwit en spatel er vervolgens 100 g bloem en de gesmolten boter door. Roer/spatel niet meer dan nodig is. 
• Schenk het beslag in het bakblik en bak het biscuit in de oven in circa 20 minuten goudbruin en gaar. Test met en cake tester of satéprikker of het biscuit gaar is. 
• Maak terwijl het biscuit in de oven staat de banketbakkersroom.
• Halveer het vanillestokje in de lengte en schraap het merg eruit. 
• Breng in een pan de melk met het vanillemerg en 15 g kristalsuiker aan de kook. 
• Roer in een kom één eidooier met 10 g suiker los en roer er 1 eetlepel bloem door. 
• Meng een scheutje hete melk door het eimengsel en schenk het eimengsel daarna terug in de pan. Roer dit goed door.
• Breng de banketbakkersroom aan de kook en gaar op laag vuur in circa 1-2 minuten. 
• Spoel een bakplaatje of ondiep bordje af met koud water, schenk de banketbakkersroom erop en laat dit afgedekt met huishoudfolie buiten de koelkast afkoelen. 
• Haal het biscuit uit de bakvorm en snijd het biscuit overlangs doormidden. Laat de twee biscuithelften afkoelen op een rooster.
• Roer 125 g roomboter met 30 g poedersuiker luchtig en meng de banketbakkersroom er geleidelijk door. 
• Besmeer een laag biscuit aan de snijkant met frambozenjam en de andere laag met botercrème (ook aan de snijkant). Houd een beetje botercrème apart om de bovenkant mee te besmeren. 
• Leg het biscuit met de botercrème en frambozenjam op elkaar en besmeer de bovenkant met de achtergehouden crème. 
• Laat het biscuit minstens 2 uur opstijven in de koelkast. Haal het biscuit uit de koelkast en snijd het in 20 rechthoeken. Meer of minder rechthoeken mag natuurlijk ook. 
• Rol het marsepein op een met poedersuiker bestoven werkvlak uit tot een dunne rechthoekige plak. 
• Snijd er banen uit die even breed zijn als de stukjes biscuit.
• Rol het biscuit strak in de marsepein (de kopse kanten hoeven niet bedekt te worden).
• Snijd de baan marsepein iets ruimer af en bestrijk het uiteinde met water om het pakketje dicht te kunnen plakken. 
• Smelt 2/3 van de chocolade au bain-marie. Haal de kom met chocolade van de pan met water en voeg de rest van de chocolade toe. Laat de chocolade smelten en roer even goed door. Het mengsel mag niet warmer zijn dan een graad of 30.
• Dompel de uiteindes van de mergpijpjes in de chocolade en laat ze op een met bakpapier beklede bakplaat uitharden.

Koffiebroodjes

Er zijn verschillende zoete lekkernijen waar ik al verzot op ben sinds mijn kindertijd. Een van die lekkernijen is het koffiebroodje. Zoals de naam het eigenlijk al zegt is dit ronde luxe broodje met een vulling van room, krenten en rozijnen bedoelt als een extraatje voor bij de koffie. 

Nu hoeft het voor mij niet per se koffietijd te zijn om te kunnen genieten van een koffiebroodje, want ook als onderdeel van het ontbijt of tijdens de lunch smaakt hij fantastisch. Eigenlijk kan ik er elk moment van de dag wel mijn tanden in zetten.

Tot voor kort kocht ik mijn koffiebroodjes altijd bij de bakker, maar dankzij het geweldige boek De Banketbakker van Cees Holtkamp weet ik nu dat ze redelijk makkelijk zelf te maken zijn. De broodjes zijn niet één-twee-drie klaar, maar het eindresultaat is de moeite meer dan waard. 

Persoonlijk vind ik ze het lekkerst als ze helemaal afgekoeld zijn. Ik moet je wel een kleine waarschuwing geven: het is een hele kwelling om te moeten wachten tot ze koud zijn, want de geur die verspreid wordt tijdens het bakken is al om van te smullen. Voor diegene die niet zo lang kunnen wachten: de broodjes smaken ook heerlijk wanneer ze nog warm zijn. 

Volgens Cees Holtkamp is het recept goed voor 12 broodjes, maar ik heb er 18 mee kunnen maken. Dus nodig je vrienden, familie of buren uit en geniet met zijn allen onder het genot van een drankje van deze lekkernij. 

Ingrediënten

• 1 vanillestokje
• 680 g volle melk
• 100 g kristalsuiker
• 45 g custardpoeder
• 2 eierdooiers
• 10 g zout + een mespuntje
• 16 g gist (40 g verse gist)
• 500 g bloem
• 25 g witte basterdsuiker
• 1 ei 
• 100 g roomboter, zacht
• 150 g krenten
• 150 g rozijnen
• ½ pot abrikozenjam
• 100 g poedersuiker, gezeefd

Extra nodig

Met bakpapier beklede bakplaten, huishoudfolie

Tijd (ongeveer)

45 minuten bereiding, 12-14 minuten oven, 2 uur wachten

• Snijd het vanillestokje in de lengte open en schraap het merg eruit. 
• Breng in een pan 450 g melk met 50 g kristalsuiker, het vanillestokje en het merg aan de kook. 
• Roer in een kom(metje) 50 g melk, 50 g kristalsuiker, het custardpoeder, de twee eierdooiers en een mespuntje zout door elkaar tot een glad papje.
• Verwijder het vanillestokje uit de melk als deze kookt.
• Giet een beetje hete melk over het koude melkmengsel en roer het goed door elkaar. 
• Giet dit mengsel vervolgens terug bij de hete melk. 
• Breng het mengsel weer aan de kook en laat de banketbakkersroom op laag vuur, onder voortdurend roeren, twee minuten zachtjes doorkoken. 
• Stort de banketbakkersroom dan uit op een, met koud water afgespoeld, plat bord (of een ondiepe schaal) en bedek dit met huishoudfolie.
• Laat de room afkoelen. 
• Lost de gist op in 180 g lauwe melk. 
• Doe de bloem, de witte basterdsuiker en 10 g zout in een kom. Meng dit met een garde even goed door elkaar.
• Voeg de witte basterdsuiker, 1 ei, de zachte roomboter en het melk-gistmengsel toe. 
• Kneed deze ingrediënten kort, maar goed door elkaar. 
• Dek het deeg af en laat het 30 minuten in de koelkast rusten.
• Rol het deeg op een met bloem bestoven werkblad uit tot een lap van 40 bij 50 centimeter. 
• Verdeel hierover de afgekoelde banketbakkersroom, maar houd 5 centimeter aan één van de langere randen vrij. 
• Strooi de krenten en rozijnen gelijkmatig uit over de room. 
• Bestrijk de lange rand zonder vulling met een kwastje met water. 
• Rol het deeg vanaf de lange rand met room zo strak mogelijk op en zorg dat de sluitnaad goed op elkaar plakt. 
• Snijd de rol in plakken van ongeveer 2 centimeter dik. 
• Leg de deegschijven op een met bakpapier beklede bakplaat en laat ze op een warme plaats 40 minuten rijzen. 
• Verwarm de oven voor op 220°C.
• Bak de koffiebroodjes in ongeveer 12 -14 minuten af in de voorverwarmde oven. 
• Breng in een steelpan de abrikozenjam met 1 eetlepel water aan de kook. 
• Kook het op een laag vuur ongeveer 2 minuten door. 
• Wrijf de hete jam met de bolle kant van een lepel door een zeef. 
• Strijk de nog warme jam met een kwastje uit over de broodjes en laat het afkoelen. 
• Maak van de poedersuiker en 20 g water een glazuur. Bestrijk de broodjes met het glazuur.