guncelbilimci: Agustus 2013

Kamis, 29 Agustus 2013

Appelslof

Appelslof
Appeltaart is denk ik het populairste gebak van Nederland. Zelf heb ik ook vele varianten van deze lekkernij gemaakt, maar aan een appelslof had ik eerlijk gezegd nog nooit gedacht. Totdat ik begin augustus met mijn zusje op het superleuke & gezellige ‘Festival der Zoete Verleidingen’ in Sleen (Drenthe) was, waar appelslofringen verkocht werden. Ik was meteen enthousiast: eindelijk weer een leuke variatie op grootmoeders-appeltaart. 

De appelslof wordt gemaakt van roomboterdeeg met amandelspijs, heerlijke verse appels (verrijkt met een vleugje kaneel), in rum geweekte rozijnen en wat citroen. Ondanks deze klassieke ingrediënten, was deze slof toch een nieuwe smaakverrassing. Extra pluspunt: omdat de slof een langwerpige en slanke vorm heeft, kunnen er gemakkelijk trakteerstukjes van gesneden worden. 

Eenmaal uit de oven smeekte de slof om opgegeten te worden. Ik en mijn proefpanel hebben hem dan ook maar snel uit zijn lijden verlost. Verrukkelijk! 

Tip: De ovenwarme slof smaakt nog lekkerder met een bolletje vanille-ijs of een flinke dot slagroom. Van het roomboterdeeg dat je overhoudt, kun je bijvoorbeeld appelrondo’s maken. Steek hiervoor ronde plakjes uit de deeglap met een steker die net iets groter is dan de rondoring. Plaats het deeg in de rondoring, spuit er eventueel wat amandelspijs op en bedek dit met een royale hoeveelheid appelschijfjes (of blokjes). Haal de appelrondo’s een minuut of 10 eerder uit de oven dan de appelslof. Het roomboterdeeg kun je ook verpakken in plastic en bewaren in de koelkast of in de diepvriezer. Bewaar het deeg niet te lang. 

Ingrediënten
  • 80 g lichtbruine basterdsuiker
  • 125 g roomboter, zacht
  • 160 g Zeeuwse bloem, gezeefd
  • 1 tl bakpoeder, gezeefd
  • ½ tl citroenrasp
  • mespuntje zout
  • 150 g amandelspijs
  • 1 ei
  • 3 handappels
  • 3 el kristalsuiker
  • 1 tl kaneel
  • 75 g rozijnen
  • 5 el bruine rum
  • abrikozenjam
Extra nodig
Slofring, spuitzak, een met bakpapier beklede bakplaat
Tijd (ongeveer)
30 minuten bereiding, 60 minuten oven, minstens 5 uur wachten

  • Was de rozijnen, dep ze droog met wat keukenpapier en doe ze in een kommetje.
  • Breng de rum aan de kook en giet deze over de rozijnen. Wel de rozijnen ten minste 3 uur, of de hele nacht in de rum.
  • Zeef de bloem, het bakpoeder en het zout boven een kom. Roer er de lichtbruine basterdsuiker doorheen. 
  • Maak een kuiltje in het midden en voeg de boter en de citroenrasp toe. 
  • Meng alles door elkaar tot een soepel en samenhangend deeg. Maak een bal van het deeg.
  • Wikkel het deeg in huishoudfolie en leg het 1 uur in de koelkast te rusten. 
  • Schil de appels en snijd ze in schijfjes (of blokjes). Meng de drie eetlepels suiker met de kaneel en strooi dit over de appels. 
  • Schep de appels om, zodat ze helemaal bedekt zijn met de kaneelsuiker en laat dit ongeveer een half uur staan. Ik doe de appels vaak in een vergiet met daaronder een bakje, zodat het vrijkomende appel-vocht weg kan lopen.
  • Verwarm de oven voor op 180°C. Laat de rozijnen goed uitlekken.
  • Bestuif een werkvlak met wat bloem en rol het deeg uit tot een dikte van 5-6 millimeter.
  • Druk de slofring in het deeg en steek een plak deeg uit. Leg deze plak deeg op een met bakpapier beklede bakplaat. Vet de slofring in en plaats deze over de deeglap. 
  • Snijd voor de rand van de slof rechte banen deeg van ongeveer 2,5 centimeter breed en druk deze goed aan in de slofring. 
  • Verkruimel de amandelspijs in een kom en kneed er 1 ei doorheen. Druk de amandelspijs uit op de bodem. 
  • Strooi op de amandelspijs de in rum gewelde rozijnen. Leg hierop een royale laag appelschijfjes. 
  • Bak de slof in ongeveer 60 minuten goudbruin af. Je kunt de kleur van het deeg controleren door de slofring op te tillen met behulp van een paletmes of kaasschaaf. Als de bodem goudbruin is, kun je de slof uit de oven halen. 
  • Laat de slof iets afkoelen en bestrijk deze met warme abrikozenjam.


Appelrondo's


Appelrondo's

Appelrondo's

Label: , , , , , , , , , ,

Sabtu, 24 Agustus 2013

Banoffeecakejes

Banoffeecakejes
De naam van deze cakejes is misschien ietwat misleidend. In plaats van banoffeecakejes zijn het eigenlijk meer bananencakejes met een hele lekkere custard-topping. Deze custard wordt door de auteurs van The Hummingbird Bakery. Cake Days ‘karamelcustard’ genoemd. En hoewel er in de custard absoluut een vleugje karamel (of in mijn geval dulce de leche) te ontwaren is, is dit voor mij niet genoeg om de cakejes banoffeecakejes te noemen. 

Maar of het nu echte banoffeecakejes zijn of niet, ik kan je van harte aanbevelen om ze te maken want ze smaken werkelijk fantastisch. De smeuïge cakejes hebben een verrukkelijke bananensmaak, de zoete (maar niet té zoete) custard is een perfecte topping en als extra verwennerij zijn ze versierd met wat chocoladeschaafsel. Ik ben er echt dol op en mijn proefpanel trouwens ook. 

Tip: voor in de cakejes heb je twee geprakte bananen nodig. Volgens Wikipedia weegt een gemiddelde banaan 150 g, dus ik heb dan ook 300 g banaan gebruikt (maar voel je vrij om meer of minder te gebruiken). De cakejes zijn ook lekker als je ze in het midden een klein beetje uitholt en ze vult met een klodder dulce de leche. 

Om dulce de leche te maken heb je 1 blikje gezoete gecondenseerde melk nodig: Verwarm de oven voor op 220°C. Doe de inhoud van je blikje melk in een ondiepe ovenschaal en dek dit goed af met aluminiumfolie. Zet je ovenschaal in een grotere ovenschaal en vul deze voor de helft met heet/kokend water. Zet de schalen in de oven en laat ze ca. 1,5 uur erin staan. Check af en toe even of er nog genoeg water in de grotere ovenschaal zit. Controleer na ongeveer een uur hoe bruin je melk al is geworden. Zodra het mengsel de gewenste kleur heeft haal je de ovenschalen uit de oven, verwijder je het aluminiumfolie en roer je dulce de leche goed door tot een egale massa. Laat het afkoelen.

Ingrediënten
  • 80 g zachte boter
  • 380 g fijne kristalsuiker
  • 270 g bloem, gezeefd
  • 30 g maizena, gezeefd
  • 1 el bakpoeder, gezeefd
  • ¼ tl zout
  • 7,4 dl volle melk
  • 1 ½ tl vanille-extract
  • 2 grote eieren
  • 5 eierdooiers
  • 3 rijpe bananen 
  • 125 g dulce de leche of karamel
  • 175 ml slagroom
  • chocoladeschaafsel
Extra nodig
Twee cupcake bakblikken voor 12 cupcakes, 20-24 papieren cupcakevormpjes, spuitzak met rond spuitmondje, huishoudfolie
Tijd (ongeveer)
30 minuten bereiding, 25 minuten oven, 60 minuten wachten

  • Verwarm de oven voor op 190°C. 
  • Klop de boter, 280 g fijne kristalsuiker, 240 g bloem, het bakpoeder en het zout in een kom op lage snelheid door elkaar tot alle ingrediënten goed gemengd zijn en een kruimelig mengsel vormen. 
  • Klop 2,4 dl volle melk, 1 tl vanille-extract en 2 grote eieren met een garde in een kom door elkaar.
  • Voeg driekwart van dit melkmengsel toe aan de droge ingrediënten en meng alles op lage snelheid.
  • Voeg de rest van het melkmengsel toe en klop het beslag op matige snelheid glad.
  • Pel twee bananen, prak ze fijn en roer ze door het beslag. 
  • Verdeel het beslag over de vormpjes en vul ze voor twee derde.
  • Bak de cakejes ongeveer 25 minuten in de voorverwarmde oven, tot ze goudbruin zijn en terugveren als je ze zachtjes indrukt. 
  • Laat de cakejes even in de bakvorm zitten en laat ze dan volledig afkoelen op een rooster. 
  • Maak tijdens het bakken van de cakejes de custard. 
  • Doe 5 dl volle melk en ½ tl vanille-extract in een pan en breng de melk aan de kook.
  • Klop in een aparte kom de eierdooiers, 100 g fijne kristalsuiker, 30 g bloem en 30 g maizena tot een pasta. Voeg 1 eetlepel van de warme melk toe als de pasta te dik is. 
  • Roer een flinke scheut van de hete melk door de pasta en doe het mengsel dan in de pan met melk.
  • Breng het al kloppend aan de kook en laat de custard 1 minuut koken. Haal de pan van het vuur en roer de dulce de leche of karamel erdoor. 
  • Giet de dulce de leche-custard op een bakplaat of ondiepe schaal, dek hem af met huishoudfolie en laat hem volledig koud worden. 
  • Doe de koude dulce de leche-custard in een grote kom en klop hem los met een pollepel.
  • Klop in een aparte kom de slagroom tot zachte pieken en schep hem dan door de dulce de leche-custard. 
  • Snijd een banaan in dunne plakjes en leg op elk cakeje een paar plakjes banaan. 
  • Vul een spuitzak met de dulce de leche-custard en spuit deze op de cakejes. Strooi er ten slotte wat chocoladeschaafsel over.

Label: , , , , , , , ,

Rabu, 21 Agustus 2013

Chocoladecake

Chocoladecake
Een paar weken geleden stond de postbode met een pakketje voor mij aan de deur. In dat pakketje zat de nieuwste aanwinst voor mijn bakboekenkast: The Cake Bible van cake goeroe Rose Levy Beranbaum. Volgens de recensies een van de beste bakboeken ooit geschreven. 

Het lezen van deze “Bijbel” was wel even wennen, want Rose geeft een heleboel tips en ze heeft een berg aan regels die strikt opgevolgd moeten worden. Maar om een perfecte cake/taart te bakken moeten haar recepten naar de letter gevolgd worden: haar regels mogen nooit gebroken worden. 

Voor het meel gebruikt ze altijd cakebloem, de boter is altijd ongezouten en zacht (anders wordt de cake niet goddelijk), bakpoeder is altijd vers en (super)fijne kristalsuiker maakt een wereld van verschil. 

Het wegen van de ingrediënten moet precies gebeuren en je moet altijd het juiste formaat cakevorm gebruiken, want (zoals Rose het zelf zegt): ‘cake-making is an exact process’. Met al deze informatie in mijn achterhoofd ging ik vol goede moed aan de slag met het recept voor deze chocoladecake. En het resultaat was (zoals eigenlijk wel verwacht) fantastisch. 

De cake is niet al te zoet, maar zit toch bomvol chocoladesmaak. Hij is niet droog, smelt bijna in je mond en heeft echt een perfecte kruimelige structuur: het is de koning onder de chocoladecakes. Onweerstaanbaar. Het is extra genieten met wat slagroom of een bolletje ijs erbij, of bestrooi de cake gewoon met wat poedersuiker. De cake kun je luchtdicht drie dagen op kamertemperatuur bewaren, of 1 week in de koelkast. 

Tip: voor het beste resultaat beboter je eerst de vorm, bedek je de bodem vervolgens met bakpapier, vet je dit bakpapier ook in met boter en bestuif je ten slotte de vorm met bloem. In het recept wordt gebruik gemaakt van cakebloem. Zeef hiervoor 110 g bloem en 15 g maïzena in een kom en zeef het daarna nog vier keer.

Ingrediënten
  • 185 g ongezouten roomboter, zacht
  • 175 g fijne kristalsuiker
  • 125 g cakebloem, gezeefd
  • 3 grote eieren (150 g, gewogen zonder schaal)
  • 1 ½ tl vanille-extract
  • 1 tl bakpoeder
  • ¼ tl zout
  • 3 eetlepels kokend water
  • 21 g cacaopoeder
Extra nodig
Een ingevette en met bloem bestoven cakevorm van 20 bij 10 centimeter
Tijd (ongeveer)
10 minuten bereiding, 55-60 minuten oven, 30 minuten wachten

  • Verwarm de oven voor op 180°C.
  • Roer het kokend water en het cacaopoeder in een kom door elkaar, totdat je een gladde massa hebt. Laat het afkoelen tot kamertemperatuur en voeg het vanille-extract en de eieren toe. Klop dit kort door elkaar. 
  • Doe de fijne kristalsuiker, de cakebloem, het bakpoeder en het zout in een kom en mix deze ingrediënten 30 seconden zodat ze goed vermengd zijn. 
  • Voeg de boter en de helft van het chocolademengsel toe. Mix op lage snelheid totdat de droge ingrediënten vochtig zijn. 
  • Klop het mengsel vervolgens 1 tot 1 ½ minuut op hoge snelheid. 
  • Voeg het resterende chocolademengsel in twee porties toe. Klop het mengsel gedurende 20 seconden na elke toevoeging. 
  • Doe het beslag in de voorbereide cakevorm en strijk het glad met een spatel. 
  • Bak de cake ongeveer 55-60 minuten in het midden van de voorverwarmde oven. Dek de cake na ongeveer 25-30 minuten bakken losjes af met een beboterd stuk aluminiumfolie: dit voorkomt dat de cake te donker wordt.
  • Prik aan het einde van de baktijd een satéprikker in het midden van de cake om te testen of deze gaar is. Als deze er schoon uitkomt, is de cake klaar. 
  • Laat de cake 10 minuten in de vorm op een rooster afkoelen en haal hem dan uit de vorm om helemaal koud te worden.

Label: ,

Sabtu, 17 Agustus 2013

Speculaasjes

Speculaasjes
Koekje erbij? Hét koekjesland bij uitstek is toch wel Nederland. Ik denk dat er geen ander land op aarde is waar zoveel verschillende koekjes te vinden zijn. Het traditionele koekje bij de koffie is voor veel Nederlanders bijna heilig. En in bijna elke Nederlandse koektrommel heeft denk ik wel ooit een speculaasje gelegen. 

Voor velen zijn speculaasjes nog steeds een seizoensproduct: pas als de herfststormen rond het huis gieren, het weer druilerig en koud wordt en de bladeren van de bomen vallen, wordt het tijd om te denken aan deze lekkernij. 

Zelf eet ik dit koekje het hele jaar door, want waarom zou je zoiets lekkers laten liggen? De echte koekjesliefhebbers onder ons bakken dit oer-Hollandse koekje natuurlijk zelf. 


En hoewel het natuurlijk leuk is om de koekjes in allerlei verschillende figuurtjes te maken met behulp van een speculaasplank, heb je niet per se zo’n plank nodig. Je kunt het deeg ook uitrollen tot een dikte van 3 millimeter en er dan vormpjes uitsnijden (of gebruik een koekjessteker). 

Wanneer je nog nooit eerder een speculaasplankje hebt gebruikt, kan het zijn dat je veel geduld nodig hebt om de koekjes te vormen. Je moet het plankje namelijk veel gebruiken voordat de koekjes echt goed los laten. Dus hoe meer speculaasjes je bakt, hoe sneller het uiteindelijk gaat. Bij de bereidingstijd zit daarom niet de tijd inbegrepen die je kwijt bent met het vormen van de koekjes.

Ingrediënten
  • 112 gram roomboter, op kamertemperatuur
  • 150 gram lichtbruine basterdsuiker
  • 3 gram zout
  • 2 el karnemelk
  • 250 gram Zeeuwse bloem
  • 10 gram bakpoeder, gezeefd
  • 15 gram speculaaskruiden, gezeefd
  • rijstebloem
Extra nodig
Speculaasplank, theezeefje, een met bakpapier beklede bakplaat
Tijd (ongeveer)
5-10 minuten bereiding, 25-30 minuten oven, 1 dag wachten

  • Meng de boter met de lichtbruine basterdsuiker en het zout.
  • Roer de karnemelk erdoor, tot het een glad mengsel is. 
  • Kneed hier de Zeeuwse bloem, het bakpoeder en de speculaaskruiden doorheen. 
  • Meng tot alle ingrediënten goed gemengd zijn. 
  • Laat het deeg, goed verpakt in huishoudfolie, een dag (of zelfs twee dagen) in de koelkast rusten om de smaken goed in te laten trekken. 
  • Verwarm de oven voor op 150°C.
  • Bestuif een speculaasplank licht met rijstebloem met behulp van een theezeefje en klop goed af.  
  • Neem een stukje deeg en druk dit in de plank. Snijd met een scherp mes het overtollige deeg weg.
  • Draai de plank om, zodat het deeg loskomt. Als het deeg niet loslaat, tik/klap het dan uit de plank.
  • Leg de koekjes op de met bakpapier beklede bakplaat. 
  • Bak de speculaasjes ongeveer 25-30 minuten in de voorverwarmde oven.




Bron recept: Koekje, Cees Holtkamp

Label: , , ,

Rabu, 14 Agustus 2013

Soesjes

Soesjes
De allereerste soesjes die ik ooit gegeten heb, waren van die kleffe diepvriessoesjes uit de supermarkt (met zo’n rare bijsmaak en gevuld met chemische slagroom). Omdat ze op bijna elk feestje uitgedeeld werden, dacht ik voor lange tijd dat soesjes zo hoorden te smaken... totdat ik de soesjes van de plaatselijke bakker proefde. Hemels.

De smaak van verse soesjes is naar mijn mening niet te overtreffen (maar ik moet eerlijk toegeven dat de kwaliteit van diepvriessoesjes inmiddels wel flink is verbeterd). Het soezendeeg van een vers soesje is heerlijk licht en luchtig, met een knapperige maar toch zachte korst. 

En wanneer je ze zelf maakt, kun je de holte in het midden vullen met verschillende zoete en hartige lekkernijen naar keuze. 


Slagroom en banketbakkersroom zijn als vulling enorm populair, maar ik heb deze keer de bolletjes gevuld met een verrukkelijke chocolademousse, een kokoscrème en slagroom met verse aardbeien. Het maken van soezendeeg is trouwens helemaal niet zo heel moeilijk, maar houd er wel rekening mee dat je (rechter)arm een goede workout krijgt. 

Tip: wanneer je chocoladesoesjes wilt maken, voeg dan 30 g cacaopoeder toe aan de bloem. Zorg ervoor dat de bloem en cacaopoeder goed gemengd zijn: zeef het mengsel hiervoor een aantal keer. De soesjes moeten van binnen goed gaar en niet meer vochtig zijn. Als ze toch nog vochtig zijn, laat ze dan nog wat langer drogen in de uitgeschakelde oven. Bewaar gevulde soesjes tot aan het serveren in de koelkast en eet de soesjes op de dag dat je ze maakt.

Ingrediënten
  • 100 ml volle melk
  • 100 ml water
  • 100 g boter
  • 100 g bloem, gezeefd
  • 4 eieren
  • snufje zout
Extra nodig
Spuitzak met een rond spuitmondje, een ingevette en met bloem bestoven bakplaat
Tijd (ongeveer)
10 minuten bereiding, 20-25 minuten oven, 20 minuten wachten


  • Verwarm de oven voor op 210°C. 
  • Breng de melk, het water, de boter en een snufje zout in een pan aan de kook.
  • Neem de pan van het vuur als de boter gesmolten is en het water kookt. 
  • Meng er in één keer de bloem onder en roer stevig met een spatel tot een homogene massa. 
  • Zet de pan terug op een laag vuur en blijf voortdurend roeren met de spatel tot de massa gaar is en een bal vormt die loskomt van de randen van de pan. Dit duurt ongeveer een minuut of twee. 
  • Neem de pan van het vuur en roer de eieren er één voor één door tot er een glad beslag ontstaat. Voeg het volgende ei pas toe als het vorige helemaal is opgenomen. 
  • Vul de spuitzak met het deeg en spuit doppen van ongeveer 2 centimeter doorsnede op de ingevette en met bloem bestoven bakplaat. Zorg ervoor dat de doppen een eindje uit elkaar liggen. 
  • Druk de puntjes op elk deeghoopje aan met een natte vinger. 
  • Bak de soesjes in 20-25 minuten goudbruin en gaar. 


Vul de soesjes met een vulling naar keuze. Maak voordat je de soesjes gaat vullen een gaatje in het midden van de onderkant van elk soesje. Vul een spuitzak met een rond spuitmondje met de vulling en duw het spuitmondje in het soesje. Knijp in de spuitzak. Doe dat tot de soes opzwelt en de vulling net uit het gaatje begint te lopen. Veeg de onderkant van het soesje even af. 




Soesjes


Chocolademousse

Ingrediënten
  • 100 g boter
  • 250 g pure chocolade
  • 6 eiwitten
  • 4 eierdooiers
  • 40 g fijne kristalsuiker
Tijd (ongeveer)
15 minuten bereiding, minstens 2 uur wachten


  • Snijd de boter in blokjes en hak de chocolade grof.
  • Smelt de boter en de chocolade au bain-marie. Haal de pan van het vuur zodra alles gesmolten is. 
  • Klop in een vetvrije kom de eiwitten stijf en voeg geleidelijk de suiker toe. 
  • Doe de eierdooiers in een kom en klop er een derde van het chocolademengsel door. Klop er vervolgens de rest van de chocolade door. 
  • Roer nu eerst een flinke klodder eiwit door het chocolademengsel (zo maak je het chocolademengsel los) en spatel vervolgens luchtig de rest van de eiwitten erdoor. Hanteer de spatel niet te ruig, anders blijft de mousse niet mooi luchtig. 
  • Je kunt stoppen wanneer je geen witte sporen van eiwit meer ziet en alles een mooi homogeen, egaal bruin mengsel is geworden.
  • Schep alles in een schone kom en laat het in minstens 2 uur in de koelkast stevig worden.


Kokoscrème

Ingrediënten
  • 7 blaadjes gelatine
  • 250 ml slagroom
  • 250 ml kokosmelk
  • 60 g suiker
Tijd (ongeveer)
10 minuten bereiding, minstens 3 uur wachten


  • Week de gelatine ongeveer 5-10 minuten in ruim koud water.
  • Giet de slagroom in een kleine pan. Breng hem aan de kook en neem de pan dan van het vuur. Laat de slagroom iets afkoelen.
  • Knijp de gelatine goed uit en doe hem in de pan met slagroom. 
  • Roer tot de gelatine is opgelost. Klop er dan de suiker door. 
  • Giet er de kokosmelk bij en klop nog een keer goed door. 
  • Giet het mengsel over in een kom, dek deze af met huishoudfolie en zet het mengsel in de koelkast tot het stevig is.

Nadat je de soesjes gevuld hebt kun je ze ook nog in bijvoorbeeld gesmolten chocolade, gekleurd glazuur of karamel dopen. Voor de kokossoesjes heb ik de soesjes eerst in een kommetje verdunde icing gedoopt en daarna bestrooid met geraspte kokos.


Icing

Ingrediënten
  • 2 eiwitten
  • 450 g poedersuiker
  • 1 tl citroensap
Tijd (ongeveer)
ca. 5 minuten bereiding

  • Doe de eiwitten met het citroensap in een grote schone, vetvrije kom en voeg een klein deel van de poedersuiker toe. 
  • Gebruik de deeghaken van je mixer en begin met mixen op middelhoge snelheid. 
  • Voeg steeds beetje bij beetje poedersuiker toe, totdat er kleine stijve pieken ontstaan. 
  • Voeg beetje bij beetje enkele druppels water toe. De icing wordt nu dunner naarmate je meer water toevoegt. 
  • Blijf steeds tussendoor mixen totdat de icing de gewenste dikte heeft en glad is. 
  • Wil je de icing kleuren, dan verdeel je de icing in verschillende bakjes waarna je aan de icing levensmiddelen kleurstof toevoegt.

Label: , , , , , , , , ,

Sabtu, 10 Agustus 2013

Muffinbroodjes met gedroogd fruit

Muffinbroodjes met gedroogd fruit
Voordat ik deze muffinbroodjes maakte, had ik pas één keer eerder in mijn leven een poging gewaagd om lekkere broodjes te bakken. Helaas was deze poging niet erg succesvol, zeg maar gerust een groot fiasco. 

Normaal geef ik het niet zo snel op bij een tegenslag in de keuken, maar met een gigantische lijst aan verrukkelijke zoete recepten die ik nog wilde bakken, besloot ik om het broodbakken even terzijde te schuiven. 

Maar op woensdag 19 juni werd ik tijdens het televisieprogramma ‘Heel Holland Bakt’ wel weer even met mijn neus op de thuisbakker-feiten gedrukt: volgens meester patissier en jurylid Robèrt van Beckhoven ben je namelijk geen echte thuisbakker als je geen brood kunt bakken. Dat was even slikken. 


Maar ik realiseerde me wel dat er toen nog maar één ding op zat: aangemoedigd door het programma heb ik de stoute schoenen aangetrokken en het toch maar weer eens geprobeerd. Met gelukkig deze keer wél een succesvol resultaat. En ja, ik weet dat ik een pak broodmix heb gebruikt (iets wat échte broodbakkers natuurlijk niet doen) maar als beginnend broodbakker wilde ik de lat niet te hoog leggen. 

De mooie combinatie van noten, rozijnen, honing en smakelijke vruchten maakt deze muffinbroodjes tot een heerlijke traktatie voor aan de ontbijttafel (of voor bij de koffie/thee). De jam maakt de broodjes helemaal af. Eet ze wel het liefst warm, want dan zijn ze het lekkerst. Het recept voor deze eerste geslaagde broodbakpoging haalde ik uit het geweldige Delicious. Hét Bakboek!.

Ingrediënten
  • 1 pak mix voor broodmix (500 g)
  • 75 g roomboter, op kamertemperatuur
  • 100 g gemengde noten, grof gehakt
  • 75 g gedroogde gewelde vijgen, in kleine stukjes
  • 75 g gedroogde gewelde abrikozen, in kleine stukjes
  • 75 g rozijnen
  • 3 el vloeibare honing
  • 3 el aalbessengelei of gezeefde abrikozenjam/rode vruchtenjam
Extra nodig
Cupcake of muffin bakblik met 12 holtes, bakpapier
Tijd (ongeveer)
25 minuten bereiding, 30-35 minuten oven, 2 uur wachten

  • Bereid het deeg volgens de beschrijving op het pak en laat het 1 uur rijzen, zodat het verdubbelt. 
  • Voeg de boter, noten, gedroogd fruit, rozijnen en honing toe en kneed het goed door. 
  • Het deeg wordt wat plakkerig, maar goed blijven kneden helpt.
  • Bedek de bodem van elke holte van de bakvorm met een rondje bakpapier.
  • Verdeel het deeg over de holtes, bestrijk met wat olie en dek af met huishoudfolie. Als je nog wat deeg overhoudt, vul dan enkele holtes in een tweede muffinbakblik.  
  • Laat de broodjes nog 1 uur rijzen op een warme plaats. 
  • Verwarm de oven voor op 190°C.
  • Bak de muffinbroodjes in het midden van de oven in 30-35 minuten gaar en goudbruin. 
  • Ze zijn gaar als ze hol klinken als je erop klopt.
  • Verwarm de aalbessengelei. Neem de broodjes uit de vormpjes en bestrijk de bovenkanten met de warme aalbessengelei. 
  • Serveer liefst direct. 

Label: , , , , , , , ,

Rabu, 07 Agustus 2013

Crumble met aardbeien en amandelen

Crumble met aardbeien en amandelen

Zelfs nu het zomer is, verkoopt de supermarkt bij mij in het dorp aardbeien voor een belachelijk hoge prijs (en ze zijn niet eens echt lekker). Gelukkig zit er 6 kilometer verderop een aardbeienteler waar ik voor een fractie van de supermarktprijs de heerlijkste aardbeien kan kopen, vers van het land. Ik koop dan ook altijd meerdere bakjes tegelijkertijd. 

Dus toen ik een tijdje geleden een verrukkelijke aardbeienvlaai gemaakt had, had ik nog genoeg aardbeien over voor een ander heerlijk gerecht. En dat werd deze crumble met aardbeien en amandelen, naar een recept van Nigella Lawson. Het is echt een eenvoudig, snel te bereiden en smaakvol dessert, dat heerlijk is om te eten in de warmte van een mooie zomeravond. 


De aardbeien in combinatie met de zoete en krokante amandel topping smaken echt zalig. Je moet deze makkelijke crumble proeven om te geloven hoe lekker hij is. Nigella Lawson noemt hem terecht een ‘droomcrumble’. Ik heb deze crumble in kleine vormpjes bereid, maar hij is ook eenvoudig te maken in een grote schaal voor het hele gezin. Houd dan ongeveer 25-30 minuten baktijd aan. 

Tip: wanneer je (om de woorden van Nigella te gebruiken) de miserabelste en hardste supermarktaardbeien koopt, is het verstandig om nog 1 à 2 theelepels vanille-extract toe te voegen aan de aardbeien voor meer zoetheid. Omdat ik zelf verse, sappige en zoete aardbeien heb gebruikt, was de extra vanille overbodig. Je kunt de crumble 1 dag van tevoren opbouwen, afdekken met huishoudfolie en tot je hem gaat bakken in de koelkast zetten. Bak hem volgens de aanwijzingen in het recept, maar reken 5-10 minuten extra oventijd. 

Ingrediënten
  • 500 g aardbeien, van het kroontje ontdaan
  • 50 g fijne kristalsuiker
  • 25 g gemalen amandelen
  • 110 g bloem
  • 1 tl bakpoeder
  • 75 g koude roomboter, in blokjes
  • 40 g amandelschaafsel
  • 75 g lichtbruine basterdsuiker
  • slagroom voor erbij
Extra nodig
5 of 6 ramequins van ± 1 ½ dl of 1 ovenschaal van 21 bij 15 cm
Tijd (ongeveer)
10 minuten bereiding, 20-25 minuten oven, 10 minuten wachten


  • Verwarm de oven voor op 200°C.
  • Doe de aardbeien in een kom en bestrooi ze met de fijne kristalsuiker en de gemalen amandelen. Schud de kom een paar keer flink om de ingrediënten te mengen.
  • Verdeel de aardbeien over de ramequins. Omdat ze aardbeien inzakken tijdens het bakken, mag er best een bergje boven de rand van de ramequins uitsteken. 
  • Doe de bloem en het bakpoeder in een kom en wrijf er met je duim en vingertoppen de koude blokjes boter door. Het mengsel moet op grove havermout lijken.
  • Meng er met een vork de basterdsuiker en amandelschaafsel door. 
  • Verdeel dit mengsel over de aardbeien en druk het iets aan, vooral aan de rand van de vormpjes. 
  • Zet de ramequins op een bakplaat en schuif die in de oven. 
  • Na 20-25 minuten moet de korst van de crumble goudbruin zijn en aan de rand van de crumble zal wat rozerood vocht door de korst heen opborrelen.
  • Laat de crumbles voor het serveren 10 minuten staan. Serveer ze eventueel met wat slagroom.

Label: , , , , , , , ,

Sabtu, 03 Agustus 2013

Frambozen-millefeuille taartjes

Frambozen-millefeuille taartjes
Dit is zo’n zeldzaam taartje dat gemakkelijker is om te maken dan om te eten. Ga je er in snijden met een mes of pak je het gewoon op in je hand om er dan in te bijten? Bij beide manieren zal de vulling van het taartje aan de zijkanten ontsnappen en zal het eten ervan een hoop geklieder opleveren. 

Ik denk dat de beste manier is om de bladerdeeg rondjes van elkaar te scheiden en vervolgens met een mes de vulling te verdelen. Misschien een hoop gedoe, maar geloof me, het is het allemaal waard. Deze taartjes zijn echt kleine juweeltjes die smelten in je mond. 

Het heerlijk luchtige bladerdeeg, de slagroom, de jam en de zoet/zure frambozen zijn een heerlijke combinatie van smaken en texturen. Het zijn eenvoudige ingrediënten die ontzettend goed bij elkaar passen. 

De taartjes zien er ingewikkeld uit om te maken, maar niet is minder waar. Wat frambozenjam en slagroom tussen de laagjes bladerdeeg, wat icing, slagroom en een framboos erbovenop en je bent klaar. Als je kant-en-klaar bladerdeeg gebruikt is het helemaal een fluitje van een cent. 

De inspiratie voor deze taartjes haalde ik uit het gé-wel-dige boek High Tea Vintage. Echt een aanrader als je een high tea wilt gaan organiseren. 
Tip: eenmaal gemaakt, moeten deze taartjes zo snel mogelijk worden geserveerd. Wanneer je het bladerdeeg zelf wilt maken, kijk dan op dit weblog bij het recept voor de banketletter hoe je dit kunt doen.

Ingrediënten
  • 250 g bladerdeeg (of 5 plakjes kant-en-klaar roomboter-bladerdeeg)
  • 110 g poedersuiker
  • frambozenjam
  • 275 ml slagroom
  • 3 el kristalsuiker
  • frambozen, voor garnering
Extra nodig
Ronde uitsteker van 6 centimeter doorsnee, een met bakpapier beklede bakplaat, spuitzak
Tijd (ongeveer)
35 minuten bereiding, 14-15 minuten oven, 20 minuten wachten

  • Verwarm de oven voor op 230°C.
  • Leg de plakjes bladerdeeg op elkaar en rol het bladerdeeg op een met bloem bestoven werkblad uit tot een lap van 3 mm dik. Steek er met een ronde uitsteker van 6 centimeter doorsnee rondjes uit. 
  • Prik met een vork wat gaatjes in ieder rondje en leg ze op een met bakpapier beklede bakplaat. Laat tussen de rondjes wat ruimte vrij, zodat ze kunnen uitdijen.
  • Bak de rondjes in ongeveer 14-15 minuten knapperig goudbruin. 
  • Haal ze uit de oven en laat ze afkoelen op een rooster.
  • Druk met je hand ieder rondje licht aan en snijd ze met een scherp mes overdwars doormidden.
  • Doe de poedersuiker in een kom en voeg al roerend een beetje water toe, net zolang tot je een gladde icing hebt die aan de achterkant van de lepel blijft hangen.
  • Breng aan de bovenste helft van ieder rondje wat icing aan. 
  • Klop de slagroom met 3 eetlepels suiker stijf. Doe de slagroom in de spuitzak. 
  • Doe wat frambozenjam op de onderste helft van de bladerdeeg-rondjes en spuit daarbovenop een laagje slagroom. 
  • Plaats de bovenste helft van de bladerdeeg-rondjes op de onderste helft, druk licht aan en spuit een klein toefje room op de icing. Garneer met een framboos.

Label: , , , , , , ,