guncelbilimci: Mei 2014

Sabtu, 31 Mei 2014

Chocolade-aardbeienpavlova

Chocolade-aardbeienpavlova
Begin vorige maand vierde mijn zus haar verjaardag en natuurlijk mocht ik voor het gebak zorgen. In de keuze voor dit gebak was ik voor het grootste deel vrij, dus besloot ik op mijn blog maar eens te speuren naar feestelijke recepten. Nadat ik wat lekkere taarten had uitgekozen viel mijn oog op de blogtekst bij het recept van ‘schuimkorfjes met fruit’ (6 januari 2013). Hierin schrijf ik dat ik altijd al eens een pavlova heb willen maken, maar dat mijn proefpanel en ik inmiddels zo’n grote fans zijn van de schuimkorfjes (mini-pavlova’s) dat dit dessert maar even moet wachten... 

En dan vraag je jezelf ineens af waar de tijd gebleven is, want we zijn inmiddels ruim een jaar verder en ik heb nog steeds geen pavlova gemaakt. De hoogste tijd dus om deze lang gekoesterde wens te vervullen. 

De keuze was snel gemaakt: de chocolade pavlova van Nigella Lawson (Voor altijd zomer). Een pavlova waar je als chocoladeliefhebster geen ‘nee’ tegen kunt zeggen. Het maken was helaas nog niet zo makkelijk, zeg maar gerust een klein drama, want mijn mengkom bleek net niet groot genoeg om er 6 grote eiwitten goed in stijf te kloppen. Na twee mislukte pogingen besloot ik om het recept in tweeën te verdelen (en dus twee keer drie eiwitten stijf te kloppen). Het resultaat is een fantastische pavlova die echt heerlijk rijk van smaak is. De combinatie van een chocolade meringue, die krokant & knapperig aan de buitenzijde en zacht & marshmallow-achtig aan de binnenzijde is, met een wolk van licht gezoete slagroom en een berg frisse verse aardbeien is onweerstaanbaar lekker. Hemels gewoon. Het is het perfecte zomerse dessert. Het zal nu zeker geen jaar meer duren voordat ik hem nog een keer maak. 

Tip: in plaats van aardbeien kun je ook frambozen gebruiken ~ wanneer je er voor kiest om twee kleinere meringues te maken en deze op elkaar te stapelen, zorg er dan voor dat beide meringues (ongeveer) even groot zijn. Teken op het bakpapier twee cirkels met dezelfde diameter en verdeel binnen deze cirkels het schuim. 


Ingrediënten
  • 6 eiwitten
  • 300 g fijne kristalsuiker
  • 3 el cacaopoeder, gezeefd
  • 1 tl balsamico of rode wijnazijn
  • 50 g pure chocolade, heel fijn gehakt
  • 45 g pure chocolade
  • 500 ml slagroom
  • 3 el kristalsuiker
  • 650 g aardbeien
Extra nodig
Een met bakpapier beklede bakplaat
Tijd (ongeveer)
20 minuten bereiding, 75 minuten oven, 2 uur wachten


  • Verwarm de oven voor op 180°C en bekleed een bakplaat met bakpapier.
  • Klop de eiwitten eerst stijf tot ze in zijdeachtige pieken blijven staan en klop er vervolgens lepel voor lepel de suiker door, tot het schuim stijf en glanzend is.
  • Strooi er de cacao en fijngehakte chocolade over en besprenkel het schuim vervolgens met de azijn.
  • Spatel alles voorzichtig door elkaar tot cacao en schuim goed gemengd zijn.
  • Schep het schuim in een berg met een doorsnede van ongeveer 22 centimeter op het bakpapier op de bakplaat en strijk de bovenkant een beetje glad.
  • Zet de meringue in de oven, zet de thermostaat terug tot 140°C en laat de meringue ongeveer 1 uur en een kwartier in de oven staan. Open de ovendeur gedurende de baktijd niet. 
  • De meringue is klaar wanneer de randen er krokant uit zien en zich hier en daar de eerste barstjes beginnen te vertonen. De bovenkant zal mooi droog zijn, maar als je aan de onderkant drukt merkt je dat de binnenkant nog zacht/taai schuimig is. 
  • Zet de oven uit, zet de deur op een kleine kier en laat de plak chocolade meringue helemaal afkoelen.
  • Leg de meringue op een groot plat bord. 
  • Klop de slagroom stijf met 3 eetlepels kristalsuiker.
  • Schep de room in een dikke laag op de meringue en leg er de aardbeien op. 
  • Rasp 45 g pure chocolade (of gebruik een dunschiller) en strooi dit over de aardbeien. 

Label: , , , , , ,

Rabu, 28 Mei 2014

Chocolate chip cookies met hazelnoten

Chocolate chip cookies met hazelnoten
Hoewel mijn oudste zus en ik op het gebied van films en tv-series weinig gemeen hebben, is er één serie waar we allebei al jarenlang (samen) om kunnen lachen: de sitcom Friends. Zelf heb ik nooit de moeite genomen om deze serie op dvd aan te schaffen, maar gelukkig heeft mijn zus dit wel gedaan. 

Dus toen ik een week of twee geleden weer een middagje mocht oppassen op mijn nichtje & neefje, heb ik het grootste deel van de tijd voor de televisie doorgebracht (nu niet meteen denken dat ik een slechte oppas ben: mijn nichtje was naar de peuterspeelzaal en mijn neefje lag lekker te slapen in zijn bedje). Het zevende seizoen zat al in de dvd-speler en na twee afleveringen was nummer drie, ‘The one with Phoebe’s cookies’, aan de beurt. Een aflevering waarbij het water mij meteen in de mond liep, want hij gaat namelijk over chocolate chip cookies. 

Toch wel één van mijn favoriete koekjes, of zeg maar gerust mijn zwakke plek want ik kan er nooit genoeg van krijgen. En terwijl ik op de teevee Monica heel druk in de weer zag met het bakken van dit super lekkere koekje, bedacht ik mij ineens dat het alweer een tijdje geleden was dat ik ze zelf gebakken had. De volgende dag ben ik dus meteen aan de slag gegaan in mijn keuken. In de Friends-aflevering worden de koekjes gemaakt naar een recept van Nestlé Toll House, maar ik heb het boek Rutger Bakt als inspiratiebron gebruikt. Het resultaat is onweerstaanbaar lekker. De koekjes zijn echt heerlijk knapperig van buiten en nog een beetje zacht van binnen. Ze zitten vol met geroosterde hazelnoten en brokjes pure chocolade: een fantastisch smaakvolle combinatie met een lekkere bite. De bodem van de goedgevulde koektrommel was dan ook heel snel bereikt. 

Tip: omdat chocolate chips op de ‘bakafdeling’ van mijn plaatselijke supermarkt niet verkrijgbaar zijn, heb ik gewoon een reep pure chocolade grof gehakt. Het eindresultaat krijgt zo ook meteen een lekker rustiek effect (dit in tegenstelling tot het gebruik van chocolate chips, die niet smelten en in mooie kleine rondjes blijven zitten) ~ in plaats van hazelnoten kun je ook ongezouten macadamianoten gebruiken. Rooster ook deze even in de oven. 


Ingrediënten
  • 100 g blanke hazelnoten
  • 140 g boter
  • 110 g kristalsuiker
  • 100 g lichtbruine basterdsuiker
  • 1 tl vanille-extract
  • ¼ tl zout
  • 1 ei 
  • 210 g bloem
  • ¾ tl dubbelkoolzure soda
  • 150 g pure chocolade, grof gehakt
Extra nodig
Met bakpapier beklede bakplaten, huishoudfolie
Tijd (ongeveer)
15 minuten bereiding, 23 minuten oven, 3 uur wachten


  • Verwarm de oven voor op 225°C.
  • Rooster op een met bakpapier beklede bakplaat de hazelnoten in ongeveer 7 minuten goudbruin. Haal de bakplaat uit de oven, laat de hazelnoten afkoelen en hak ze grof. 
  • Doe de boter, kristalsuiker, basterdsuiker, vanille-extract en het zout in een kom en mix deze ingrediënten tot een romig mengsel. 
  • Voeg het ei toe en mix het mengsel nog 1 minuut.
  • Voeg de bloem en dubbelkoolzure soda toe aan het botermengsel en kneed dit door elkaar.
  • Voeg als laatste de gehakte noten en chocoladestukjes toe en meng dit tot alles goed is verdeeld. 
  • Maak van het deeg een bal en verpak deze in huishoudfolie.
  • Laat het deeg minimaal 2 uur rusten in de koelkast. 
  • Verwarm de oven voor op 175°C.
  • Rol  20 bolletjes van het deeg, leg deze op met bakpapier beklede bakplaten en druk ze plat. Laat voldoende tussenruimte vrij, want de koekjes lopen uit.
  • Bak de koekjes in circa 16 minuten goudbruin en gaar.
  • Leg de koekjes voorzichtig op een rooster en laat ze afkoelen.

Label: , , , ,

Sabtu, 24 Mei 2014

Bretonse appeltaart

Bretonse appeltaart
“Alweer een appeltaart?” riepen mijn familieleden in koor toen ik ze een paar weken geleden deze Bretonse appeltaart voorschotelde. Jazeker. Als er namelijk, naast chocolade, iets is waar ik geen genoeg van kan krijgen dan is het wel appeltaart. Heerlijk. De afgelopen jaren heb ik dan ook vele verschillende smakelijke varianten op de Hollandse appeltaart gemaakt, maar toch smaakt deze Bretonse appeltaart weer heel anders. 

Het grootste verschil met alle andere appeltaarten is dat er geen kaneel in verwerkt wordt. Dit was voor mij wel even wennen, want ik heb nog nooit een appeltaart zonder kaneel gemaakt. Ik miste tijdens het bakken dan ook heel erg de warme geur van appel-kaneel: een geur waar ik juist altijd zo blij van word. 


Gelukkig wordt het gemis aan kaneel in deze taart goed gemaakt door de toevoeging van echte vanille. Verrukkelijk. Naast de vanille wordt er nog een ander lekker smaakelement aan deze taart toegevoegd, namelijk amandelspijs. De combinatie van de zoete amandelspijs met de zoet-zure appels is echt fantastisch. De spijs zorgt er daarnaast ook nog eens voor dat de bodem geen slappe & natte lap wordt, maar juist lekker krokant uit de oven komt. Al na een paar happen concludeerden ik en mijn familie dat dit één van de lekkerste appeltaarten is die we ooit gegeten hebben. Ik ben Cees Holtkamp (De Banketbakker) dan ook zeer dankbaar voor het delen van dit recept. 


Ingrediënten
  • 185 g roomboter
  • 125 g witte basterdsuiker
  • 3 g zout
  • 3 eieren
  • 1 el (15 gram) water
  • 250 g bloem, gezeefd
  • 10 g bakpoeder, gezeefd
  • 250 g amandelspijs
  • 1200 g Jonagold appels
  • 1 vanillestokje
  • 100 g fijne kristalsuiker
  • 2 eierdooiers
  • 30 g maïzena
  • abrikozenjam
Extra nodig
Een ingevette vlaaivorm van 24 centimeter doorsnede en 2 ½ centimeter hoog, huishoudfolie, zeef
Tijd (ongeveer)
45 minuten bereiding, 75 minuten oven, 3 uur wachten


  • Klop 1 ei los en verdeel dit in tweeën. 
  • Meng 125 g roomboter, de basterdsuiker en het zout met een handmixer door elkaar. 
  • Voeg één helft van het losgeklopte ei en het water toe en mix even goed door.
  • Voeg vervolgens de bloem en het bakpoeder toe en mix door elkaar tot een kruimelig mengsel. Kneed vervolgens het deeg op je werkblad even goed door.
  • Verpak het deeg in huishoudfolie en laat het twee uur in de koelkast rusten.
  • Verwarm de oven voor op 185°C.
  • Vermeng de amandelspijs met de andere helft van het losgeklopte ei.
  • Schil de appels, boor ze uit en snijd ze in kleine blokjes. 
  • Haal het deeg uit de koelkast, kneed het nog even door en rol het uit tot een grote ronde lap (die ongeveer zo dik is als een 1-euromunt). 
  • Rol het deeg op je rolstok/deegroller en bekleed de ingevette vlaaivorm met het deeg.
  • Bedek de bodem met de amandelspijs. Verdeel hier de appelblokjes over. 
  • Smelt 60 g roomboter. Halveer het vanillestokje in de lengte en schraap het merg eruit.
  • Klop 2 eieren en 2 eidooiers samen met het merg van het vanillestokje los. 
  • Klop de losgeklopte eieren samen met de fijne kristalsuiker, de maizena en de gesmolten roomboter tot een vloeibaar mengsel zonder klontjes. 
  • Verdeel dit mengsel met een lepel over de appelblokjes in de taartvorm, zodat alle blokjes (een beetje) bedekt zijn. 
  • Zet de taart 75 minuten in de oven. Houd de taart goed in de gaten om te zien of de appels niet te donker worden, verlaag anders de oventemperatuur (ik heb na 45 minuten de temperatuur verlaagd naar 180°C). Kijk na 70 minuten hoe ver de taart al is en prik met een mes in de taart om te kijken of hij gaar is.
  • Breng in een steelpan circa 6 eetlepels jam met 1 eetlepel water aan de kook.
  • Wrijf de jam door een zeef en bestrijk de warme taart ermee. 
  • Laat de taart afkoelen in de vorm.

Label: , , , , ,

Rabu, 21 Mei 2014

Samba chocoladetaart

Samba chocoladetaart
Zoals jullie inmiddels wel weten is het absoluut geen geheim dat ik een chocoholic ben. Je zou mij echt elke dag blij kunnen maken met een chocoladekoekje, bonbons, een chocoladereep of een stukje chocoladecake. Om aan mijn “verslaving” tegemoet te komen heb ik de afgelopen jaren dan ook veel chocoladebaksels gemaakt, de één nog lekkerder dan de andere. Vooral bij de vele verschillende chocoladetaarten die de revue gepasseerd hebben, kwam ik vaak superlatieven tekort om de smaak te omschrijven. 

Ook bij mijn nieuwste chocoladebaksel, deze Samba chocoladetaart, is dat het geval. Als ik op mijn blog lees wat ik allemaal over de smaak van chocoladetaarten geschreven heb, dan zijn al deze woorden niet toereikend genoeg om deze samba taart te beschrijven. 

Want ja, hij is niet alleen onweerstaanbaar en hemels lekker, maar het is ook een taart om je vingers bij af te likken, hij is zacht & smeuïg en zinnenstrelend lekker, het is een weelderig over-de-top stuk chocolade-exces en hij smelt op de tong. Deze taart is echt de droom van iedere chocoholic. Als er een chocolade-hemel is, dan verdient deze taart daar echt een ereplaatsje. Wat een genot! Het eten bezorgde mij dan ook bijna een culinair orgasme: de combinatie van de chocoladebiscuit met twee verschillende soorten chocolademousse, chocoladeganache én chocoladeversiering maakt deze taart tot een echte chocolade-bom. Gek genoeg is hij niet echt machtig, dus als ik de kans had gekregen, dan had ik ‘m waarschijnlijk in zijn geheel verslonden, zó lekker. Ook mijn familie was zeer onder de indruk. Ik heb hem voor de verjaardag van mijn zus gebakken, en het was een echte knaller. 

Tip: gebruik voor het maken van deze taart echt de beste kwaliteit chocolade die je kunt vinden ~ niet alle chocolademousse wordt gebruikt in de taart, maar wanneer je de overgebleven mousse in een schaaltje op laat stijven in de koelkast heb je een heerlijk dessert ~ voor het maken van deze taart moet je veel verschillende soorten handelingen verrichten. Zorg er dus voor dat je werkblad vrij is en je genoeg kommen & schaaltjes voor handen hebt.


Ingrediënten
  • 75 g boter
  • 220 g eierdooiers (ca. 12 eieren)
  • 115 g kristalsuiker
  • 45 g bloem
  • 30 g cacaopoeder
  • 75 g amandelmeel
  • 120 g eiwitten (ca. 4 eieren)
  • 3 gelatineblaadjes
  • 625 ml slagroom
  • 120 g poedersuiker
  • 135 g melkchocolade
  • 260 g pure chocolade
  • witte chocolade
  • chocolade hagelslag
Extra nodig
Taartring van 20 cm doorsnede en minstens 6 centimeter hoog, bakplaat, bakpapier, huishoudfolie, 2 spuitzakken met rond spuitmondje, föhn
Tijd (ongeveer)
90 minuten bereiding, 35 minuten oven, 2 uur wachten


  • Maak eerst de chocoladebiscuit. Verwarm de oven voor op 180°C. Bekleed de bakplaat met bakpapier en plaats de taartring erop. 
  • Smelt 45 g boter.
  • Klop 120 g eierdooiers licht en romig met 45 g kristalsuiker. 
  • Zeef de bloem samen met het cacaopoeder en meng er daarna het amandelmeel onder. 
  • Klop 120 g eiwitten stijf met 45 g kristalsuiker. Voeg de suiker langzaam toe tijdens het opkloppen.
  • Meng ongeveer 1/3 van het opgeklopte eiwit door de opgeklopte eierdooiers.
  • Spatel er voorzichtig het bloemmengsel onder. 
  • Spatel er daarna de rest van het eiwit door en ten slotte de gesmolten boter. 
  • Giet het beslag in de taartring en bak de biscuit ongeveer 35 minuten in de voorverwarmde oven. De biscuit is klaar als je er zachtjes met je vinger in drukt en de biscuit weer terug veert
  • Laat het biscuit afkoelen in de ring. Verwijder voorzichtig de vorm. 
  • Snijd de biscuit horizontaal in 3 gelijke plakken. Snijd eventueel ook een heel dun laagje van de bovenkant af als deze bol is, zodat de taart vlak wordt. 
  • Was de ring af, want deze heb je weer nodig voor de opbouw van de taart. 
  • Knip 1 gelatineblaadje door de helft en laat de beide helften samen met 2 hele gelatineblaadjes weken in koud water.
  • Doe 100 g eierdooiers in een kom. 
  • Doe 25 ml water en 25 g kristalsuiker bij elkaar in een steelpannetje en breng dit aan de kook.
  • Doe de suikersiroop over in een schaaltje en verwarm de siroop 30 seconden op vol vermogen in de magnetron. 
  • Giet de siroop op de eierdooiers en klop ze wit en romig op.
  • Verdeel dit mengsel in twee gelijke helften.
  • Klop 250 ml slagroom samen met 60 g poedersuiker bijna stijf (dik-lobbig).
  • Smelt de melkchocolade in de magnetron (telkens maximaal 30 seconden; steeds goed roeren;  de chocolade mag goed warm aanvoelen, ongeveer 45°C).
  • Roer 1/3 van de slagroom door de chocolade. 
  • Smelt 1 ½ gelatineblaadje in een schaaltje in de magnetron op vol vermogen.
  • Roer de gesmolten gelatine vlug en krachtig door het slagroom-chocolademengsel.
  • Roer er 1 deel van het suikersiroop-eierdooiermengsel en de rest van de slagroom door. 
  • Laat op kamertemperatuur staan en ga verder met de pure-chocolademousse. 
  • Klop 250 ml slagroom samen met 60 g poedersuiker bijna stijf (dik-lobbig).
  • Smelt 110 g pure chocolade in de magnetron (telkens maximaal 30 seconden;  steeds goed roeren;  de chocolade mag goed warm aanvoelen, ongeveer 45°C).
  • Roer 1/3 van de slagroom door de chocolade. 
  • Smelt 1 ½ gelatineblaadje in een schaaltje in de magnetron op vol vermogen.
  • Roer de gesmolten gelatine vlug en krachtig door het slagroom-chocolademengsel.
  • Roer er de rest van het suikersiroop-eierdooiermengsel en de rest van de slagroom door.
  • Bedek een snijplank/groot plat bord/bakplaat met huishoudfolie en plaats hier de taartring op.
  • Leg de onderste biscuitlaag in de ring. 
  • Vul een spuitzak met rond spuitmondje met de pure-chocolademousse. Spuit op de biscuitlaag in de ring gelijkmatig en spiraalvormig een laag mousse.
  • Leg de tweede laag biscuit op de pure-chocolademousse. 
  • Vul een spuitzak met rond spuitmondje met de melkchocolademousse. Spuit op de biscuitlaag in de ring gelijkmatig en spiraalvormig een laag mousse. Zorg ervoor dat je nog wat mousse overhoud om de bovenkant mee glad te strijken. 
  • Leg hierop de laatste plak biscuit en werk de bovenkant glad af met een dun laagje melkchocolademousse. 
  • Zet de taart minstens 1 uur in de diepvries. 
  • Breng 30 g boter op kamertemperatuur. 
  • Hak 150 g pure chocolade  in kleine stukjes.
  • Breng 125 ml slagroom aan de kook. Voeg de chocolade toe aan de kokende room. Draai het vuur uit en roer goed tot er een egale massa ontstaat. 
  • Voeg de in stukjes gesneden boter toe en roer tot deze is opgelost. 
  • Normaal zou ik de ganache af laten koelen tot circa 31-32°C, maar omdat de taart waarover je de ganache giet bevroren is, koelt de ganache te snel af waardoor je deze niet meer egaal kunt verdelen. Zorg er dus voor dat de ganache ongeveer 37°C is.
  • Haal de taart uit de diepvries. Verwijder de ring door hem lichtjes op de warmen met een föhn. Zet de taart zonder ring nog heel even terug in de vriezer zodat de gesmolten buitenzijde weer op kan stijven. 
  • Zet de taart op een taartrooster boven een bakplaat.
  • Overgiet de taart onmiddellijk met de warme ganache en zorg ervoor dat de boven en zijkant helemaal bedekt worden. 
  • Smelt wat witte chocolade. Doe deze chocolade in een cornetje/spuitzakje, knip er een klein puntje af en maak streepjes op de taart.
  • Smelt met de föhn de zijkant van de taart een klein beetje en druk er de chocoladehagelslag tegen.


Bron recept: Bakboek, de klassiekers, Eric van den Hende

Label: , , , , , , , , ,

Sabtu, 17 Mei 2014

Kruimelcake met fruit

Kruimelcake met fruit
Na al die grijze bewolkte luchten en stevige regenbuien van de afgelopen weken, werd ik gisterochtend bij het opendoen van het slaapkamergordijn eindelijk weer begroet door een warme ochtendzon. Heerlijk. En hoewel het in de ochtend nog redelijk frisjes was, voorspellen de weermannen en –vrouwen deze week temperaturen die oplopen naar zomerse waarden. Ik hoop echt dat dit gaat gebeuren, want ik verlang inmiddels wel naar de zomer. 

En dan bedoel ik geen snikhete zomer waarbij de mussen van het dak vallen, maar gewoon een aangenaam warm zonnetje zodat de deuren & ramen wagenwijd open kunnen, ik buiten kan eten, geen jas meer nodig heb en ’s avonds nog lekker bij kaarslicht een boek in de tuin kan lezen. Dat is wat ik wil. 


En omdat ik gisteren door de zon al een beetje in een zomerse stemming kwam, kreeg ik ook meteen zin om een zomers getint baksel te bakken. De keuze was snel gemaakt: een kruimelcake met fruit (geïnspireerd op een recept van Donna Hay). Veel zomerfruit is namelijk al volop aanwezig en eerder deze week zag ik bij de groenteboer ook de nectarines en perziken weer in het schap liggen. Voor mij hebben deze twee fruitsoorten echt iets zomerachtigs. Beide vruchten zijn heerlijk om zo uit het vuistje te verorberen, maar ook ideaal om in gerechten te verwerken. Ik heb ze in dit recept gecombineerd met pruimen. En hoewel ik pruimen meer met de herfst associeer (op de overgang tussen zomer en herfst smaken ze ook het lekkerst), gaan ze geweldig samen met de perzik en nectarine. Het resultaat is een verrukkelijke cake met zoet-zuur fruit onder een zoete krokante kruimellaag. Om van te smullen. 

Tip: in deze kruimelcake heb ik pruimen, perziken en nectarines verwerkt, maar je kunt natuurlijk ook (een combinatie van) andere steenvruchten gebruiken, zoals abrikozen en kersen. Gebruik in ieder geval vruchten die niet al te rijp zijn, want hoe rijper de vrucht, hoe meer vocht er vrij komt tijdens het bakken wat een natte cake tot gevolg heeft ~ de cake is voor circa 12 personen en smaakt koud het lekkerst.


Ingrediënten
  • 120 g boter, zacht
  • 180 g fijne kristalsuiker + extra voor bestrooien
  • 2 tl vanille-extract
  • 2 eieren
  • 275 g bloem
  • 1 ¼ tl bakpoeder
  • snufje zout
  • 40 ml melk
  • 5-6 steenvruchten, ontpit en in dunne plakjes gesneden
  • 1 ½ eetlepel kristalsuiker
  • 35 g koude boter, in blokjes
Extra nodig
Vierkante bakvorm van 23 x 23 centimeter, bakpapier
Tijd (ongeveer)
20 minuten bereiding, ca. 55-60 minuten oven, 1 uur wachten


  • Verwarm de oven voor op 180°C. Vet de bakvorm in en bekleed deze met bakpapier.
  • Klop 120 g zachte boter, 180 g fijne kristalsuiker en het vanille-extract met een mixer licht en romig.
  • Voeg één voor één de eieren toe en klop goed door. 
  • Zeef er 225 g bloem en het bakpoeder boven, voeg het zout en de melk toe en meng alles kort maar goed door elkaar. 
  • Schep het mengsel in de bakvorm en strijk het glad.
  • Verspreid/schik het fruit over/op het beslag en bestrooi het fruit met de extra suiker. 
  • Meng 50 g bloem, 1 ½ eetlepel kristalsuiker en 35 g koude boter met je vingertoppen tot kruimels.
  • Strooi de kruimels over het fruit.
  • Bak de cake in ca. 55-60 minuten gaar (test dit met een satéprikker).
  • Laat de cake afkoelen in de vorm en stort hem dan op een rooster om koud te worden. 

Label: , , , , , , , , ,

Rabu, 14 Mei 2014

Chocolade banoffee whoopies

Chocolade banoffee whoopies
Afgelopen vrijdagmiddag was zo’n middag die bijna ten onder ging aan chagrijnige druilerigheid. Buiten was het grijs, koud en nat (het regende al de hele dag) en ondanks dat binnen de verwarming stond te loeien, bleef het behoorlijk frisjes. Ik besloot uit pure verveling een filmpje te gaan kijken. De keuze viel op ‘Love Actually’. Niet echt het soort film waar ik normaal warm voor loop, maar wel een prima film om op een saaie middag de tijd mee te doden terwijl ik onder een dekentje op de bank zit met een kop dampende thee voor mijn neus. 

Gedurende de film had ik continu de aandrang om lekker weg te doezelen, maar er was één moment waarop ik even helemaal wakker geschud werd: de scene waarin het personage Juliet (Keira Knightley) aan Mark (Andrew Lincoln) ‘banoffee pie?’ vraagt. 

De scene in een notendop: Juliet heeft bij Mark (de beste vriend van haar nieuwe echtgenoot) aangebeld in de hoop de video in handen te krijgen die hij gemaakt heeft van haar huwelijk. Omdat Mark (die stiekem smoorverliefd is op Juliet) altijd heel gemeen is tegen haar, probeert zij hem om te kopen met een banoffee taart. Het antwoord van Mark op de vraag van Juliet: ‘No, thanks’. Doodzonde natuurlijk, want een ‘banoffee pie’ is hemels lekker. En hoewel Mark deze verleiding blijkbaar kan weerstaan, kan ik dat niet en ik wist dan ook ineens hoe ik deze druilerige middag meer kleur kon geven: een banoffee taart bakken. 

Helaas had ik niet alle ingrediënten in huis en omdat ik geen zin had om in de stromende regen naar de supermarkt te fietsen, besloot ik met de ingrediënten die ik wél in huis had chocolade banoffee whoopies te maken. Het bleek een heel makkelijk recept te zijn met een verrukkelijk resultaat. Tussen de zachte cake-achtige chocolade koekjes zit een zoete en kleverige karamelvulling met stukjes frisse banaan: een onweerstaanbaar lekkere combinatie. Tip: de whoopies worden extra lekker wanneer je ze bovenop garneert met een flinke toef licht gezoete slagroom die je vervolgens bestrooit met wat cacaopoeder of geraspte chocolade.


Ingrediënten
  • 1 blikje zoete gecondenseerde melk
  • 115 g boter
  • 210 g donkerbruine basterdsuiker
  • 1 ei
  • 200 g bloem
  • 70 g cacaopoeder
  • 1 ½ tl zuiveringszout
  • ½ tl bakpoeder
  • ½ tl zout
  • 1 tl vanille-extract
  • 240 ml melk
  • 2-3 bananen
Extra nodig
Met bakpapier beklede bakplaten, spuitzak(ken) met rond spuitmondje, ovenschaal, braadslee, aluminiumfolie
Tijd (ongeveer)
25 minuten bereiding, 105 minuten oven, 2 uur wachten 


  • Verwarm de oven voor op 220°C. Doe de inhoud van het blikje gecondenseerde melk in een ondiepe ovenschaal en dek dit goed af met aluminiumfolie. 
  • Zet je ovenschaal in een grotere ovenschaal of braadslee en vul deze voor de helft met heet/kokend water. 
  • Zet de schalen in de oven en laat ze er circa 1½ uur in staan. Check af en toe even of er nog genoeg water in de grotere ovenschaal/braadslee zit. 
  • Controleer na ongeveer een uur hoe bruin je melk al is geworden. Zodra het mengsel de gewenste kleur heeft haal je de ovenschalen uit de oven, verwijder je het aluminiumfolie en roer je dulce de leche goed door tot een egale massa. Laat het afkoelen.
  • Verwarm de oven voor op 180°C.
  • Mix de boter met de donkerbruine basterdsuiker tot een luchtig geheel.
  • Voeg het ei toe en klop tot een homogeen mengsel.
  • Zeef de bloem met het cacaopoeder, zuiveringszout, bakpoeder en het zout.
  • Meng de melk en het vanille-extract door elkaar.
  • Voeg een deel van het bloemmengsel bij het eimengsel. Klop dit kort door, totdat je geen bloemresten meer ziet. 
  • Voeg vervolgens een deel van het melk-mengsel toe en klop dit goed door totdat je een glad deeg hebt. 
  • Herhaal de vorige twee stappen tot het bloemmengsel en de melk op zijn en je een glad deeg gekregen hebt.
  • Doe het deeg in een spuitzak en spuit hoopjes op de met bakpapier beklede bakplaat (of whoopie-bakmat). Laat tussen de whoopies genoeg ruimte vrij, want ze vloeien uit tijdens het bakken. Wanneer je een whoopie bakplaat gebruikt, spuit dan kleine hoopjes in de bakholtes en strijk deze glad met een lepel. 
  • Bak de whoopies in circa 14 minuten gaar. Ze moeten terugveren als je erop duwt. 
  • Laat de whoopies afkoelen voor je ze van de bakplaat neemt. 
  • Snijd de bananen in plakjes.
  • Smeer op de platte kant van een whoopie een klein beetje dulce de leche. Leg hier 2-3 plakjes banaan op.
  • Besmeer ook een tweede whoopie aan de platte kant met een klein beetje dulce de leche. Druk de twee whoopie-helften tegen elkaar. 
  • Serveer direct.

Label: , , , , , ,

Sabtu, 10 Mei 2014

Aardbeienslof

Aardbeienslof
Het zal je vast niet ontgaan zijn dat het vandaag Moederdag is. Zodra je de afgelopen weken een voet buiten de deur zette, kon je er moeilijk om heen: Moederdag-producten in de supermarkt, speciale Moederdag-cadeauverpakkingen bij de drogist, Moederdag-kaarten bij de boekhandel, Moederdag-aanbiedingen bij de bloemist en Moederdag-abri’s op het station. 

Natuurlijk zet ook ik mijn moeder vandaag extra in het zonnetje en bedank ik haar voor de liefdevolle zorg van de afgelopen jaren. Maar hoewel mijn moeder vroeger heel blij was met de knutsels die we voor haar maakten (asbakken van klei, mooi verpakte gedichtjes en zelfgemaakte bloemen), zal ze er nu (naar eigen zeggen) ‘geen traantje om laten als ze geen cadeautje krijgt’. Volgens haar hebben we niet één speciale dag in het jaar nodig om te vertellen dat we van haar houden, dat kan altijd. 

En natuurlijk heeft ze hier gelijk in. Moederdag is bij ons dus zeker geen verplichting, maar ik weet dat mijn moeder het stiekem toch wel leuk vind om iets te krijgen. De knutsels laten we al jaren achterwege, maar samen met mijn zussen heb ik een leuk cadeautje gekocht. Daarnaast hoop ik een glimlach op mijn moeders gezicht te toveren met deze aardbeienslof. Deze slof is echt een fantastisch stuk gebak. Het deeg is brokkelig en zacht tegelijkertijd: je moet je vorkje even als koevoet gebruiken, maar eenmaal in je mond smelt het deeg op je tong. Op dit deeg ligt een heerlijke laag amandelspijs met daarop een romige laag banketbakkersroom. Het geheel wordt afgemaakt met heerlijk verse en geurige aardbeien en een paar heerlijke toeven vers geklopte slagroom. Onweerstaanbaar lekker. 

Waarschijnlijk heb je vandaag geen tijd meer om je moeder te verrassen met deze verrukkelijke slof, maar er zijn dit jaar nog genoeg andere momenten om je moeder (of natuurlijk jezelf) te verwennen. Tip: als vulling kun je eigenlijk elk soort fruit kiezen dat je lekker vindt, of combineer meerdere fruitsoorten ~ Heb je geen sloffenvorm in huis? Gebruik dan de ring van een springvorm of taartring. 


Ingrediënten
  • 250 g bloem + 3 el
  • 2 tl bakpoeder
  • 180 g roomboter
  • 285 g kristalsuiker
  • 80 g (licht)bruine basterdsuiker
  • 6 eierdooier
  • rasp van een halve citroen
  • ¼ tl zout
  • 500 ml volle melk
  • 1 vanillestokje
  • 150 g amandelspijs
  • 1 ei
  • 250 ml slagroom
  • 500 g aardbeien, gehalveerd
  • poedersuiker
Extra nodig
2 sloffenringen, een met bakpapier beklede bakplaat, spuitzak met gekarteld spuitmondje
Tijd (ongeveer)
20 minuten bereiding, 23-26 minuten oven, 2 uur wachten


  • Zeef 250 g bloem en het bakpoeder boven een kom. Voeg de roomboter, 100 g kristalsuiker, de basterdsuiker, één eierdooier, de rasp van een halve citroen en het zout toe.
  • Kneed de ingrediënten kort met de hand tot een samenhangend deeg. Kneed echt niet te lang door: zodra er van het deeg een samenhangende bal gevormd kan worden is het goed.
  • Verpak het deeg in huishoudfolie en laat het minimaal 1 uur in de koelkast rusten.
  • Maak ondertussen de banketbakkersroom. Halveer het vanillestokjes in de lengte en schraap het merg eruit. 
  • Breng de melk met 75 g kristalsuiker en het vanillemerg aan de kook.
  • Roer 5 eierdooiers met 3 el bloem en 75 g kristalsuiker in een kom door elkaar. Voeg al roerende een flinke scheut melk toe aan de eierdooiers en roer even goed door. 
  • Giet het mengsel terug in de pan en breng opnieuw aan de kook. Laat de banketbakkersroom circa 2 minuten doorkoken.
  • Haal de pan van het vuur en giet de banketbakkersroom in een ondiepe schaal en dek hem af met huishoudfolie. Zorg ervoor dat het folie direct op de room ligt, zodat er geen velvorming kan plaatsvinden.
  • Laat de room eerst wat afkoelen op het aanrecht en zet de kom daarna tot gebruik in de koelkast.
  • Verwarm de oven voor op 180°C.
  • Meng het amandelspijs met 1 ei om het smeerbaar te maken.
  • Haal het deeg uit de koelkast en rol het deeg op een met bloem bestoven werkblad uit tot een dikte van circa 1 centimeter. 
  • Druk met een sloffenring twee passende deegplakken uit het deeg.
  • Plaats de deegplakken op een met bakpapier beklede bakplaat. Vet de sloffenringen in en plaats ze om de deegplakken.
  • Verdeel het spijsmengsel op de deegplakken tot 1,5 centimeter van de rand af. 
  • Bak de sloffen in 23 tot 26 minuten gaar in de voorverwarmde oven. 
  • Verwijder de sloffenringen meteen na het bakken en laat de sloffen afkoelen. 
  • Klop de slagroom met 35 g kristalsuiker stijf. 
  • Sla de banketbakkersroom los en doe het over in een spuitzak met een glad spuitmondje. 
  • Spuit de sloffen op met de banketbakkersroom (je houd ongeveer ¼ deel van de room over).
  • Verdeel de aardbeien over de slof. Bestuif de sloffen met poedersuiker en decoreer naar wens met toeven slagroom. 



Bron recept: Rutger Bakt, Rutger van den Broek

Label: , , , , ,

Rabu, 07 Mei 2014

Tiramisutaartjes

Tiramisutaartjes
Hoewel ik geen problemen heb met mijn leven als 'single', kleeft er voor mij toch een groot nadeel aan het vrijgezellenbestaan: het in je eentje moeten eten. Het maken van éénpersoons-baksels (bijvoorbeeld een lekkere crumble, een kleine portie koekjes of een paar cupcakejes) vind ik leuk om te doen, maar wanneer het geen comfort-food betreft vind ik het wel zo gezellig om mijn baksels in gezelschap samen te kunnen eten. 

Wat ik helemaal verschrikkelijk vind is het alleen voor mezelf moeten koken. Ik ben echt dol op lekker eten en nieuwe gerechten uitproberen, maar meerdere pannen vies maken voor één bordje eten vind ik vreselijk. In m’n eentje uit eten gaan is ook geen optie: het voelt nogal ongemakkelijk om alleen aan een tafeltje te zitten. 

Gelukkig waren mijn zus en haar vriend zo lief om mij een tijdje geleden weer uit te nodigen voor een restaurant-etentje. Natuurlijk vind ik op zo’n avond een goede menukaart belangrijk, maar het voor-, tussen- en hoofdgerecht zie ik meer als een opwarmertje of als een lange aanloop naar de grote finale: het dessert. Dit is de enige gang die ik nooit over zal slaan. Helaas viel mijn nagerecht deze keer een beetje tegen (het stukje brownie was kurkdroog) en ik had meteen spijt dat ik niet voor de tiramisu gekozen had die mij verleidelijk aan lag te staren vanaf de naastgelegen tafel. Eenmaal thuis besloot ik maar weer eens zelf tiramisu te maken. 

De combinatie van het oerklassieke recept met een vleugje inspiratie uit het boek van Eric van den Hende (Bakboek, de klassiekers) resulteerde in deze verrukkelijke tiramisutaartjes. Traditionele tiramisu is echt geweldig, maar dit recept maakt dit populaire dessert toch net even wat specialer. Je moet wel zin hebben om wat langer in de keuken te staan, want er zijn heel wat handelingen voor nodig voordat je je tanden in het eindresultaat kunt zetten. Maar ik meen het echt als ik zeg dat het de moeite waard is om ze een keer te maken, elke fan van tiramisu zou ze zeker een keertje uit moeten proberen. Tip: ik heb individuele taartjes gemaakt, maar je kunt van dit recept natuurlijk ook één grote taart maken ~ Omdat het recept veel verschillende handelingen vereist, wil ik je echt aanraden het recept van begin tot eind door te lezen voordat je begint, zo ben je overal op voorbereid en kom je niet ineens voor (onaangename) verassingen te staan. 


Ingrediënten
  • 223 g kristalsuiker + extra om te bestrooien
  • 12 g oploskoffiepoeder 
  • 112 g amaretto
  • 6-7 eieren
  • 90 g fijne kristalsuiker
  • 80 g patentbloem, gezeefd
  • 10 g custardpoeder, gezeefd
  • mespuntje zout
  • 8 blaadjes witte gelatine
  • 225 ml slagroom
  • 58 g poedersuiker
  • 282 g mascarpone
  • cacaopoeder
Extra nodig
Spuitzak met een gladde spuitmond van 1 centimeter doorsnee, bakplaten, 9 bakringen van 7 centimeter doorsnede, bakpapier, snijplank of groot plat bord, huishoudfolie
Tijd (ongeveer)
75 minuten bereiding, 15-18 minuten oven, minstens 4 ½ uur wachten


  • Doe 230 ml water met 185 g kristalsuiker en de oploskoffie in een pannetje en breng dit aan de kook. Roer regelmatig door.
  • Haal de pan van het vuur en laat afkoelen. Roer er 85 g amaretto door. 
  • Verwarm de oven voor op 180°C. 
  • Splits drie eieren. Klop de eidooiers samen met 40 g fijne kristalsuiker romig. 
  • Klop in een andere kom de eiwitten met een mespuntje zout stijf. Voeg geleidelijk 50 g fijne kristalsuiker toe. 
  • Spatel het dooiermengsel voorzichtig door de stijfgeklopte eiwitten, probeer hierbij de luchtigheid te behouden.  
  • Spatel de patentbloem en de custardpoeder voorzichtig door het eimengsel. Raak met de spatel ook de bodem van de kom, zodat alles goed gemengd wordt. 
  • Vul de spuitzak met het beslag en spuit 27 cirkels van ongeveer 6 – 6,5 centimeter doorsnede op met bakpapier beklede bakplaten. 
  • Strooi wat kristalsuiker over de cirkels en bak de biscuitjes ongeveer 15-18 minuten in de voorverwarmde oven.
  • Laat ze afkoelen op de bakplaat.
  • Bekleed 9 bakringen met bakpapier en bekleed een snijplank/groot plat bord strak met huishoudfolie. Plaats de bakringen op de snijplank.
  • Bestrijk 9 biscuitcirkels met het koffie-amaretto-mengsel en leg deze in de bakringen.
  • Week de gelatine in ruim koud water.
  • Splits 3 tot 4 eieren. Klop 60 g van de eierdooiers met 58 g poedersuiker in een kleine kom tot een licht en romig mengsel, dat als een dik lint van je garde afloopt.
  • Doe de mascarpone in een grote kom en roer deze glad met 27 g amaretto.
  • Meng de geklopte eierdooiers door de mascarpone en roer glad. 
  • Klop de slagroom met 23 g kristalsuiker tot een dikke massa (niet helemaal stijf).
  • Klop 90 g eiwitten luchtig op en voeg er geleidelijk 15 g kristalsuiker aan toe. 
  • Neem de gelatine uit het water en knijp de blaadjes goed uit. Doe ze in een steelpan en warm lichtjes op tot ze gesmolten zijn. 
  • Meng de gelatine door de mascarpone-massa en spatel er onmiddellijk de opgeklopte eiwitten onder. 
  • Roer al laatste de opgeklopte slagroom erdoor. 
  • Doe het mengsel in een spuitzak met rond spuitmondje. Spuit een laagje van het mengsel op de biscuitcirkels in de bakringen.
  • Dompel 9 biscuitcirkels één voor één in het koffie-amaretto-mengsel en leg ze in de bakringen.
  • Spuit opnieuw een laagje van het mengsel op de biscuitcirkels in de bakringen.
  • Dompel de laatste 9 biscuitcirkels één voor één in het koffie-amaretto-mengsel en leg ze in de bakringen.
  • Spuit nog een heel klein beetje van het mengsel op de biscuitcirkels en strijk het glad met een mes. 
  • Zet de taartjes minstens 4 uur in de koelkast. 
  • Haal de taartjes uit de koelkast en verwijder voorzichtig de ringen. 
  • Bestrooi de taartjes met wat cacaopoeder.

Label: , , , , , , , ,

Sabtu, 03 Mei 2014

Chocolade-pecantaartjes

Chocolade-pecantaartjes
Als het zonnetje buiten lekker schijnt, de vogeltjes volop fluiten en de deuren & ramen weer wagenwijd open kunnen, begint het bij mij altijd te kriebelen en krijg ik zin om de bezem door het huis te halen. Een week of twee geleden was het dan ook zo ver: de voorjaarsschoonmaak kon beginnen. Het eerste project was de keuken. 

Natuurlijk houd ik mijn keuken altijd netjes schoon en opgeruimd, maar er viel niet meer te ontkennen dat mijn keukenkastjes op ontploffen stonden. Er kwam me regelmatig weer van alles tegemoet vallen wanneer ik een deurtje open deed en ik moest een stoel gebruiken om te kunnen zien wat er allemaal voor producten achteraan op de bovenste plank stonden. De hoogste tijd dus om wat orde in de chaos te gaan scheppen. Dit was helaas nog niet zo makkelijk, want eigenlijk is mijn keuken veel te klein voor al mijn spullen. 

Ik heb gelukkig wel de beschikking over een kleine voorraadkast, maar ook de planken in deze kast zuchten dagelijks onder hun gewicht. Er zat dus maar één ding op: producten die ik eigenlijk niet zo vaak gebruik, nu maar eens wél gaan gebruiken zodat er weer een plekje vrij zou komen op een plankje. Het bakje pecannoten dat zich al sinds eind december vorig jaar in één van de kastjes schuil hield, was het eerste “slachtoffer”. 

Dankzij Gaitri Pagrach-Chandra (Zoete lekkernijen) was een lekkere bestemming voor deze nootjes snel gevonden: chocolade-pecantaartjes. Deze kleine taartjes zijn een chocolade-variant op de Amerikaanse pecan pie, die meestal als één grote taart wordt gemaakt. Een pecan pie smaakt al verrukkelijk, maar door de toevoeging van chocolade smaken deze taartjes echt fantastisch. Eerst bijt je door de heerlijk knapperige bodem waarna je de zachte en zoete chocoladevulling proeft en stukjes pecannoot. Echt een hemels gebakje. Tip: je kunt de pecannoten ook hakken en deze door de vulling roeren.


Ingrediënten
  • 200 g bloem
  • snufje zout
  • 50 g poedersuiker, gezeefd
  • 150 g boter, koud
  • 1 eidooier, losgeklopt met 2 el koud water
  • 150 g golden syrup
  • 100 g fijne kristalsuiker
  • 125 g pure chocolade, fijngehakt
  • 3 eieren
  • 1 tl vanille-extract
  • 72 halve pecannoten
Extra nodig
8 gekartelde taartvormpjes van 10 centimeter doorsnee en minstens 2 centimeter hoog, huishoudfolie, bakplaat
Tijd (ongeveer)
35 minuten bereiding, 30 minuten oven, 70 minuten wachten


  • Meng de bloem, het zout en de poedersuiker in een kom. 
  • Wrijf met je vingertoppen 100 g in blokjes gesneden koude boter door het mengsel tot het op fijne broodkruimels lijkt. 
  • Voeg op 1 theelepel na alle eidooier toe. Meng de eidooier er met je vingertoppen door, tot er een samenhangend deeg ontstaat. Voeg het restant eierdooier alleen toe als je zeker weet dat het deeg niet te nat wordt. Heb je meer vloeistof nodig, voeg dan een paar druppels koud water toe.
  • Vorm het deeg tot een platte schijf, wikkel deze in huishoudfolie en leg hem 30 minuten in de koelkast te rusten. 
  • Verwarm de oven voor op 180°C. Vet de taartvormpjes royaal in en zet ze op een bakplaat.
  • Maak de vulling. Doe 50 g boter, de golden syrup en kristalsuiker in een steelpan op matig vuur en blijf roeren tot het mengsel warm wordt en de boter is gesmolten.
  • Roer de chocolade erdoor en neem de pan van het vuur.
  • Roer het geheel krachtig tot een gladde massa. Zet de pan apart en haal het deeg uit de koelkast. 
  • Rol het deeg op een met bloem bestoven werkblad uit en bekleed de taartvormpjes. Vouw het deeg dat boven het vormpjes uitsteekt terug, zodat de zijkant iets dikker wordt dan de bodem. Zorg er wel voor dat het deeg overal tot boven aan de rand van het vormpje komt, anders past de vulling er niet in. 
  • Klop de eieren los met 1 theelepel vanille-extract en klop dit daarna beetje voor beetje door het chocolademengsel, tot het glad is. 
  • Schep de vulling in de taartvormpjes. Er moet nog zo’n 5 millimeter tussen de vulling en de bovenkant van het deeg vrij zijn.
  • Leg de pecannoten op de vulling, op elk taartje negen stuks. Leg de eerste vier op de punten van het kompas neer en vul de tussenliggende ruimtes op. Leg de laatste pecannoot in het midden. 
  • Bak de taartjes circa 30 minuten in de voorverwarmde oven, tot het deeg goudbruin is en de vulling gestold. Tijdens het bakken stulpt de vulling in het midden uit, maar deze zakt tijdens het afkoelen weer in.
  • Laat de taartjes in de vormpjes iets afkoelen. Haal ze er dan uit en laat ze op een taartrooster koud worden.

Label: , , , ,

Kamis, 01 Mei 2014

Lunch, voor als je niet van hartkeks houdt...

Hartkeks zijn ideaal trekkingvoer, want licht, voedzaam en eeuwig houdbaar - vandaar dat de meeste legers ze ook in het standaard maaltijdenpakket hebben zitten. Maar niet iedereen is even dol op hartkeks. En niet in alle gebieden zijn die gemakkelijk te krijgen - en er zijn bovendien ook grenzen aan wat je vanuit Nederland allemaal kan en wil meenemen. Daarom hier een aantal alternatieven voor het lunchen met hartkeks en beleg. 

  1. Brood, natuurlijk. Let bij het aanschaffen daarvan als het kan op de houdbaarheid en hoe het eruit zal zien nadat het uit je rugzak komt. Zwaar brood is meestal langer houdbaar en plet minder dan brood wat minder weegt - dat bestaat immers voor een groter deel uit lucht. Zuurdesembrood kan je langer bewaren en kan beter tegen je rugzak dan brood o.b.v. gist. Bruin brood vult beter dan wit brood. Roggebrood blijft langer goed dan tarwebrood. Het ideale trekkingbrood is dus zwaar zuurdesembrood o.b.v. een deel rogge of spelt, en niet alleen tarwe. Dat kun je bij veel bakkers met een biologisch assortiment (bijvoorbeeld Het Stoepje, op bijna elke grote markt in Nederland) krijgen. Of zelf bakken in de broodmachine natuurlijk!
  2. Wraps of pita's: een goed alternatief voor brood en hartkeks zijn instant tortillawraps of pitabroodjes. De pitabroodjes moeten meestal nog even afgebakken worden, dat kan in de koekenpan op de brander. De meeste supermarkten verkopen instantwraps waar je verder niets meer aan hoeft te doen, maar die goed bewaren in een rugzak doordat ze vacuum verpakt zijn. Wraps en pita's zijn het lekkerst als je wat meer vulling hebt dan alleen smeerbaar beleg. Neem bijvoorbeeld een komkommer en een avocado mee, of andere groenten om klein te snijden.
     
  3. Noedels: de meeste mensen hebben aan een flinke hoeveelheid instant noedels ook genoeg qua lunch, en kunnen dan de rest van de dag op tussendoortjes verder. Daar zijn doorgaans wel zeker 2 pakjes noedels voor vereist, een beetje hiker vult zijn holle kies met dat enkele pakje.
  4. Aardappelpuree met vulling: een ander alternatief is aardappelpuree met opleuk, zoals gedroogde groenten, een flinke hand noten, een soepje voor de toegevoegde smaak en geraspte/klein gesneden/instant kaas of stukjes worst. Reken op minstens 1 zakje puree de man, waarschijnlijk iets meer als je grote, hongerige mensen in je groep hebt. Aardappelpuree heeft 1 groot nadeel: het verteert vrij snel. Het verdient dus de aanbeveling het flink op te leuken met zaken die a) voedzaam zijn en b) langzamer verteren - vandaar de gesuggereerde noten, kaas en worst in het voorgaande.
Recept van: Jitske

Boerenkoolstamppot met vegaballetjes en zoetzure saus

Omdat je tijdens een winters kampeeravontuur nooit genoeg stamppot kunt eten, hierbij een lekker recept voor boerenkoolstamppot! Dit is een heerlijke maaltijd voor wanneer het nog niet zo heel warm is buiten. De combinatie klinkt op het eerste gezicht wellicht wat vreemd, maar is echt heerlijk!

  • 1 zakje aardappelpuree p.p. (meer als je hongerige winterkampeerders hebt, kun je 2 zakjes per persoon meenemen)
  • 2 tot 3 handjes gesneden boerenkool p.p.
  • 6 vegaballetjes (te verkrijgen bij de supermarkt of de natuurwinkel) p.p.
  • flinke scheut zoetzure saus p.p. (als poeder te verkrijgen bij veel supermarkten, of in handige 1 persoons zakjes bij de Xenos)
  • gebakken uitjes naar smaak
  • olie om in te bakken
Breng voldoende water aan de kook voor de aardappelpuree, en doe daar de boerenkool in. Laat even doorkoken tot de boerenkool gaar proeft, dit is in een paar minuten gebeurd. Bak ondertussen de vegaballetjes rondom bruin en gaar in de olie. Als je maar 1 brander hebt, kun je dit laatste overigens ook doen nadat je de stamppot hebt gemaakt, die blijft flink lang warm in een slaapzak. Als de boerenkool gaar is, roer je het aardappelpureepoeder erdoorheen tot je stamppot hebt. Voeg de zoetzure saus toe en roer er doorheen. Serveer met de balletjes erop en laat mensen gebakken uitjes naar smaak toevoegen. 
 
Overigens: dit kan ook prima met instant boerenkool stamppot poeder, of losse gedroogde boerenkool. Maar dat is wel een stuk minder lekker, en gesneden boerenkool blijft verbazingwekkend lang goed in een rugzak zolang het buiten niet al te warm is. 


Recept van: Jitske

Andijviestamppot met geitenkaas en noten

Nog een lekkere stamppot!
  • 1 zakje aardappelpuree per persoon
  • 1 struik andijvie per ongeveer 5 personen. Je kan natuurlijk ook voorgesneden andijvie gebruiken, maar die blijft minder lang goed in je rugzak. 
  • 50-100 gram zachte geitenkaas p.p. (ik zou in de winter meer kaas gebruiken dan in de zomer, sneeuwkamperen maakt hongerig!), de geitenkaasrondjes in plastic bakje die je gewoon in de supermarkt kan krijgen werken prima hiervoor en blijven bovendien heel in je rugzak
  • 50 gram cashewnoten p.p.
  • gebakken uitjes naar smaak
  • zongedroogde tomatensnippers naar smaak
Breng voldoende water aan de kook voor de aardappelpuree. Haal er wat lauw water vanaf om de tomatensnippers te wellen als je die gebruikt. Snijd ondertussen de andijvie en de geitenkaas aan stukjes. Voeg als het water kookt de aardappelpuree, de tomatensnippers, de andijvie, de kaas en de noten toe en roer alles door elkaar. Geef er gebakken uitjes bij om erover heen te strooien. 

Recept van: Jitske

Rode koolstamppot

Tijdens een koude trektocht, gaat een warme winterse stamppot er altijd wel in!

voor 2 personen:



  • genoeg aardappelpuree (met kaas, uiteraard), 2 zakjes
  • gedroogde rode kool, 75 gram (te bestellen bij Globetrotter)
  • suiker naar smaak (1 staafje p.p. werkte voor ons)
  • zout en peper naar smaak
  • kerriemayonaise naar smaak (in tube verkrijgbaar in de Supermarkt) of kerriesauspoeder voor de lichtgewicht reizigers
  • (gedroogde) gebakken uitjes naar smaak
  • 1 flinke rookworst of (cashew)noten
  • gedroogde appeltjes, in stukjes gesneden (100 gram)
Doe de rode kool in een pan met 3 dl water en breng het water aan de kook. Laat daarna vijf minuten doorkoken; roer af en toe en kijk of er water bij moet. Aardappelpuree klaarmaken volgens gebruiksaanwijzing. Je kunt de rookworst al opwarmen in dat water.

Alles bij elkaar gooien, op smaak brengen met suiker, kerriemayo, zout en peper. Snij de worst in stukjes en voeg samen met de uitjes en appeltjes toe. 

Recept van: Jitske, Marijn & Sofie

Label: , , , , , ,